28 augustus 2006

De vergelijking tussen concentratiekampen en de bio-industrie

Kun je de vergelijking wel maken?

Wie kent niet de beelden van Auschwitsch-Birkenau waar in 1944 een terrein van 175 hectare vol stond met houten barakken die spreken lijken op een varkens-, koeien of kippenstal?
Veel mensen maken die vergelijking tussen “moderne” stallen en concentratiekampen, maar het is niet kies om het leed van de joden te gebruiken om compassie voor het dierenleed in de bio-industrie daarmee op te wekken. "De vergelijking slaat dood".

Er zijn een paar essentiƫle overeenkomsten en verschillen

Een treffende overeenkomst is de depersonalisatie van mens en dier in beide kampen. Joden werden en dieren worden als ding behandeld, onteerd en ontdaan van alle waarden.
Ook de stank van mensen en dieren opeengepakt zonder mogelijkheid om hygiƫnisch te leven is vergelijkbaar. Er werd en wordt zo min mogelijk moeite gedaan om mens en dier in leven te houden. Als de rek eruit is, volgt de slachting.
Vergassen van mensen die niet fit genoeg waren of geschikt genoeg werden geacht om te werken lijkt een beetje op het vergassen van dieren die een dierziekte hebben. Het kostte de Nazi’s te veel moeite om de mensen voor hun uitroeiing nog eens tot het bot via dwangarbeid uit te buiten.

Wat een belangrijk verschil is dat de redenen achter de ontering anders liggen. De nazi’s wilden de joden uitroeien. De intensieve veehouders willen tegen zo laag mogelijke kosten zoveel mogelijk eetbare dierlijke producten omzetten.
Joden werden uit alle windstreken aangevoerd, dieren worden naar allerlei landen uitgevoerd.
Het ging de Nazi’s om een raszuivere samenleving. Het gaat de bio-industrie om dieren te kweken en selecteren die met de minste kosten het meest betrouwbare voedsel opleveren.
Beide systemen ontbreekt het aan eerbied voor het recht op vrijheid en liefde voor anderen.
Eerbied of respect is het gezonde spanningsveld tussen vrijheid en liefde (betrokkenheid).