27 juli 2006

Nederland is aanjager van problemen bij internationale veetransporten

Door vee te produceren op grote schaal kan Nederland exporteren omdat de kostprijs laag is. Ook levend vee wordt geƫxporteerd tot ver in Europa. Dit vee moet worden vervoerd. Buitenlandse transporteurs zijn goedkoper dan Nederlandse. Handelaars en transporteurs werken om het geld, niet uit dierenliefde. Veel binnen- en buitenlandse chauffeurs hebben weinig op met het welzijn van hun vracht. Dieren te drinken en rust geven kost tijd. Chauffeurs staan onder tijdsdruk. Tijd is geld.
Om problemen met dierenwelzijn te voorkomen is het ’t beste om dieren op zo’n kort mogelijk afstand te transporteren. Dit belang staat recht tegenover de schaalvergroting waar de meeste Nederlandse veehouders op inzetten. Zij willen megastallen bouwen, waarbij geen koe meer buiten komt in de wei, het voer van buiten de EU wordt geĆÆmporteerd en de producten levend of geslacht naar verre landen worden vervoerd.
Dit beleid is niet in belang van de consument, dier en het milieu. Goedkoop is duurkoop.
Het is aan de Europese politici om de veehouders in alle landen in Europa te beteugelen in hun “grensverleggende ambities”. Goedwillende boeren, die op ecologisch verantwoorde manier willen produceren, dat wil zeggen hun voer en afzet binnen een kleine kring betrekken in overeenstemming met milieu en welzijn, zouden beschermd moeten worden tegen onverantwoord geproduceerde import. Dierlijke producten zouden uitgezonderd moeten in de globale vrijhandelsovereenkomsten.

Voor een impressie van misstanden tijdens internationale diertransporten, klik hier. rel="noopener noreferrer" target="_blank"