25 november 2005

Wild: belaagd, bejaagd en verjaagd


In HP/de Tijd van week 46 schrijft Rypke Zeilmaker over de terugkeer van eerder uitgestorven wild in de inmiddels iets minder vrije natuur in Nederland. Zo is de oehoe in opmars en mogelijk keert de wolf (of toch een poema) binnenkort terug in ons cultuurlandschap. Dat roept de vraag op hoe we moeten omgaan met de schade die dit wild gaat aanrichten onder de vaderlandse hobbydieren in de achtertuinen en in de weide.

Zeilmaker schrijft hierover:

Een wolf die na voorzorgsmaatregelen nog hardnekkig schade geeft kun je laten schieten door een van geld uitpuilende Amerikaan of Italiaan, naar voorbeeld van onze nieuwe EU-kandidaten. De opbrengst van dit jagersgenot kan weer vloeien naar kwetsbare lokale natuur die wel echt bescherming nodig heeft, maar waar nu geen geld voor is.

Maar zover is men in het progressieve Westen nog niet. Want mogen boeren al niet zeuren, in ecologenogen hebben jagers al helemaal geen recht van spreken. Zij zouden enkel uit onderbuikgevoel en onkunde handelen.

Ondertussen zijn er weinig natuurbeschermers die ooit fatsoenlijk kunnen uitleggen waarom een jager geen wild mag oogsten en een roofdier wel. De anti-jachtlobby vindt blijkbaar dat ons complete kerstdiner voortaan uit de bio-industrie moet komen en niet uit het eigen Europese bos.

Tot zover Zeilmaker.

In een eerdere weblogbijdrage is er al eens voor gepleit dat jagers hun geweer verruilen voor een digitale camera. Ook fotografen zouden bereid moeten zijn om mee te betalen voor het instandhouden van de wildstand.

Een antwoord op het verzoek om een fatsoenlijke uitleg over het bezwaar van jagen zou kunnen zijn dat veel natuurliefhebbers jagers waarschijnlijk geen strobreed in de weg zouden willen leggen als zij hun wild ook met blote handen zouden gaan vangen.

Naast de stuitende lafheid van het schieten met geweren door jagers is het probleem dat een dier schuw wordt door de jacht. Een biotoop waarin de predatoren zonder zelf bejaagd te worden een ecologisch evenwicht in stand houden, levert meer kijkplezier voor de mens op. Gewoon omdat het roofdier niet meer bang hoeft te zijn voor de mens.
Er is geen fatsoenlijk mens die op zijn vrije dag de vrije natuur intrekt om naar schietende jagers te gaan kijken.