23 februari 2006

De veehouderij is een doodlopende weg ingeslagen


De samenleving staat op een kruispunt. De intensieve veehouderij is ons al voorgegaan en is al rechts afgeslagen. Zij hebben de doodlopende weg via schaalvergroting en "potdichte" stallen naar faillissement genomen. Voor iedereen die meekijkt lijkt het of er in de verte een pot met goud staat, maar het zijn de bedrieglijk fonkelende brokstukken van uiteenspattende boerendromen.
De samenleving kan nog kiezen. (De) Veerman houdt de burger een worst voor in de richting van de Styx, een stroom die leidt naar de onderwereld, maar een weg is die geplaveid lijkt te zijn met gouden voornemens. Hij vertelt de twijfelende luisteraar die "de Charybdis (verlies van vrijheid) wil vermijden en niet door de Skylla (verlies van veiligheid) wil worden gegrepen" dat er werkgelegenheid en welvaart op het spel staat en dat de kiezer dit kan veiligstellen door vast te klampen aan zijn beleidsvoorstel.
Wat (de) Veerman er niet bij vertelt is dat het gaat om zijn eigen werkgelegenheid en van de wereldse zijnen en niet om die van de zwakken en kwetsbaren. Het gaat hem niet om over te zetten, maar om af te zetten.
Hoe ver het faillissement op het pad van de intensieve veehouder ligt, hangt er vanaf of de samenleving akkoord gaat met het volledig virusdicht opsluiten van het vee. Op deze wijze denkt men het einde nog wat te kunnen uitstellen. Er is dan weinig gevaar meer te duchten van insleep van griep door bezoekers en overvliegende trekvogels. Een bijkomend voordeel is dat niemand meer zicht heeft op de werkelijkheid van het saaie leven van het dier in de stallen. De hobbyhouder mag zijn sierpluimvee inenten en tentoonstellen aan eenieder die zijn mooie dieren wil zien. “Boer, wat heb je mooie kippen!” Iedereen met schellen op zijn ogen kan net doen of alles weer koek en ei is en dat alle zichtbare dieren een paradijselijk leven hebben.
Voor wie in dit jachtige leven wel even de tijd neemt om zich voor te stellen wat de werkelijkheid is van de intensieve veehouderij en die zich realiseert waar het in het echte leven omgaat: vrijheid en liefde, weet dat het anders moet. Hij weet ook dat respect voor dieren een spanningsveld is tussen afstand houden en betrokken zijn, tussen diezelfde vrijheid en liefde. Deze concepten kunnen alleen gedijen in een samenleving waarin de leden zichzelf kennen en kunnen beheersen en daarmee wat levensruimte voor anderen overlaten. Alleen wanneer het individu uit eigen beweging de duurzamere afslag neemt en niet meer lonkt naar verleidelijk ogende Sireense worstjes dan is hij of zij op de goede weg.