10 september 2007

Pleidooi voor geven en nemen in de pluimveehouderij

Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) onderzocht op verzoek van het ministerie van Landbouw (LNV) de gevolgen van het verbod op de opvolger van de legbatterijen, de “verrijkte” kooi.

Het resulterende rapport is getiteld:
Verbod op verrijkte kooien voor leghennen in Nederland; Een verkenning van de gevolgen
Van Horne, P.L.M., G.M.L. Tacken, H.H. Ellen, Th.G.C.M. Fiks-van Niekerk, V.M. Immink en N. Bondt Den Haag, LEI, 2007 Rapport 2.07.10; ISBN/EAN: 978-90-8615-166-0

Uit dit rapport:
Vanaf 2012 wordt in de EU de traditionele kooihuisvesting voor leghennen verboden en vervangen door verrijkte kooien of alternatieve systemen, zoals scharrelhuisvesting. In deze studie zijn de gevolgen beschreven indien Nederland besluit om huisvesting in verrijkte kooien niet toe te staan. Een verbod heeft directe gevolgen voor het dierenwelzijn, de milieubelasting, de markt voor eieren en eiproducten in binnen- en buitenland en de concurrentiepositie en inkomenssituatie voor alle bedrijven binnen het legpluimveecomplex.

De economische gevolgen bij een verbod op verrijkte kooien in Nederland zijn drieledig.
Bij een verbod vanaf 2012 is er een directe vermogensschade bij de betreffende pluimveehouders door het onbruikbaar worden van verrijkte kooien, te verrijken kooien en opfokkooien.
De waarde van deze inventaris is, bij een verbod op het gebruik hiervan in 2012, bijna 12 miljoen euro. Wordt de einddatum van een verbod verder opgeschoven, dan wordt de vermogensschade naar evenredigheid lager. In 2020/2022 zal de eindwaarde van de inventaris, na een afschrijvingsperiode van 15 jaar, nihil zijn.
Bij een verbod op de verrijkte kooi zal een deel van de bedrijven die nu nog werken met kooihuisvesting stoppen met het bedrijf of de bedrijfsvoering verplaatsen naar het buitenland.
Een deel van de bedrijven zal in de bestaande stallen, een kleiner aantal scharrelhennen gaan houden. Geschat wordt dat de leghennenstapel in Nederland met 15% zal krimpen. Als gevolg hiervan zal het legpluimveecomplex een lagere toegevoegde waarde realiseren van 28 miljoen per jaar en 850 arbeidsjaren verliezen.

Tot zover het rapport.

De Nederlandse intensieve veehouderij mag graag op de sterke marktpositie wijzen van de varkens- en pluimveehouderij. Om deze positie te bereiken wordt in eigen land bezuinigd op dierenwelzijn en worden de negatieve gevolgen afgewenteld op de belastingbetaler. Niet de vervuiler betaalt, maar de burger. Het wordt tijd dat de burger zijn internationale verantwoordelijkheid neemt en bij zijn politieke partij aandringt op een bescheidener omvang van de veehouderij. Alleen met een balans in geven en nemen is een rechtvaardig mondiaal evenwicht te bereiken. Concreet: door niet meer dierlijke producten te produceren dan in de eigen omgeving wordt gebruikt, kan Nederland rekenen op een meer begripvolle medewerking aan verhoging van dierenwelzijn in het buitenland. Door het buitenland in elke sector te beconcurreren verliest Nederland goodwill.