13 december 2007

Het uitmelken van koeien levert een verhit debat op

De film Meat the Truth is hard aangekomen bij de Nederlandse Melkveehouders
Vakbond (NMV) en zij probeert een tegenberekening te maken die de conclusie, dat de melkveehouderij een van de voornaamste veroorzakers is van het broeikaseffect, verzacht. De redenatie komt er op neer dat het gras en de koeien CO2 opnemen en dat een eventuele uitscheiding (maar niet de methaan en het lachgas) toch weer in het gras of andere gewassen komt, dat de koeien eten. Hoewel een beetje waar wordt deze korte cyclus ("eloquent" verwoord door Annie Schreijer-Pierik bij Pauw en Witteman) door wetenschappers als weinig relevant beschouwd. Daar komt bij dat de veehouderij zelf ook voor veel transportbeweging zorgt die weer niet zijn opgeteld bij haar bijdrage.
De NMV neemt in haar berekeningen de complexe en meerjarige stoffencyclus bij de productie en afbraak van methaan en lachgas niet mee, net zo min als de uitstoot van broeikasgassen door het gebruik van krachtvoer, kunstmest, machines en koeling, laat staan het vervoer van veevoer uit buitenland en van dierlijke producten naar het buitenland. Bovendien rekent de NMV de vastlegging van CO2 op gras- en maïsland mee.
Wanneer de CO2 binding door het gras wordt afgetrokken van de CO2 uitstoot in de melkveehouderij, resteert de veehouderij nog altijd een aandeel van 54% van alle broeikasgasemissies in de agrarische sector.
Door de bouw van mestvergisters meent de sector dat juist mest de basis kan zijn van energieopwekking, waarbij het broeikaseffect teniet kan worden gedaan en het mestoverschot verdwijnt. Echter, om het proces van vergisting op gang te brengen, moet energie in de vorm van graan of maïs worden toegevoegd. Dat is opwekken wat eerst via een omweg verspild is.
Je kunt wel proberen om zoveel mogelijk van de uitstoot van het vee op te vangen door luchtdichte stallen te bouwen en alle koeien het hele jaar door binnen te houden, maar daarmee heb je nog geen duurzame en diervriendelijke sector gecreëerd.
Een verkleining van de Nederlandse veestapel gecombineerd met een matiging van de vleesconsumptie zet veel meer zoden aan de dijk in de reeks van maatregelen die we kunnen nemen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Dit herstellen van de balans in de economie en ecologie levert een veel mooiere aarde op dan één waar achter gesloten staldeuren en met eindeloze en eenvormige groene vlaktes geld wordt gemaakt.