27 mei 2007

Het heeft weinig zin om de PvdD aan te vallen

De recente publiciteit rondom het Zevendedagadventisme van Marianne Thieme en Niko Koffeman heeft de Partij voor de Dieren geen verlies aan steun opgeleverd. Mogelijk hebben er wat kiezers stuivertje gewisseld, het netto resultaat is nihil. De politiek gaat tegenwoordig over mannetjes en vrouwtjes maken en dat is het stadium dat we met de PvdD net achter de rug hebben. De volgende fase is het attaqueren van deze personen door de politieke tegenstanders. Met elke aanval lijken zij garen te spinnen. Ze hebben er tenslotte voor gestudeerd.
Hoe zit het ondertussen met de leden die afkomstig zijn van politiek links, midden en rechts. Hebben zij elkaar al gevonden in een soort nieuwe beweging? De tekenen zijn tegenstrijdig: er is op de congressen unanieme steun, maar er hebben zich de afgelopen vier jaar ook al vele afgekeerd die geen weerklank bij het oligarchische bestuur vonden.
Het heeft geen zin om te trekken aan een paard dat simuleert dood te liggen. Zolang de leiding van de Partij voor de Dieren ook geen hom of kuit geeft over de politieke koers zal er binnen de aanhang voorlopig een doodse stilte blijven. Het is de stilte van een groep mensen die hun adem inhoudt, maar hoe lang nog?
Er is in Nederland genoeg dierenleed voorhanden om een paar vertegenwoordigers van een partij, gericht op dieren, in het zadel te houden. De komende jaren kunnen Marianne en Esther voldoende moties indienen en vragen stellen aan de minister om na vier jaar de journalistiek en de kiezers een indrukwekkend lange lijst van misstanden te kunnen presenteren waarop zij zullen hebben gereageerd.
Het zal dan ook weinig uitmaken of de regering zich daadwerkelijk wat van de PvdD heeft aangetrokken en dat zij telkens nietszeggende antwoorden geeft. Dat is het zinloze spel dat politici voor de bühne spelen.
Tot die tijd zal er genoeg steun zijn vanuit het electoraat, mogelijk ook daarna.
Het is de vraag of en wanneer er vanuit het PvdD bestuur duidelijkheid zal komen over waar zij vindt dat het heen moet. Al te duidelijk de voorkeur uitspreken voor het vegetarisme zal de biologische vleeseter doen twijfelen. Al te duidelijk de dierenknuffelaars binnen de gelederen afvallen kost kiezers, waarbij het maar de vraag is of de aanwas groot genoeg zal zijn. Al te duidelijk een niet-seculiere koers varen zal leden van hun geloof doen vallen.
Ondertussen kunnen de columnisten en schrijvers komen en gaan in hun steun voor de partij of juist niet, het zal allemaal weinig uitmaken. Je kunt beweren dat mensen die zich inzetten voor dieren te weinig realistisch zijn en zich niet kunnen neerleggen bij de onvermijdelijke pijnlijkheden van het leven, het zal de leden niet raken, want zij hebben zich nog niet laten kennen.
Ook de sector van de intensieve veehouderij en de dierentuinen zijn met handen en voeten gebonden. Het liefst hebben zij mediastilte over hun sector, want business as usual is het meest lucratief en de dieren protesteren niet in het openbaar.
Moet er dan niets veranderen?
Natuurlijk wel, maar die verandering zullen de PvdD leden zelf moeten inzetten. Verandering van de mentaliteit van het gewetenloze economisch uitbuiten van dieren moet uit het individu zelf komen en kan niet van bovenaf worden opgelegd door de overheid. Die pogingen zouden alleen maar leiden tot vertraging en symbool politiek. Eventueel legt de sector er nog wat (overheids)geld tegenaan om de PR-machine zijn werk te laten doen.
Willen de PvdD leden effect hebben op anderen dan zullen ze zelf het goede voorbeeld moeten geven met een levensstijl en grondhouding die navolging oplevert. En dat vraagt een organisatiestructuur waarin een dialoog intern en extern mogelijk is met degenen over wiens dier- en woordgebruik je het niet eens bent. Pas dan is er een groeiend bewustzijn mogelijk van waar dieren recht op hebben en zullen er wezenlijke veranderingen in de omgang met dieren komen. Tot die tijd is er alleen sprake van een belofte. Niet deelnemen aan de dialoog uit angst de zaak voor de dieren te schaden of te vertragen is naïef en schaadt juist de vrije ontwikkeling van het bewust worden. Het leidt tot een groep makke schapen.