18 oktober 2007

Bejaagde dieren gaan zich sneller voortplanten

Wanneer de discussie wordt gevoerd of dieren die overlast bezorgen wel of niet moeten worden bejaagd, wordt door tegenstanders van de jacht vaak het argument aangevoerd dat dat niet zou helpen omdat de overblijvende dieren zich vervolgens sneller gaan voortplanten.
Dat fenomeen is op zich wel juist, maar laat onverlet dat door het doodschieten althans voor een korte tijd het probleem is verkleind.
Die tijd is net zolang als het voortplanten duurt en kan bij dieren die 1 keer per jaar jongen dus een jaar duren. Voor dieren die vaker per jaren jongen (en dat doen vele soorten) is de populatie dus weer snel op het oude peil als er voldoende voedsel is. Als dieren niet bejaagd worden en het voedsel dreigt schaars te worden dan krijgen ze minder jongen. In een voldoende groot leefgebied leidt dit niet tot creperen, maar natuurlijk wel tot zwerfgedrag. Komen er in dat gebied dan veel verkeersbewegingen voor dan is de kans op verkeersongelukken groter.
Voor het overige worden door de jacht open vallende plaatsen vaak door dieren van buiten ingenomen. Er gaat dus een aanzuigende werking uit van jagen.
Al met al zorgt jagen dus voor onrust en voor tijdelijke doodse stilte.

Jagen is een tijdelijke oplossing en zo wil de jager het ook, want een jager wil ook in de toekomst blijven schieten. Een jager moet altijd een balans zoeken tussen schieten en laten voortplanten.
Sommige jagers laten het voortplanten over aan een fokker. Een bekend voorbeeld zijn de fazanten die in hokken opgroeien en een paar dagen voordat zij worden geschoten in het terrein worden losgelaten. Deze tamme fazanten zijn gemakkelijk te schieten en dat wil de jager ook zo, want een plezierjager heeft niet veel tijd. Het is per slot van rekening zijn hobby en dan wil je niet dagenlang in het veld zijn of in een jachthut zitten zonder iets te schieten. Daarom wordt er voor de loop bijgevoerd, zodat de jager niet achter het wild aan hoeft. Als bijkomend voordeel is het dier door de bijvoeding wat zwaarder, wat extra geld oplevert bij het verkopen van het geschoten wild aan de poelier.

Jagen is dus geen effectieve oplossing voor het intomen van overpopulaties en is ook met opzet niet als afdoende bedoeld.
Wie het echt goed voorheeft met de belangen van dieren, laat dieren leven in aaneengesloten gebieden waarin zij vrij kunnen bewegen en waarbij roof- en prooidieren onderling zelf kunnen uitmaken wie wie wanneer eet en wie nog wat langer mag genieten van zijn vrijheid.
Het wordt voor de dieren nog wat aantrekkelijker om zich niet buiten die gebieden te begeven als voor de natuurgebieden niet altijd de meest voedselarme gebieden worden aangewezen. Nu pakt de landbouw in ons land alle vruchtbare gebieden tot wel 65% van het totale landoppervlak, terwijl 30% normaal is over alle landen in de wereld om voedsel te produceren. Een beetje inschikken dus.
Niet die gebieden moeten worden omheind waarin wilde dieren leven, maar de gebieden waarin economische belangen op het spel staan. Dat is dubbel rechtvaardig want alzo wordt schade voorkomen en worden (analoog aan het principe "de vervuiler betaalt") de kosten gedragen door diegenen die de economische belangen hebben.