Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

18 december 2015

Waarom gebruiken boeren zoveel antibiotica?

Groeihormonen zijn in de EU sinds 2006/2007 verboden en relatief erg duur. Antibiotica blijkt hetzelfde effect te hebben tegen een veel lagere prijs. Daarom is het gebruik ervan sinds die tijd zo spectaculair gestegen.
Een boer zet zelden antibiotica in omdat zijn dieren ziek zijn. In de melkveehouderij gaat het vooral om het gebruik als droogzetter. Bij kippen en varkens vooral als groeibevorderaar. Met name bij vleeskuikens is de levensduur zo kort dan dat ziek zijn niet uitmaakt.
De verlaging van het gebruik van antibiotica gebeurt op vrijwillige basis. Zou een veehouder werkelijk vrijwillig inleveren op zijn inkomen, als hij het over de grens of via internet ongeregistreerd kan krijgen?
Zolang de kilo's geslachtgewicht blijven stijgen bij een daling van het geregistreerde gebruik van antibiotica bestaan er gerede twijfels of het legale plus het illegale gebruik daadwerkelijk daalt.

Het is terecht dat kamerlid Sjoera Dikkers (PvdA) haar uitspraken van 2 december over het antibioticagebruik in de veehouderij niet terug neemt. Er zijn ook buiten de dierenarts om te verkrijgen middelen die een vergelijkbare werking hebben.

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

30 november 2015

Antwoorden voor een profielwerkstuk over de veehouderij

Wieger Nijenhuis & Korné Radema, twee leerlingen van het Isendoorn College te Warnsveld stuurden onderstaande vragen via mail aan Animal Freedom. Onder hun vragen mijn antwoorden.

Voor ons profielwerkstuk zouden wij graag de volgende dingen van jullie organisatie willen weten:

Wat zijn jullie voornaamste kritiekpunten op megastallen in Nederland en hoe kunnen deze misstanden verbeterd worden?

Een megastal is een stal waarin veel koeien het hele jaar rond binnen kunnen worden gehouden. Wanneer een boer voor deze vorm van veehouderij kiest, dan komen koeien niet meer buiten en wordt de wei een kale vlakte met verlies van biodiversiteit. Koeien krijgen allerlei kwalen die samenhangen met topproductie.
Wanneer meerdere boeren voor megastallen kiezen, vanwege de export kansen dan wordt het landschap in binnen- en buitenland nog minder aantrekkelijk. Een ontstaat een race-to-bottom, die nauwelijks meer ten goede kan worden gekeerd. Er worden enorme investeringen gemaakt die een boer nog meer in de klem gaan houden.
Voor een overzicht van de bezwaren tegen de bio-industrie, klik hier. Deze misstanden kunnen worden verbeterd door weg te bewegen van de groeidwang als gevolg van de wens op te exporteren.

Hoe denken jullie dat er binnen de samenleving tegen megastallen aan wordt gekeken?
De meeste mensen zullen ze niet mooi vinden, maar denken er niet veel van.

Zijn mensen zich wel of niet voldoende bewust van de manier waarop dieren worden behandeld en de andere nadelen van megastallen/de bio-industrie?
Dieren in een megastal worden niet per se slechter behandeld. Wat de meeste mensen zich niet realiseren is dat de hele ontwikkeling naar steeds groter helemaal niet nodig is en dat de nadelen daarvan worden afgewenteld op hen als belastingbetaler en meer. In deze dagen dat in Parijs een klimaattop wordt gehouden zou het verminderen van de vleesproductie een gemakkelijke en effectieve manier zijn om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Schrijfster Annemarie van Gelder roept mensen op om politieke keuzes te maken omdat zij megastallen "megaslecht" vindt.

Is het realistisch scenario om megastallen in de toekomst (komende 30 jaar) over te zien gaan naar biologische en diervriendelijke manier van productie?
Niemand kan 30 jaar vooruitkijken en iedereen die het wel doet, doet aan natte vingerwerk. Men voorspelt wat men wil zien. Het is waarschijnlijk dat, nog voordat er 30 jaar voorbij is, er een einde wordt gemaakt aan het houden van dieren vanwege de nadelen die het heeft. Het zal binnenkort goedkoper, gezonder, aantrekkelijker en smakelijker zijn om voedsel te maken uit niet-dierlijke bestanddelen.

Hoe denken jullie dat de toekomst er uitziet wat betreft vlees- en zuivelproductie?
De melkveehouderij bevindt zich op een doodlopende weg en dat zal, net als met de afschaffing van de nertsenhouderij, veel touwtrekkerij opleveren om wie dat gaat betalen.

Tot zover de vragen van twee VWO-ers in het examenjaar. Voor jongere kinderen die meer willen lezen over de nadelen van de manier waarop we dieren behandelen, klik hier.

21 oktober 2015

Negatieve gevolgen van wildlife-toerisme

Waarom de klant niet altijd koning is: negatieve gevolgen van wildlife-toerisme

Den Haag, 21 oktober - Bijna 4 miljoen toeristen die toeristische attracties met wilde dieren bezoeken, dierentuinen niet meegerekend, dragen waarschijnlijk bij aan grootschalige misstanden op het gebied van dierenwelzijn De toeristen zijn zich meestal niet bewust van deze gevolgen. Dit zijn de conclusies van het eerste diepgravende onderzoek uitgevoerd door de universiteit van Oxford naar de effecten die het wildlife-toerisme wereldwijd heeft. Het onderzoek is op 21 oktober gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE.

De onderzoekers brachten 48 soorten attracties met wilde dieren (bij duizenden afzonderlijke toeristische aanbiedingen) in kaart, variërend van slecht bezochte straatoptredens van slangenbezweerders, dansende beren en makaken tot grote, gevestigde attracties zoals dolfinaria en tijgershows, die jaarlijks duizenden bezoekers trekken. Vervolgens lichtten de onderzoekers 24 soorten toeristische attracties die bij elkaar door miljoenen toeristen per jaar bezocht worden, grondig door.

Ze kwamen tot de volgende conclusies.

- Achttien soorten attracties (waaronder tijgershows, ontmoetingen met leeuwen, dolfinaria, civetkoffieplantages en olifantenparken) hadden een negatief effect op het welzijn van 230.000 tot 550.000 individuele dieren.

- Bij veertien soorten, 120.000 tot 340.000 dieren, wordt de beschermingsstatus verlaagd werd als gevolg van de manier waarop de dieren uit het wild gehaald worden. Ter vergelijking: slechts zes soorten attracties, met 1.500 tot 13.000 dieren, hebben waarschijnlijk per saldo positieve effecten op het behoud van de diersoort en het dierenwelzijn, oordelen de onderzoekers. Het betrof hier in alle gevallen opvangplekken voor wilde dieren.

- Deze bevindingen tonen aan dat 2 tot 4 miljoen toeristen per jaar met hun bezoek financiële steun geven aan instellingen die een negatieve impact hebben op dierenwelzijn en/of het behoud van diersoorten.

Men zou verwachten dat de toerist een bittere nasmaak overhoudt aan zijn bezoek aan een van deze attracties. Tot op zekere hoogte was dat ook zo, ontdekten de onderzoekers. Het team bestudeerde de reacties die bezoekers van dierenattracties hadden achtergelaten op TripAdvisor. Het team ontdekte dat de attracties met slechtere omstandigheden voor dieren meer negatieve feedback kregen dan die met beter oog voor dierenwelzijn. Maar zelfs de attracties met de laagste score als het gaat om dierenwelzijn, kregen gemiddeld nog altijd in 80% van de gevallen een positieve reactie.

Hoofdonderzoeker Tom Moorhouse: “Mensen vertrouwen TripAdvisor. Als een attractie positieve recensies krijgt, worden meer mensen gestimuleerd daarheen te gaan. Het is dus een groot probleem dat slechtere omstandigheden voor dieren(welzijn) niet leiden tot minder toeristen; het betekent namelijk dat feedback van toeristen niet voldoende is om de dierenwelzijnstandaarden in attracties met wilde dieren te beïnvloeden.

David Macdonald, Oxford’s WildCRU Director, zegt: “Het is triest dat toeristen die gelokt worden met een ongetwijfeld goedbedoelde interesse in dieren, vaak onbedoeld dit soort attracties steunen. Daarmee houden ze niet alleen wilde dieren in die slechte omstandigheden, maar brengen ze ook het behoud van de diersoort in gevaar”. Hij voegt daar aan toe: “Die dubbele pech kan tegengegaan worden door strengere regelgeving, betere handhaving en door je aan onze vuistregel te houden: vermijd elke attractie met wilde dieren die op TripAdvisor lager dan 80% scoort”.

Tom Moorhouse legt uit dat het welzijn van wilde dieren bij toeristische attracties die op TripAdvisor lager dan 80% scoren, waarschijnlijk zeer slecht is. Over het algemeen moeten toeristen die verantwoord willen reizen goed letten op deze negatieve recensies. Neil D’Cruze, hoofd Onderzoek bij World Animal Protection, voegt daaraan toe: “Sommige attracties die de meeste reden tot zorg zijn, zoals olifantenritten, krijgen overweldigende, positieve recensies van toeristen. TripAdvisor heeft dus een geweldige kans om haar dienstverlening aan bezoekers van haar site te verbeteren door in de evaluatie een score op te nemen voor dierenwelzijn en behoud van de diersoort”.

06 oktober 2015

Global March tegen stroperij en canned hunting

De Global March is een wereldwijde demonstratie; in meer dan 140 steden over de hele wereld liepen mensen in het weekend van dierendag mee. Het doel is mensen wakker te schudden en het stropen van deze imposante dieren te stoppen.

“Iedere 15 minuten wordt een olifant vermoord om zijn ivoor. De neushoorn wordt afgeslacht voor zijn hoorn en de leeuw, de koning der wildernis, wordt ernstig bedreigd door de jacht en het verschrikkelijke ‘canned hunting‘, waarbij toeristen in een afgezet gebied leeuwen mogen afschieten. Het verdwijnen van deze grote zoogdieren uit het ecosysteem door toedoen van jacht, stroperij, illegale handel en andere menselijke activiteiten kunnen we niet verantwoorden tegenover ons geweten en toekomstige generaties.

Voor ons is er maar één doel: de massale slachting van deze majestueuze dieren moet stoppen voordat het te laat is!”.



17 september 2015

Juiste argumenten bij dierenrechten?

Op 2 januari 2015 schreef Ana van Es over het verbieden van wilde dieren in het circus. Dat verbod ging 15 september in. Circusmensen protesteren heftig tegen het verbod, omdat zij nu gedwongen zijn om uit te wijken naar het buitenland of de dieren in een permanent verblijf moeten onderbrengen. Het is maar de vraag of zij het geld willen opbrengen om dit te bekostigen.

Hoewel het geen twijfel lijdt dat het verbod terecht is, is het wel de vraag of staatssecretaris Dijksma het juiste juridische en morele argument heeft aangedragen.

Ana van Es schrijft het volgende.

Onderzoek naar circusdieren bij circus Krone in Duitsland.

'Voor sommige dieren - leeuwen, tijgers - is er geen overtuigend bewijs dat verblijf in een circus schade toebrengt', zegt Hans Hopster, onderzoeker aan de Universiteit Wageningen. 'Je kunt al die dieren niet over één kam scheren'.
Hopster onderzocht de afgelopen jaren het welzijn van circusdieren. Leeuwen en tijgers blijken zich relatief goed aan te passen, ook doordat ze nakomelingen krijgen in het circus. Ze wennen van jongs af aan en worden minder 'wild'.
Olifanten geven wel problemen. 'Bij drie Nederlandse circusolifanten die wij in 2008 onderzochten was nogal wat mis. Een olifant is een sociaal dier. Alleen al daarom is één olifant in een circus een twijfelachtige bedoening. Om ze veilig in een tent te kunnen houden, stonden ze langdurig aan ketenen. Je houdt een olifant nu eenmaal niet achter een hekje. In het wild eten ze 16 tot 20 uur per dag voedsel als boomschors. In een circus kan dat niet. Ze vertonen gedrag dat wijst op verveling: slurfzwaaien en 'weven', een soort ijsberen. Bovendien worden olifanten niet in een circus geboren.
'Als dieronderzoeker kan ik een totaal verbod op wilde dieren in het circus niet verdedigen, anders dan vanuit het gevoel van mensen dat dit niet meer in de tijdgeest past. Bij gebrek aan empirisch bewijs van lijden baseert staatssecretaris Dijksma zich bij bepaalde soorten nu volledig op de 'intrinsieke waarde' van een dier. Ik ben geen jurist, maar ik vraag me af of dat juridisch houdbaar is'.
Tot zover de Volkskrant.

Meer lezen over de twijfelachtigheid van het aandragen van ‘intrinsieke waarde’ bij het verdedigen en promoten van dierenrechten?

Het bereiken van een groot publiek voor het vergroten van bewustzijn dat dieren rechten hebben vraagt een integere benadering. Dit kost tijd, maar betaalt zich op de lange termijn veel effectiever uit voor mens en dier.

16 september 2015

Banken frustreren kansen diervriendelijke kippenhouderij

Journalist Jarl van der Ploeg meldt in de Volkskrant op 14 september het volgende.
Nederlandse banken hebben tientallen miljoenen euro's uitgeleend aan een van de grootste kippenboerderijen ter wereld, in Oekraïne. Het goedkopere vlees dat hier op de markt is een rechtstreekse concurrent van vlees van de Nederlandse boeren, die zich aan veel meer regels moeten houden.
Het Oekraïense Myronivsky Hliboproduct (MHP) is in handen van Yuriy Kosiuk, een van de rijkste mannen van Oekraïne. Op 380 duizend hectaren land ten zuidwesten van Kiev produceert MHP eigen kippenvoedsel en worden jaarlijks 332 miljoen kippen geslacht, ingevroren, verpakt en uiteindelijk geëxporteerd. Ter vergelijking: in Nederland worden jaarlijks 465 miljoen kippen geslacht.

Rabobank en ING hebben miljoenen euro's geïnvesteerd in de kippenfabriek. Rabobank maakt in de periode 2008-2018 127,1 miljoen euro over aan MHP, ING investeert 42,8 miljoen.

De banden tussen MHP en Nederland zijn stevig. Nederland is een van de belangrijkste afnemers: vorig jaar werd ruim 12 duizend ton kippenvlees geïmporteerd vanuit Oekraïne - hoofdzakelijk van MHP. Nederlandse bedrijven leverden techniek voor bijvoorbeeld de Oekraïense slachterijen.
Tot zover de Volkskrant.

Voor de goede verstaander: Nederland is vooral een doorvoerland voor kippenvlees. Agropolitici gebruiken de exportcijfers van deze verwerkingsindustrie graag om de omvang van de productie van de sector groter te doen lijken.
In eigen land worden veel meer kippen gehouden dan worden geconsumeerd. Daarbovenop importeert Nederland kippenvlees met als doel deze te exporteren na verwerking. Men noemt dat valorisatie: het toevoegen van waarde van een product ongeacht waar het vandaan komt of naar toegaat. Het gaat in de verwerkende industrie vooral om de export.
De banken die zowel investeren in binnen- als in buitenlandse kippenhouders snijden zich een beetje in eigen vlees, wanneer Nederlandse kippenhouders door de buitenlandse concurrentie failliet dreigen te gaan en zo hun schulden bij de bank niet kunnen betalen. Het is ook hypocriet en in tegenspraak met het eigen beleid.
Maar de kans dat boeren met schulden aan de bank failliet gaan, wordt weer verkleind door de EU die –met geld van de belastingbetaler- de sector met financiële hulp ondersteunt zonder daarvoor een wederdienst te vragen. Alzo worden de risico’s voor de banken gespreid door internationale investering en verkleind door de belastingbetaler. Lachende derde is de Nederlandse kippenvleesverwerkende industrie die uit binnen- en buitenland goedkope grondstoffen krijgt.
Verliezer is de kip, omdat de banken dieronvriendelijke kippenhouderij in het buitenland in het zadel helpen, kunnen Nederlandse kippenhouders die willen investeren in diervriendelijker systemen dit nauwelijks bekostigen.

Voor de goedwillende, diervriendelijke consument zijn er een aantal mogelijkheden om deze situatie helpen aan te pakken:
• Van bank te wisselen wanneer je bankiert bij de ING of RABObank.
• Een diervriendelijke(r) partij stemmen bij verkiezingen.
• Geen kippenvlees meer eten.
• Deel uw mening met anderen.

Klik hier wanneer je meer wilt weten over wat je als individu voor dieren kunt doen.

Oorzaak: hypocrisie en onverschilligheid.
Gevolg: dierenleed, milieuvervuiling.
Verband: demagogie, overproductie.

13 september 2015

Boeren verdienen geen steun uit Brussel meer

Boeren leggen geen buffers aan. Zij willen groeien en zo min mogelijk belasting betalen. Subsidie ontvangen daar hebben ze geen enkele moeite mee.

Marike Stellinga is econoom en schrijft in NRC Handelsblad van zaterdag 12 september over de 500 miljoen steun die Brussel gaf aan de protesterende boeren.

Een citaat.
De wereldeconomie is een ongeleid projectiel. Belangrijke sectoren, als voedsel, hebben regulering nodig,” zei de voorman van de melkveehouders in deze krant.
Maar beste meneer, dat geldt voor alle bedrijven. Dan kunnen belastingbetalers élk bedrijf gaan compenseren, wanneer de wereldeconomie even de verkeerde kant op gaat.
Op- en neergang hoort echt bij de economie en dus bij ondernemen. En dat zal je echt zelf moeten opvangen, ook als boer (hoge uitzonderingen daargelaten). Er is nog een argument tegen al die hulp: je beloont slecht gedrag en straft de verstandige ondernemer. Elke keer dat de overheid zielige boeren redt die geen buffer aanlegden voor slechte tijden, staat de ondernemer die wel een buffer aanlegde voor gek. Die kijkt de volgende keer wel uit: hij kan net zo goed meer risico nemen, want de overheid redt je toch wel. Met elke ronde hulp zal je dus minder boeren krijgen die voor zichzelf kunnen zorgen. Van mij mag de markt voor voedsel dus een stuk normaler worden, of moet ik zeggen gezonder?
Op- en neergang hoort bij de economie. Dat moet je zelf opvangen, ook als boer.
Tot zover Marike Stellinga.

Door de huidige kennis over voedseltechnologie is in principe elk land in staat om voldoende voedsel te produceren voor haar bevolking. Het oorspronkelijke probleem van voedselonzekerheid is nu overproductie geworden, waardoor landen elkaars markten kapot kunnen concurreren.

Vlees en zuivel zijn dierlijke producten. Om daarmee de kostprijs bij productie laag te houden, gaat ten koste van dierenwelzijn. Het mestoverschot leidt in landen die exorbitant overproduceren, zoals Nederland, tot milieuproblemen, waarvoor de belastingbetaler direct (om de vervuiling op te ruimen) of indirect (via subsidie uit Brussel) voor opdraait.

Drogredenen bij een drijfjacht

Nederlandse jagers liggen onder vuur vanwege de drijfjacht die zij in Zuid-Afrika houden.

Wim van Remortel is eigenaar van jachtreisbureau Best Hunting. Hij organiseert drijfjachten in Zuid-Afrika. 'Iedereen schreeuwt plots moord en brand, maar die drijfjachten bestaan al tientallen jaren en er gebeurt niks illegaals', zegt hij. Volgens Remortel wordt alles bovendien goed geregeld. 'Er worden vergunningen gevraagd en er zijn quota vastgelegd. Van elke soort kunnen ze dus maar een beperkt aantal dieren doden'.
De kritiek op de jagers vindt hij hypocriet. 'Ik denk dat een leeuw die vijf jaar in het wild leeft en dan wordt doodgeschoten een beter leven heeft gehad dan een kip die weken in een legbatterij zit en dan wordt afgemaakt'.

Dit argument van Remortel is waar, maar niet relevant. Geen enkel doden kan gerechtvaardigd worden met het argument dat het slachtoffer al een goed leven heeft gehad.

Klik hier voor meer drogredenen over plezierjacht en het tegenargument.

15 augustus 2015

Het ontbreken van toegevoegde waarde van bio-industrie

Arjan Wisman van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) zette in opdracht van Wakker Dier de economische resultaten van vleesvarkens en vleeskuikens over 1980-2013 op een rij. De redactie van De Nieuwe Oogst vatte zijn aanbevelingen als volgt samen:
“Vleesvarkens- en pluimveehouders verdienen steeds minder per kilo vlees. Ze moeten dus meer produceren voor een voldoende inkomen. Meer productie kan door meer dieren te houden per arbeidskracht en/of een hogere productiviteit van het dier”.

Een hoger productiviteit van het dier zou bij een koe betekenen “nog meer uitmelken”. Bij een varken of een kip betekent het nog minder energie steken in welzijn van het dier, automatiseren, de kostprijs verlagen of de groeisnelheid vergroten.

Het is de verantwoordelijkheid van de samenleving om de grenzen te bepalen in hoeverre dieren onderwerp van economische uitbuiting mogen zijn.
De Nederlandse bio-industrie voegt niets noemenswaardigs toe aan de Nederlandse welvaart.

Bio-industrie heeft vrijwel alleen nadelen, geen toekomst in ons land en in het buitenland kunnen ze het goedkoper.

Waarom stoppen we er dan niet mee?

29 juli 2015

Voedsel zou geen onderwerp van concurrentie moeten zijn

Boeren die produceren voor de export zijn afhankelijk van politieke ontwikkelingen. De Franse boeren die wegen blokkeren om een reactie van de overheid af te dwingen en die vrachtwagens met geïmporteerd voedsel leeghalen zijn een beetje hypocriet en voeren op een oneigenlijke manier actie. Het is geen wonder dat deze acties maar in beperkte (eigen) kring enthousiast worden ontvangen.
Het is begrijpelijk dat een melkveehouder minimaal kostendekkend wil produceren.
Door de overproductie na het afschaffen van het melkquotum, het sluiten van de Russische markt en het bij nader inzien toch niet zo'n grote Chinese behoefte aan babymelkpoeder kunnen voedselverwerkers hun producten niet meer kwijt. Dus zakken de prijzen.

Wat de een te veel produceert kan een ander niet meer verkopen. Ook een wereldmarkt is op een gegeven moment verzadigd. Boeren concurreren elkaar kapot. Niet de beste wint, maar de meest gewetenloze of minst milieu- of diervriendelijke boer. Het is een ratrace of race-to-the-bottom geworden. Argumentatie over wat er aan de hand is, is vooral een uitwisseling van halve waarheden, chauvinisme en drogredenen (zie labels).

De situatie van overproductie en veel negatieve gevolgen voor dierenwelzijn en milieu roept de vraag op of voedsel wel zo geschikt is voor de vrije markt. Natuurlijk, niemand zal pleiten voor het ter ziele gegane communistische systeem waarbij een centraal comité de productie van voedsel plande, maar een betere afstemming en verdeling van productie binnen de EU moet mogelijk zijn. Waarom binnen Europa vlees en zuivel overproduceren en boeren uit buurlanden kapot concurreren? Waarom binnen continenten überhaupt meer voedsel produceren om elkaar tussen continenten te beconcurreren?

De nadelen van de vrije markt voor voedsel zijn evident. Wie concrete voorbeelden wil lezen, zie onderaan via de labels.
Het wordt tijd om binnen de internationale politiek afspraken te maken om te stoppen met het heen en weer slepen van voedsel over de wereld en om de voedselstromen zo te reguleren dat ieder mens op de wereld voldoende te eten krijgt en nadelen als dierenleed en milieuschade worden gestopt.
Een eis van grondgebondenheid, waarbij het voer op eigen land verbouwd wordt en de mest op eigen land wordt uitgereden, helpt al een groot deel van de overproductie te stoppen.

Gewetensvraag aan mensen die dieren consumeren

Wat zou een boer doen die meer geld krijgt voor zijn melk? Zou hij investeren in verbetering van de leefomstandigheden voor zijn koeien of zou hij investeren in uitbreiding van het aantal dieren dat hij kan houden?

Wat zou een varkenshouder doen die meer geld krijgt voor zijn vlees? Zou hij investeren in verbetering van de leefomstandigheden voor zijn varkens of zou hij investeren in uitbreiding van het aantal dieren dat hij kan houden?

Wat zou een kippenhouder doen die meer geld krijgt voor zijn eieren of vleeskippen? Zou hij investeren in verbetering van de leefomstandigheden voor zijn kippen of zou hij investeren in uitbreiding van het aantal dieren dat hij kan houden?

Is schaalvergroting heilzaam voor mens, dier en milieu?

Op dit blog overwegingen bij de antwoorden die vaak worden gegeven. Zie ook de drogredenen.

26 juli 2015

Race to the bottom in de melkveehouderij

Door de schaalvergroting in de melkveehouderij verdwijnen er steeds meer bedrijven. De groten slokken de kleintjes op. De concentratie in megabedrijven is gemakkelijk voor de verwerkende industrie. Een melkauto hoeft minder adressen te bezoeken om met een volle tank op de fabriek te komen en de voederfabrikant kan meer op minder adressen afleveren. De verwerkende industrie koopt bij de boer de grondstoffen zo goedkoop mogelijk in en probeert bij de afnemer zoveel mogelijk de suggestie te wekken dat er zoveel waarde aan is toegevoegd dat het een grote marge rechtvaardigt.

Voor de koeien is er niet direct een bedreiging in een megastal. Niet meer in de wei kunnen is een achteruitgang in dierenwelzijn, maar een koe die kan kiezen, kiest soms ook voor de stal. Vanwege de temperatuur, regen, wind of het voedsel.
Een melkrobot is geen directe aantasting van dierenwelzijn. Het geeft de boer en de koe vrijheid. Het is pech voor de koe die niet goed past in het concept, bijvoorbeeld omdat de vierde speen onderontwikkeld is. Die gaat naar de slacht. Of de maximale productie wordt minder en dat is al relatief op jonge leeftijd.

De schaalvergroting, het opheffen van het melkquotum, de overproductie voor de export en de vrije markt zorgt ervoor dat boeren binnen de landsgrenzen en over de landsgrenzen elkaars concurrenten worden.
De boer die de laagste kostprijs weet te combineren met het juiste tempo van investeren overleeft het langst. Dit proces gaat ten koste van diversiteit in de weide, de kwaliteit van leven voor de koe en de vrijwel onzichtbare gevolgen voor de onoplettende belastingbetaler die de nadelen betaalt. Een biologische boer is meer verantwoord bezig, krijgt meer voor zijn melk per liter, maar gemiddeld is zijn inkomen lager. Zijn bestaan zorgt ervoor dat het beeld van een alleen maar op geld beluste boer niet eenduidig is. Gezond voedsel bestaat niet, er is alleen verschil in meer of minder gezonde levensstijlen. Minder kunstmest en “gewasbeschermingsmiddelen” voorkomt milieuschade, maar levert minder kilo’s.

Het is de PR-machine die de duur en de loop van de race-to-the-bottom bepaalt. De consument is zich nauwelijks bewust van de balans in voor- en nadelen die goedkope zuivel als voedselbron biedt. De inhoud van het consumentenbewustzijn over de achtergrond van het voedsel wordt mede bepaald door oude mythes, onverschilligheid en halve waarheden. Het is niet zo moeilijk voor alle betrokken marktpartijen om naar een ander te wijzen als reden voor het niet veranderen van het nadelige gedrag.

De ontwikkelingen in de melkveehouderij kunnen geschetst worden als uitholling over de hele linie. Wie de ontstane ruimte in de voedselvoorziening invult, is degene die meer toegevoegde waarde weet te leveren in combinatie met een goed verhaal, smaak en een lage prijs. Is dat het veganisme? Voor velen ongetwijfeld. Velen zullen ook genoegen nemen met een combinatie van dierlijk voedsel en lookalikes op plantaardige basis.

De noodzaak en neiging om dieren in eten te stoppen verdwijnt langzaam. Dat is een bevrijdend proces waarvan de aard en tempo van de verandering weinig mensen bevredigt.


Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

15 juli 2015

Was de Vegetarische Slager hevig geschrokken?

Uit de oude doos.

Het antwoord van Jaap Korteweg op de Kamervragen van CDA Kamerlid Jaco Geurts in 2012. 'Gehakt wordt Gehackt'. In zigeunersaus zitten geen zigeuners, in slavinken geen sla, in katjesdrop geen katjes en snoepwinkels verkopen spekjes gemaakt van suiker!

De Vegetarische Slager verkoopt kip, spek, tonijn, gehaktballen en meer traditionele vleesgerechten die gemaakt zijn van soja, waardoor het dier uit de productieketen kan worden bevrijd.

Van de site NPEX, de MKB beurs van Nederland.

Wie is de Vegetarische Slager?

De luxe slager van toen, maar dan zonder vlees of vis, dat is de Vegetarische Slager. De Vegetarische Slager is de eerste slager die vlees maakt zonder slachtdieren. Culinair vegetarisch genieten met producten op basis van groenten en peulvruchten. Het grote ideaal is om vleesliefhebbers te laten beleven dat ze helemaal niets hoeven missen als ze het vlees één of meer dagen achterwege laten. Jaap Korteweg, 9e generatie biologisch akkerbouwer en overtuigd van een plantaardige toekomst, opende daarom in 2010 de eerste Vegetarische Slager ter wereld in Den Haag. Inmiddels is de formule uitgegroeid tot ruim 2.600 verkooppunten als supermarkten, speciaalzaken en restaurants in 13 verschillende landen waaronder Nederland, België, Spanje, Zwitserland en Zuid-Korea.

De Vegetarische Slager werd gekozen tot Ondernemer van het Jaar 2015, won de Triodos Hart-Hoofdprijs, scoorde hoog bij de NIMA marketing awards, won de smaak van Nederland met vegetarische Gerookte Palingsalade en won brons in de strijd om de Gouden Gehaktbal van de Telegraaf, te midden van 43 deelnemers die echt vlees gebruikten.

03 juli 2015

Respect is een universele plicht

In het ledenblad van de Veganisten Vereniging een pagina van en over Renée Janssen met als titel “Ik houd niet van dieren”.

Zij schrijft het volgende.
Sympathie en medeleven voor andere levende wezens is iets elementairs en krachtigs. En misschien vormen juist dit gevoelens de meest bewandelde - en meest begaanbare - paden naar een ethische overtuiging waarin speciësisme geen plaats heeft.

Maar wil je gevoel ook als rechtvaardiging gebruiken? Schat je de ander daadwerkelijk op waarde door je ethische overtuiging te laten rusten op je persoonlijke affiniteit met de gehele categorie waartoe dat individu behoort? Als jij veganist bent omdat je van dieren houdt, dan is het voor omnivoren heel makkelijk om te zeggen, "Nou, ik hou toevallig niet van dieren. Ik heb er werkelijk niks mee. Dus voor mij is het geen probleem om ze te gebruiken en te doden". In wezen kenmerk je veganisme dan als sentiment voor de teerhartigen.

Ik ben ervan overtuigd dat we de belangen van niet-menselijke dieren serieus moeten nemen. Maar niet omdat pasgeboren varkentjes zo snoezig zijn. Niet omdat de schoonheid van een bultrugwalvis mij persoonlijk zo inspireert. Niet omdat deze onschuldige en pure wezens mij nooit gekwetst hebben, in tegenstelling tot sommige individuen van mijn eigen verdorven soort.
Nee, mijn redenatie is precies andersom. Respect is een universele plicht, onafhankelijk van persoonlijke affiniteit.

Respect toon je pas als je de ander als eigen individu ziet, met een waarde die niet primair wordt bepaald door jouw persoonlijke affiniteiten. Laten we dat ook voor dieren doen gelden.

Tot zover Renée Janssen.

Ik ben het totaal met haar eens. Meer lezen?

Meer lezen over respect voor dieren?
Meer lezen over de eigen of intrinsieke waarde van dieren?
Meer lezen over de argumenten van vleeseters en hoe je kunt reageren?
Meer lezen over hoe je het beste een gesprek over veganisme kunt voeren met iemand die het totaal niet met je eens is?

02 juli 2015

Gemiste kans bij beteugeling mesthoop

Persbericht van Milieudefensie.

Dijksma mist kans om melkveehouderij uit de stront te trekken.

Amsterdam, 2 juli 2015. Milieudefensie is ongelukkig met de vandaag verschenen brief van staatssecretaris Sharon Dijksma aan de Tweede Kamer over het aantal koeien dat boeren mogen houden. Nog geen twee maanden na het einde van het melkquotum blijkt dat de groei van de melkveesector er voor te zorgen dat Nederland de mestlimiet voor 2015 overschrijdt. Deze mestlimiet is opgelegd door Brussel. Dijksma's plan om dit probleem op te lossen zorgt voor een verdere intensivering van de melkveehouderij. Dit zal de problemen alleen maar groter maken; meer grote stallen, minder koeien in de wei en hogere kosten voor boeren. Milieudefensie vindt het voorstel daarmee een gemiste kans voor boeren en milieu.

Met haar voorstel wil Dijksma de groei van de melkveehouderij beteugelen door een inperking van de hoeveelheid mest die de melkveestapel mag produceren. Zij voert daarvoor verhandelbare fosfaat(mest)rechten in en wil efficiëntie belonen. Boeren mogen dan meer koeien houden als ze aan kunnen tonen dat hun koeien minder mest produceren

Jacomijn Pluimers, campagneleider voedsel bij Milieudefensie: “Het is een gemiste kans de hoeveelheid koeien niet direct aan de beschikbare grond te koppelen. Hiermee voorkom je een verdere toename van het mestoverschot”. Het plan van Dijksma stimuleert een verdere intensivering van de melkveehouderij. Door de focus op efficiëntie worden de koeien de stal ingejaagd, en wordt inkoop van voer van buiten het bedrijf gestimuleerd. Boeren die niet kiezen voor de intensieve weg, maar kiezen voor meer extensieve weg en een brede meerwaarde bieden voor de maatschappij zoals natuur, landschap en gezondheid worden in de plannen van Dijksma niet beloond.

Al voor het einde van het melkquotum zijn Nederlandse melkveehouders meer vee gaan houden. De afgelopen twee jaar groeide de melkveestapel met zes procent. Meer koeien en meer melk betekent meer mest, en Nederland had al een mestoverschot. De verwachte problemen, zijn nu al werkelijkheid geworden. De enige structurele oplossing is door het aantal dieren aan de hoeveelheid beschikbare grond in Nederland te koppelen.

Bovendien zijn boeren economisch niet opgeschoten met de groei van het aantal koeien, omdat de prijs van melk is gedaald. Boeren krijgen op dit moment voor melk minder dan de kostprijs.

Dijksma heeft nu, na de Melkveewet die begin dit jaar van kracht werd, en de daarbij horende Algemene Maatregel van Bestuur die per 1 januari 2016 van kracht wordt, opnieuw de kans om beleid te maken voor een toekomstbestendige melkveehouderij met maatschappelijk draagvlak. Milieudefensie roept de Tweede Kamer en direct betrokken partijen op om te zorgen dat de plannen van Dijksma worden aangescherpt.

Tips voor huisdieren bij hittegolf

Zo merkt u dat een dier het te warm heeft.

Het dier voelt warm aan, ademt snel en is lusteloos. Daarnaast zijn de slijmvliezen in de mond van het beest rood. Oververhitting is gevaarlijk en soms zelfs dodelijk voor huisdieren. Als het dier een snelle hartslag en ademhaling heeft en niet tot nauwelijks reageert op prikkels, moet direct contact gezocht worden met de dierenarts.

Wat te doen bij oververhitte dieren?

Zorg altijd voor vers, koel drinkwater. Help het dier af te koelen door hem nat te maken met lauw water of ergens te laten zwemmen. Pas op met ijskoud water, want dan trekken de bloedvaten samen waardoor het dier de warmte nog moeilijker kwijtraakt. Oververhitte dieren moeten naar een plek in de schaduw of koelte gebracht worden, waar ze bij kunnen komen.

Vooral honden en konijnen zijn erg gevoelig voor de warmte.

Honden hebben het snel warm. Behalve in de voetzooltjes hebben ze nergens zweetklieren. Warmte raken ze alleen maar kwijt door te hijgen. Ga daarom geen lange stukken wandelen en al helemaal niet fietsen met de hond overdag. Honden met een dunne vacht kunnen verbranden, dunbehaarde plekken kunnen ingesmeerd worden met zonnebrand.

Ook voor konijnen is de hitte geen pretje. Deze huisdieren leven in het wild in koele holen onder de grond en hebben het in hun kooitjes al zwaar als de temperatuur boven de 24 graden uitkomt. Het is belangrijk dat baasjes van konijnen ervoor zorgen dat de kooi niet in de volle zon staat.

Ook koelelementen in het hok, bijvoorbeeld omwikkeld met een handdoek, kunnen voor verkoeling zorgen. Konijnen lopen tijdens warm weer extra risico door de dodelijke huidmadenziekte, veroorzaakt door vliegjes die eitjes leggen in de keutels of vacht van het konijn.

Iedere zomer overlijden er weer honden omdat hun baasjes ze achterlaten in snikhete auto's.

Banken trekken zich dierenwelzijn te weinig aan

Banken trekken zich in hun financieringsbeleid nog steeds weinig aan van dierenwelzijn. Dat blijkt uit een update van de Eerlijke Bankwijzer, een initiatief van onder meer Oxfam, Dierenbescherming, Milieudefensie en FNV Mondiaal. Van de tien onderzochte financiële instellingen scoren ABN Amro, Aegon, Delta Lloyd, ING en Rabobank een ruime onvoldoende.

01 juli 2015

Voedsel niet in vrijhandel betrekken

Sjoukje, Lida en Laura zijn vrouwen van boeren. Samen maken zij een blog op "vrouwvanboer.nl".

De vrouwen zijn bang dat het vrije handelsverdrag TTIP desastreus zal uitvallen voor de positie van hun bedrijf.
Een citaat.
De Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) zijn tegen TTIP, omdat het opheffen van de Europese bescherming naar verwachting zal leiden tot structureel onstabiele en te lage prijzen aan de boer. Deze vakbonden zetten zich binnen en buiten Platform Aarde Boer Consument al jaren in voor meer Europese marktregulering om te komen tot kostendekkende prijzen aan de boer, voor een product dat aan alle maatschappelijke eisen voldoet. TTIP zal dit definitief onmogelijk maken, verwachten zij. De melkveehouders die samenwerken binnen the Dutch Dairymen Board (DBB) delen dit standpunt. Voorzitter Sieta van Keimpema van de DDB wees ook op de grote nadelen van het CETA-verdrag tussen de EU en Canada. Hierdoor zal er namelijk veel meer Canadees rundvlees worden toegelaten, wat zogenaamd ‘hormoonvrij’ is, maar de controle hierop is minimaal. Bestuurslid Keimpe van der Heide van de NAV wil zelfs een stap verder gaan: voedsel zou volgens hem buiten alle vrijhandelsverdragen gehouden moeten worden. Voorzitter Ingrid Jansen van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) vreest dat het , bestaansrecht van Nederlandse familiebedrijven in het gedrang komt door oneerlijke concurrentie. De prijzen die varkenshouders krijgen, zullen volgens haar nog lager worden door het hogere aanbod van Amerikaans vlees. Daarbij is dit vlees geproduceerd tegen een lagere kostprijs, vanwege de lagere eisen waaraan de Amerikaanse boer hoeft te voldoen. Haar conclusie luidde dan ook ‘TTIP is desastreus voor de Nederlandse varkenshouderij’. Ook de landelijke vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP is tegen TTIP. Voorzitter Eric Hubers zegt dat TTIP het gelijke speelveld ondermijnt, doordat het Amerikaanse producten op de Europese markt gaat toelaten die met lagere voedselveiligheids-, milieu- en dierenwelzijnsstandaarden zijn geproduceerd. Deze producten mogen door wederzijdse erkenning van standaarden op de Europese markt worden toegelaten. Dit ondanks de belofte van minister Ploumen dat deze Europese standaarden niet verlaagd zullen worden. Iets vergelijkbaars gebeurt met de toelating van legbatterij-eieren uit de Oekraïne terwijl Europese pluimveehouders met een legbatterijverbod zijn geconfronteerd. Voorzitter Hennie de Haan van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders sluit zich hierbij aan. ‘Wat in Nederland mag worden geconsumeerd, moet ook in Nederland mogen worden geproduceerd. Het kan niet zo zijn dat in Nederland een verbod op bepaalde huisvestingssystemen geldt, maar dat producten afkomstig uit dergelijke huisvestingssystemen wel mogen worden geïmporteerd. Dat is de wereld op zijn kop’.

Tot zover "vrouwvanboer.nl".

Waar ik het met het grond van hart mee eens ben is dat voedsel buiten vrijhandelsverdragen zou moeten blijven. Het gevolg is namelijk dat die export van landen die de minste welzijnseisen voor dieren stellen uit de hand gaat lopen. We kunnen dan tegen veel te lage prijzen voedsel kopen die niet verantwoord geproduceerd is.
Verder zou ook ons land haar export van vlees en zuivel moeten afbouwen en alleen moeten produceren voor eigen bevolking zodat boeren in het buitenland niet door onze export gedwongen mee te gaan in lage welzijnseisen voor hun dieren om te kunnen blijven concurreren. We kunnen dan duurzame eisen stellen aan landbouw en veeteelt die rekening houdt met dierenwelzijn, ecologie en milieu en menselijke gezondheid.

30 juni 2015

Is onverantwoord voedsel een recht?

Heeft een consument het recht om onverantwoord geproduceerd voedsel te kunnen kopen?

In de Volkskrant van 30 juni wordt de vraag opgeroepen “Wie is bereid het Varken van Morgen te betalen?”
Een paar citaten:

Een paar jaar geleden maakten het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL, de supermarkten), landbouworganisatie LTO en de vleessector vergelijkbare afspraken in het pluimvee, de dier- en milieuvriendelijke 'Kip van Morgen'. Maar de Autoriteit Consument en Markt (ACM) verbood begin 2015 die afspraken wegens kartelvorming: als alleen maar deze kip in de schappen ligt, wordt de consument die niet extra wil betalen voor diervriendelijker vlees in zijn keus beperkt.
,,,
Varkens die bestemd zijn voor de Nederlandse supermarktschappen zouden aan de minimale normen van één Beter Leven-ster van de Dierenbescherming moeten voldoen: onder meer 0,2 m2 extra ruimte, stro voor de zeugen, speelmateriaal en geen castratie. Vanaf 2020 moet het vlees ook aan aanvullende milieueisen voldoen. De ACM wil zich nog niet uitspreken over dit plan. Maar nu opnieuw een beschuldiging van kartelvorming dreigt, voelt het CBL zich als vertegenwoordiger van de supermarkten gedwongen afstand te nemen van de gemaakte afspraken.
Boeren en supermarkten geven nu de ACM de schuld van het niet doorgaan van het duurzamer varken: ze zou alleen economische belangen wegen. Om de spiraal van steeds goedkoper varkensvlees en slechte leefomstandigheden te doorbreken, moeten afspraken worden gemaakt over duurzaamheid. Dat kost geld, en iemand moet dat betalen.
Tot zover de Volkskrant.

Wanneer dit verbod met als argument kartelvorming tegen te gaan wordt gehandhaafd is dit een legitimatie van het recht om onverantwoord voedsel te produceren , te (ver)kopen en te consumeren.
De reden: het meeste vlees en zuivel in ons land wordt geëxporteerd. Om dit mogelijk te maken moet de kostprijs zo laag mogelijk zijn. Het gevolg is dierenleed, omdat de dieren geen leven kunnen leiden volgens hun eigen aard.
De Nederlandse consument die nauwelijks luistert naar zijn geweten profiteert mee via een lage prijs in de supermarkt.

26 juni 2015

De verkeerden nemen de stikstof ruimte in

Beginnend Provinciaal Statenlid Rinie van der Zanden beschrijft duidelijk wat de bezwaren zijn van de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof). Zij diende deze motie in:

Per 1 juli treedt de PAS in werking. Dit is een systeem waarmee nog niet verdiende emissierechten alvast onder veehouders zal worden verdeeld. Nog niet verdiend, want er is afgesproken dat de veehouderij pas in 2030 haar uitstootvermindering moet hebben gerealiseerd. Een deel van die nog niet gerealiseerde uitstootvermindering mag nu alvast worden gebruikt voor uitbreidingen.

Het zal u niet verbazen dat mijn fractie tegen elke uitbreiding van de gangbare veehouderij is. De milieuschade die door deze sector nu al wordt toegebracht is aanzienlijk en neemt met de maatregelen in de PAS alleen maar toe.

Op 16 maart van dit jaar maakte het RIVM bekend dat in de periode 1990 tot en met 2013 in Nederland per jaar ongeveer 15 kiloton meer ammoniak is uitgestoten dan aanvankelijk was berekend. 15 Kiloton per jaar. Sinds 2010 geldt er in de EU een maximum voor de uitstoot per land per jaar. En volgens het RIVM gaan wij daar dus al jarenlang overheen.

Wij vinden het onbegrijpelijk dat ondanks deze gegevens de PAS gewoon doorgaat. Via de PAS moet een in principe beperkte ontwikkelingsruimte onder veehouders worden verdeeld. Wij willen er bij het nieuwe college, dat een natuurinclusieve landbouw nastreeft, op aandringen de verdeelsleutel van het oude college niet onverkort over te nemen.

En die verdeelsleutel komt er op neer: wie het eerst komt wie het eerst maalt.

Met deze verdeelsleutel wordt geen recht gedaan aan de dynamiek en de verscheidenheid van de Friese veehouderij. Deze is grofweg verdeeld in intensief gangbaar, extensief gangbaar en biologisch. Deze drie segmenten hebben elk een eigen ontwikkelingstempo. Door de systematiek “wie het eerst komt” kan de hele PAS-ruimte in korte tijd worden leeggehaald. En dat blokkeert ontwikkelingsmogelijkheden van natuurinclusieve segmenten, zoals extensief gangbaar en biologisch.

23 juni 2015

Verliesgevende agrosector creëert zelf het ganzenprobleem

Citaat uit een artikel van Rinie van de Zanden, Partij voor de Dieren in de Provinciale Staten van Fryslân - geplaatst in het Friesch Dagblad van 15 juni 2015.

De populatie ganzen is uit de hand gelopen en het prikken van eieren, verjagen en doodschieten heeft niet geholpen. Daarom wordt het nu met gas geprobeerd. Aan de echte oorzaak wordt niets gedaan. Merkwaardig. In de Ganzennota van de Provincie staat toch echt dat de voedselrijke raaigras-weilanden voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de toename van ganzen en dat een deel van de schade als ondernemersrisico moet worden gezien. In diezelfde nota staat ook dat er andere methoden zijn dan doodschieten en vergassen om de grote aantallen ganzen weg te krijgen. Maar er staat ook dat daar geen draagvlak voor is. In gewoon Nederlands: dat willen de boeren niet. Iedereen heeft via internet kunnen zien hoe wreed de weg naar de dood was voor zo'n duizend ganzen en hun jongen. Opgedreven naar de gaskamer terwijl ze in paniek elkaar en hun jongen vertrapten. Vergassen is de meest diervriendelijk manier om ganzen te doden, vindt Gedeputeerde Staten. Iedereen heeft kunnen zien dat dat niet klopt.

Henk de Vries van It Fryske Gea noemt de ganzenoverlast een maatschappelijk probleem. Merkwaardig, want de sector zelf en niet de maatschappij heeft het ganzenprobleem veroorzaakt. Als het probleem al maatschappelijke proporties heeft, dan zit dat niet bij de ganzen, maar bij de industrieel geworden melkveehouderij. Deze bedrijfstak kost de burger jaarlijks honderden miljoenen euro's aan subsidies voor een product waarvan ongeveer de helft met verlies wordt verkocht. Dat weten de meeste mensen niet, maar binnen de melkveehouderij is dat bekend. Dat zit zo: ongeveer de helft van alle melk gaat naar de kaas. Uit de financiële jaarverslagen van Friesland Campina blijkt dat de kaasdivisie al sinds de oprichting jaar in jaar uit verlies lijdt. En dus wordt de helft van de melk die aan FC wordt geleverd met verlies verkocht.

Dat is eigenlijk bizar omdat er hoge maatschappelijke kosten aan deze melkproductie verbonden zijn. Er is grote schade aan natuur en milieu. Er verdwijnen weidevogels, er zijn hoge kosten voor ganzenschade, voor weidevogelbeheer en om vermesting en verzuring tegen te gaan. Gemiddeld krijgt een melkveehouderij per jaar 20.000 euro, met uitschieters naar boven van meer dan 100.000 euro. De burger betaalt al deze kosten. En dan is er nog het dierenleed. Niet alleen van de koe die gemiddeld nog maar ruim drie jaar melk geeft en dan naar de slacht gaat, maar ook van duizenden ganzen.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.