24 september 2006

Dieronvriendelijke observaties op een kinderboerderij

Vandaag inspecteerde ik een kinderboerderij. Gewoon als dierenbeschermer, om een beetje allround te blijven. Een interessante gewaarwording.

Ik zag weinig kinderen, hoewel prachtig weer. De meeste kleintjes speelden in de zandbak, zaten op de wip of op de schommel. Voor de dieren bestond weinig belangstelling.
Het personeel bestond gedeeltelijk uit geestelijk gehandicapten. Het verzorgen van dieren wordt hier kennelijk gelijkgesteld met bezigheidstherapie. Daartegen zou m.i.geen bezwaar hoeven te bestaan indien deze mensen ook in andere vormen van zorg ingezet zouden worden. Boerderijdieren zijn immers geen proefdieren.
Alle grazers hadden oormerken. Wat is daarvan in dit geval de zin?? Dit is geen slachtvee. Voor zover ik weet dragen dierentuindieren ook geen oormerken.
Er stond 1 stevige zwarte mini-koe eenzaam te wezen.
De ezel was niet thuis: enige weken “naar de hengst”. Zijn er dan nog niet genoeg ezels op de wereld?!
Alle pluimvee was opgehokt. In kleine hokken zaten grote aantallen Barnevelders en New Hampshires (kippen). Hetzelfde lot trof kalkoenen, ganzen, eenden, pauwen.
Het lot van de konijnen en cavia’s is m.i. een verschrikking: allemaal in piepkleine hokken.
Konijnen en cavia’s zijn er te koop, evenals rijstvogels en Japanse meeuwen. Is dit normaal?
Tenslotte sprak ik even met de beheerster over het ophokken. Tja, dat kon wel eens lang gaan duren, zei ze. Waarom worden de hokken dan niet groter gemaakt, vroeg ik. Tja, we willen ze eigenlijk inenten, maar………..dat is duur, en dan kunnen we er niet meer mee fokken. (??)

En daarom zitten de dieren dus voorlopig nog wel in omstandigheden die het beeld oproepen van de bio-industrie.

E.D.
Zie ook het Zwartboek kinderboerderijen