08 maart 2006

Intensieve veehouderij masseert het publiek voor acceptatie bio-industrie

Het optreden van de vogelgriep en de varkenspest wordt door de intensieve veehouderij aangegrepen om het volledig afsluiten van de dieren in de veehouderij bij het publiek geaccepteerd te krijgen. Had de Europese politiek in het verleden akkoord gegeven voor het afbouwen van de kooisystemen, nu roepen de (Duitse) pluimveehouders weer om afstel van het kooiverbod. Graaft het daarmee haar eigen graf of weet het hiermee haar ellendige bestaan nog wat te rekken?
Terwijl de marges steeds kleiner worden en de bedrijven steeds grootschaliger, wordt het belang van de sector om dierziektes buiten te houden ook steeds groter. Er is immers afgesproken dat de sector zelf moet opdraaien voor de kosten van de bestrijding van en de schade van massale dierziektes.

Voor de organisaties die zich inzetten voor dierenwelzijn zijn deze ontwikkelingen een beetje dubbel. De aantasting van dierenwelzijn bij veehouders die hun dieren buiten laten lopen is geringer, dan bij dieren die hun hele korte leven binnen blijven. Wanneer een vogelgriep, MKZ of varkenspest uitbreekt dan zijn de hobbydieren het haasje, maar de steun voor hobbydierenhouders is niet sterk. De meeste dierenbelangenorganisaties vinden dat je eigenlijk geen dieren in kooien moet houden.
Ook voor de jagers is situatie een beetje dubbel. Het liefst knallen zij er op los om schadelijk wild in omvang te beperken, anderzijds is er minder schade door roofdieren wanneer er geen hobbypluimvee meer gehouden wordt. Vossen vangen dan geen loslopende kippen meer.
Inmiddels heeft de sector goed door dat het grote publiek vrij laks is in het nemen van haar verantwoordelijkheid ten opzichte van haar consumptiepatroon voor de dieren in de veehouderij, het milieu en de vrije natuur. De bio-industrie wordt daarom steeds minder schuchter om de zaak volkomen om te draaien en zaken als “gezond” te labelen die een tiental jaren onomstreden als “ziek” zouden worden gezien. Ongeboren biggetjes worden met de keizersnede gehaald en virusvrij opgekweekt. Zalmen vegetarisch houden in kweekbakken wordt “duurzaam” genoemd. Dieren schieten voor de lol wordt “natuurbeheer” genoemd. De zee leegvissen heet “oogst van de zee”.

Het publiek zal door de ontwikkelingen steeds minder dieren (in de wei) op het platteland aantreffen en de band met de veehouderij zal verminderen. Het is voor een deel aan de media om het koopgedrag van het publiek te beïnvloeden. Zal de consument zich afwenden van de producten van de intensieve veehouderij vanwege de onnatuurlijkheid van de leefomstandigheden? Zal het grote publiek het discutabele financiële en gezondheidsvoordeel van de consumptie van industrieel geproduceerd vlees en zuivel gaan beseffen? Krijgen we met de ruk naar politiek links ook een revival van een natuurlijke levensstijl?