27 januari 2006

Veerman zet de wereld op zijn kop

Mooi landschap?
In het Agrarisch Dagblad van 19 januari valt te lezen:

Veerman: bezwaarmakers moeten realiseren wat ze aanrichten



Minister Veerman van LNV stelt dat mensen die bezwaar aantekenen tegen plannen van (agrarische) ondernemers zich goed moeten realiseren wat ze daarmee aanrichten. De ondernemers worden beperkt in hun doen en laten en hebben daardoor geen kans om nieuwe werkgelegenheid te creëren. Veerman zei dit op een bijeenkomst in Marum, waar hij zijn toekomstvisie voor de landbouw toelichtte.

Veerman vindt ook dat er bij de lagere overheden een cultuurverandering nodig is. De overheden moeten ondernemers niet aan het lijntje houden, maar in plaats daarvan duidelijkheid verschaffen over hun mogelijkheden als zij plannen voorleggen. En zo nodig moeten de overheden de ondernemers terzijde staan, aldus de landbouwminister.

Ook moet de samenleving duidelijk worden gemaakt dat de gratis producten die de landbouw voortbrengt, waaronder een mooi landschap, een vitaal platteland en ruimte om te recreëren, verdwijnen als het slechter zal gaan met de landbouw. De burger realiseert zich dat nu nog onvoldoende, stelt de minister.

Op de bijeenkomst gaf Veerman tevens aan dat aan de grenzen van de Natuurbeschermings- en de Flora- en faunawet niet getornd kan worden.
Tot zover het AD.

Met dit pleidooi dat regelrecht afkomstig lijkt te zijn uit Kafka, zet de minister de wereld op de kop. Ieder mens die over het platteland fietst kan constateren dat de agrarische wereld de laatste 30 jaren aanzienlijk verschraald en lelijker is geworden door de bouw van stallen voor de intensieve veehouderij.
Moet de tekst soms zo worden gelezen dat de minister de lagere overheid oproept om de wet te omzeilen en vergunningaanvragers op een oneigenlijke manier te ondersteunen bij hun aanvraag? En mogen bezwaarmakers op alle mogelijke manieren worden tegengewerkt?
Ook de constatering dat niet getornd kan worden aan de grenzen van o.m. de faunawet lijkt te suggereren hij dat hij verbeteringen ten gunste van dierenwelzijn en natuur wil tegenhouden.
Is dit de nieuwe manier van communiceren die zou moeten sporen met de oproep van Balkenende om normen en waarden te respecteren?
Of is dit een wanhopige poging van de agrarische sector om een ramkoers in te zetten om de eigen, financiële hachje te redden door verder te gaan op de doodlopende weg van schaalvergroting en intensivering van de landbouw?