25 april 2007

God en de gevolgen van de politiek voor dieren

Tijdens de oprichting van de Partij voor de Dieren en de eerste deelname aan de Tweede Kamerverkiezingen in 2003 was er weinig media-aandacht van de kant van de pers. Was dat wel het geval geweest dan had zij vier jaar geleden al in de Tweede Kamer gezeten.
Op dit moment heeft de PvdD over aandacht weinig meer te klagen. Marianne Thieme en Niko Koffeman, oprichters van het eerste uur, zijn in week 17 overal (bijv. HP en VN) te horen en te lezen over hun religieuze opvattingen. Zij beloven hun persoonlijke opvattingen als Zevendedagadventisten van hun politieke opvattingen te scheiden en zo hoort het ook. Politici dienen beoordeeld te worden op hun (stem)gedrag en dat is vooralsnog voorbeeldig. Net zoals dat van de pers, overigens, een enkele columnist daargelaten.

Loopt de zaak van de dieren gevaar door de media-aandacht? Niet direct, want alle aandacht lijkt de PvdD in de peilingen geen schade te berokkenen. Toch zijn er mensen binnen en buiten de partij ongerust, al kan men "bij God" niet direct de vinger op de zere plek leggen.
De partijstructuur en de persoonlijke opvattingen van bestuurders zijn van belang op het moment dat de politieke koers wordt uitgezet en wanneer de politieke visie verwoord wordt. Dat lijkt ver weg, maar binnenkort speelt op initiatief van GroenLinks het opnemen van zorgplicht en dierenwelzijn in de Grondwet. Dan is het cruciaal voor de effectiviteit van het programma dat de juiste woorden worden gekozen. God verhoede dat we nog langer de heilloze weg bewandelen van de spurieuze koppeling van "intrinsieke waarde" aan dierenrechten en dierenwelzijn.
Orthodoxe volgers geloven niet in de gelijkwaardigheid van enerzijds gelovigen en anderzijds ongelovigen en dieren. Zij spreken in feodale tongen over o. a. rentmeesterschap. God heerst over de mens en die op zijn beurt heerst over het dier. De zeggenschap over het eigen leven wordt letterlijk en figuurlijk niet uit handen gegeven aan het dier (of zich)zelf. Iets daarvan weerspiegelt zich in de weerstand om politieke macht uit handen te geven of te delen.
Wanneer politieke voorgangers zich te veel of letterlijk baseren op de bijbel dan kan het belang van dieren niet gegarandeerd worden, namelijk dat een breed gedragen invulling wordt gegeven aan de emancipatie van het dier. Emancipatie houdt in dat je het verbindt met het recht op vrijheid van het dier om in omstandigheden te leven dat het zich natuurlijk kan gedragen. Geen enkel dier is er mee gebaat bij dat haar vertegenwoordigers in de rechtszaal of de politieke arena zelf belangen hebben die met het belang van het dier conflicteren. Integriteit heeft er te mee maken om als individu zo min mogelijk Heren tegelijk te dienen. Op politiek niveau betekent het dat alle leden en kiezers het gevoel hebben gehoord te worden. Loyaliteit, prima, maar niet aan een totalitair en narcistisch regime.
Wanneer een politieke partij onder druk staat en de kritiek krijgt dat het wordt gerund door te weinig (toegankelijke) personen, dan is de oplossing simpel: verbreed en verdiep de interne organisatiestructuur en betrek daarin mensen uit alle afdelingen. Bij de Partij voor de Dieren is het potentieel aan capabele meedenkers en bestuurders groot genoeg en op deze wijze kan het een brede dialoog aangaan met de eigen leden, de kiezers, vertegenwoordigers en de media.