28 december 2005

Gesol met vlees-grondstoffen over de wereld

Twee citaten uit persberichten deze week maken duidelijk dat er in Nederland tegenstrijdige belangen zijn in de vleeswarensectoren. Een deel wil goedkoop vlees kunnen importeren om daarvan producten te maken voor een hogere prijs. Een ander deel van de vleessector maakt zich zorgen over de afzetmogelijkheden van de eigen overproductie van vlees uit Nederland.
In de argumentatie wordt brutaalweg alleen het eigen belang gepromoot en wordt domweg het belang van anderen genegeerd.

In Zibb:

Een vrije toegang van grondstoffen tegen concurrerende prijzen is voor de Nederlandse vleeswarenindustrie van essentieel belang om te kunnen overleven in de toekomst. Als Europa zijn markt na de WTO-onderhandelingen blijft beschermen voor die grondstoffen, zal de vleeswarenindustrie verdwijnen naar landen buiten Europa. Dat vreest Wim van Pelt, voorzitter van de Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie (VNV).

Over de vrije toegang van landbouwproducten uit derde landen op de Europese markt zijn vorige week tijdens de WTO-onderhandelingen geen afspraken gemaakt. Namens de Nederlandse vleeswarenproducenten pleit Van Pelt voor flinke importmogelijkheden voor goedkoop vlees uit derde landen. ”We hebben in Europa al enige tijd een structureel tekort aan de juiste kwaliteit rundvlees, dat we tegen een redelijke prijs kunnen kopen".

De PVE daarentegen op 20 december in de Boerderij over minister Brinkhorst:
“De man die als landbouwminister de eigen agrarische productie door veel nieuwe regels duurder maakte, is te makkelijk bereid nu de deuren van de EU "wagenwijd open" te zetten voor producten die tegen lagere normen zijn geproduceerd”.

Voor de goede verstaander: vanuit landen binnen bijvoorbeeld Afrika wordt vlees geĆ«xporteerd naar Nederland om hier tot gehakt (“juiste kwaliteit”) te worden verwerkt. Dat noemt de VNV goedkopere “grondstof” dan van dat gemaakt van vlees uit Nederland. De PVE stelt dat dit vlees goedkoper is omdat in Afrika minder regels gelden voor de productie.
Het is natuurlijk beter voor de locale economie, dier en globaal milieu als vlees uit Afrika in Afrika verwerkt wordt en aldaar op de markt wordt gebracht. Voor een kleine groep handelaren uit zowel Afrika als Nederland ligt dit anders: zij kunnen meer verdienen door de vrije handel.
Het is ook beter wanneer in Nederland minder vlees geproduceerd wordt op een meer verantwoorde manier, maar dat vraagt wel bescherming tegen oneerlijke concurrentie van bio-industrie uit het buitenland.