01 maart 2006

Met pluimvee geen droog brood te verdienen


In de intensieve pluimveesector moet gewoekerd worden met de ruimte. Zoals een fruitteler twee keer langs zijn bomen loopt om te plukken en de appels die blijven hangen de gelegenheid te geven om te groeien, zo kent de pluimveesector het systeem van uitladen. Een aantal dagen voordat de eerste lichting pluimvee normaalgesproken naar de slacht gaat en de stalvloer bedekt is met lijdzaam wachtende kuikens, wordt een deel naar de slacht gebracht zodat de rest nog wat ruimte krijgt om te groeien. Dit systeem heet uitladen. Het woord lijkt een samenvoeging met uitbuiten en inladen.

In een rapport van een jaar geleden gemaakt door het LEI over de economische gevolgen van de verlaging van de bezettingsgraad in de intensieve veehouderij valt het volgende te lezen.
De opbrengstprijzen zijn al enige jaren relatief laag. Bij hogere opbrengstprijzen zal het inkomen van de vleeskuikenhouder weliswaar hoger worden, maar het economisch nadeel van een lagere bezetting zal verder toenemen;
- bij het bedrijfssysteem niet uitladen is het arbeidsinkomen lager dan bij het bedrijfssysteem uitladen. De reden dat bedrijven toch dit systeem toepassen ligt op het terrein van staluitrusting, management niveau, maar vooral door wensen van de afnemende slachterij. Bij verlaging van de bezettingsdichtheid kan verwacht worden dat meer bedrijven zullen overschakelen naar het systeem met uitladen. De aansluiting bij de wensen vanuit de markt kan hierdoor verstoord worden. Daarbij komt dat veterinairen aangeven dat het systeem van uitladen duidelijke nadelen heeft op het terrein van hygiëne en diergezondheid;
- een andere mogelijkheid voor vleeskuikenhouders om de vermindering in het inkomen bij verlaging van de beginbezetting op te vangen kan zijn om de stalcapaciteit te vergroten. Verlenging van stallen zal daarbij geen optie zijn omdat de bouwkosten van de extra vierkante meters relatief duur zijn en het technisch vaak onmogelijk is de bijbehorende inrichting te verlengen. De grotere bedrijven kunnen eventueel een extra stal bijbouwen. In de huidige Nederlandse situatie heeft de veehouder te maken met stringente regelgeving op het terrein van milieu en ruimtelijke ordening (Den Hartog, 2003). Waarschijnlijk zullen slechts enkele bedrijven een vergunning zullen krijgen voor een dergelijke uitbreiding;
- de inkomens in pluimveevleessector in Nederland waren de laatste drie jaar negatief. Dit wordt vooral veroorzaakt door de grote concurrentie op de markt met pluimveevlees uit derde landen, zoals Brazilië en Thailand. Een eventuele EU-norm voor de bezettingsdichtheid zal de concurrentiepositie verder verslechteren. Bij negatieve inkomen gedurende meerdere jaren zullen bedrijven en slachterijen hun activiteiten staken wat ten koste zal gaan van de werkgelegenheid.
Tot zover het LEI.

Een relatief goedkope uitbreidingsmogelijkheid voor staluitbreiding is een luik te maken naar buiten, een deel van de buitenruimte te overkappen en aldus de leefruimte kwantitatief en kwalitatief te vergroten. Maar dat heeft weer het nadeel dat de kans op vogelgriep toeneemt en daarmee is de vicieuze cirkel weer gesloten.
Er is maar één uitweg: stoppen en iets totaal anders doen. Daarmee doet de pluimveehouder zichzelf, het dier en de samenleving een plezier.