01 november 2005

Het aantal weidevogels loopt (onnodig) snel terug

Volgens cijfers van het CBS is het aantal kieviten, grutto's, veldleeuweriken en tureluurs met name in Noord- en Zuidholland gehalveerd.
De landbouw is de hoofdoorzaak van de teruggang.
De teruggang heeft er ook mee te maken dat de koeien nu vaker worden binnengehouden. De boer moet zelf het gras maaien om naar de stal te brengen. Bij het maaien wordt geen rekening gehouden met het leven dat in het gras schuil gaat.
Het belang van weidegang gezien vanuit verschillende invalshoeken (maatschappij, dier, milieu en economie) is samengevat in een tabel van de WUR. Het is goed zich hierbij te realiseren dat de bedrijfsvoering een belangrijke factor is. De individuele veehouder kan via zijn bedrijfsvoering effect uitoefenen op de meeste punten en zo negatieve effecten van een bepaald graslandgebruiksysteem verminderen of wegnemen.
Uit de tabel (zie lager) blijkt dat beperkte beweiding over het geheel gezien goed scoort.
Veel boeren houden hun vee binnen vanwege de mestwetgeving (Minas). Een overvloed aan mest heeft alles te maken met een (te) grote veestapel. En de veestapel is gericht op export.
Wanneer Nederland besluit om het aantal koeien terug te brengen ipv de weidevogels en de resterende, biologisch gehouden koeien onbeperkt worden geweid, is er ook geen noodzaak om het gras te maaien. Daarmee stijgen de overlevingskansen van de weidevogels.



O B Z SF
Imago ++ + - -
Natuurlijk gedrag ++ ++ + +
Diergezondheid ++ + +/- +/-
Grasopbrengst en -benutting - + ++ +
Nitraatuitspoeling,
lachgasemissie, Minas-N
- + ++ ++
Ammoniakvervluchtiging,
energieverbruik, methaanemissie
+ - - - - -
Minas-P - +/- + +
Arbeid ++ + - +
Economie + + +/- -

O = onbeperkt weiden, B = beperkt weiden, in het algemeen alleen
gedurende de dag, Z = zomerstalvoedering met vers gras op stal, SF =
summerfeeding met kuilgras op stal).

Meer over "onbeperkt weiden", klik hier.