06 juli 2007

Export is dierenleed

Gesleep van dieren over de planeet schaadt dierenwelzijn en economische belangen. Het gebeurt niet vaak dat dierenbeschermers en dierengebruikers het met elkaar eens zijn, maar in het geval dat dierenliefde leidt tot import van dieren uit het buitenland dan geldt dit zeker.

Hobbydierenhouders willen zichzelf wel eens laten voorstaan op hun dierenliefde en de omstandigheden waaronder hun dieren leven zijn vaak onmiskenbaar beter dan die van hun veeltalliger lotgenoten in de intensieve veehouderij. Maar sommige hobbyisten willen graag exotische dieren houden, omdat zij die mooi vinden of om interessant te doen. En daar begint de ellende.

Het is wijd en zijd bekend dat dieren die in het wild worden gevangen hun leven niet zeker zijn. Ten eerste omdat het om jonge dieren gaat, waarbij ouderdieren worden gedood die hun jongen willen beschermen. Ten tweede omdat het om een illegale jacht gaat, waardoor de dieren onder omstandigheden worden vervoerd, die het daglicht niet kunnen verdragen.

Wanneer de douane op Schiphol het transport van deze dieren scherp zou controleren zou een beambte elke keer voor een dilemma staan: laat je het transport door naar een ander land, dan hoef je het dier niet in beslag te nemen. Neemt hij het dier in beslag dan is er te weinig ruimte voor verantwoorde opvang. Een zware boete zou overigens preventief kunnen werken.

Er is de neiging om de dieren te vernietigen met het oog op het voorkomen van dierziektes. Denk aan het voorbeeld van de versnipperde eekhoorntjes en de geplette schildpadden.

De dieren naar een opvang brengen zou een kostbare oplossing zijn en levert de talloze dieren (het gaat ook om miljoenen tropische vissen) door de problemen om deze diervriendelijk te huisvesten nauwelijks perspectief. Daarnaast zijn veel dieren door de slechte omstandigheden en de lange reistijd zodanig verzwakt dat een snelle en drastische euthanasie voor de hand ligt.

Voorkomen is ook hier beter dan genezen.

De oplossing ligt niet in het verscherpen van de controles maar in het onaantrekkelijk maken van het begin- en eindpunt van de pijplijn. Nu mogen dieren gehouden worden waarvan op papier kan worden “aangetoond” dat het in gevangenschap is geboren. Het gevolg is grootschalige fraude met papieren en zogenaamde kenmerken als “gesloten ringen”.

Een verbod op vangen en houden van vrijwel alle niet-landbouwdieren is eigenlijk het meest effectief voor het garanderen van dierenwelzijn. Een verbod dat samengaat met zware boetes voor het bezit, helpt ook het illegale vervoer te stoppen.

De bijbehorende grondhouding ten opzichte van dieren zou moeten zijn dat dieren het recht hebben op de vrijheid om te leven onder de omstandigheden waar zij van nature voorkomen.