05 maart 2007

Is bijelkaar kruipen van kuikens een teken van welzijn?

Zibb meldt: 'Hoge dichtheid vleeskuikenstal geen probleem'

Een hoge bezettingsgraad in vleeskuikenstallen hoeft niet te leiden tot welzijnsproblemen voor de dieren. Het aantal pootklachten en het sterftepercentage nemen niet toe bij een hogere bezettingsgraad.
Dat blijkt uit onderzoek van Engelse onderzoekers van de Universiteit van Oxford.

De Engelse onderzoekers vergeleken het gedrag van de vleeskuikens in stallen waarin de bezettingsgraad varieerde van 30 tot 46 kilo per vierkante meter. Zij onderzochten met een computermodel hoe de dieren zich gingen gedragen als er meer dieren per vierkante meter in een virtuele stal kwamen.

Zij legden de computersimulaties naast videobeelden van echte vleeskuikens in honderd gangbare vleeskuikenstallen. Daaruit blijkt dat vleeskuikens een uitgesproken neiging hebben om bij elkaar te kruipen en dat de welzijnsproblemen niet toenemen met een hogere bezettingsgraad.

Het is volgens de Engelse onderzoekers dus maar de vraag of de vleeskuikens gebaat zijn bij meer ruimte. Zaken als temperatuur en de luchtkwaliteit in de stallen zijn volgens hen veel belangrijker voor het welzijn.

Tot zover Zibb.

Deze verslaggeving is nogal tendentieus. Het sterftepercentage en het aantal pootklachten neemt niet toe. Het aantal pootklachten was hoog en wordt blijkbaar met een hogere bezettingsgraad niet hoger. Conclusie is dan hoogstens dat de welzijnproblemen niet nog meer toenemen.
Verder de neiging van vleeskuikens om bij elkaar te kruipen is vooral een teken van weinig welzijn van kuikens. Kuikens die onder abnormale en ouderloze omstandigheden opgroeien krijgen geen stimulans om de (overigens saaie) omgeving te gaan onderzoeken.
Voor een groep dieren die toch al sterk in welzijn is aangetast is het dan ook niet vreemd dat temperatuur en luchtkwaliteit sterk van invloed is op hun (on)welzijn.