06 maart 2008

Overlevende kippen brand aan lot overgelaten

Comité Dierennoodhulp heeft na het zien van de tv-uitzending van het programma Hart voor Nederland op sbs6 van gisteravond 3 maart, waarin een item over een uitgebrande kippenschuur te zien was, aangeboden aan de gedupeerde familie om voor goede huisvesting en medische verzorging bij een dierenarts te zorgen voor de kippen die de brand overleefd hadden. In de uitzending waren schrijnende beelden van de kippen te zien die de brand overleefd hadden en die soms half verbrand in shock bij de uitgebrande stal zaten. Helaas bleek dat de familie niet open stond voor de zorgen die menig kijker bij het zien van de beelden gekregen had en geen enkele medewerking wilde verlenen om het welzijn van de dieren die de brand overleefd hadden te verbeteren.

Na bij de plaatselijke politie en dierenambulance geïnformeerd te hebben en deze te kennen gegeven hadden niets te weten over het lot van de kippen die de brand overleefd hadden en zij ook niet bereid waren polshoogte te nemen, is ’s avonds nadat verscheidene opvangadressen en een dierenarts zich bereid hadden verklaard te willen helpen, contact opgenomen met de gedupeerden: de familie van de Vis in Nijkerk. Hen werd het aanbod gedaan om de dieren op te vangen en de kippen zonodig kosteloos medische verzorging via een dierenarts te geven. Helaas stelde mevrouw Vis de bezorgdheid om het welzijn van de dieren niet op prijs en liet weten dat zij de volgende dag wel zouden zien wat er nog in leven was van de kippen en in een andere schuur kon worden ondergebracht of afgemaakt. Dit terwijl menig dier aan brandwonden leed en het die nacht zou gaan vriezen en de dieren enkel gewend waren in een schuur opgesloten te zijn en dus niet gewend waren om in de buitenlucht te leven. Vele overlevenden moeten dan ook gestorven zijn door de kou.

Vandaag is de Landelijke Inspectiedienst van de Dierenbescherming (LID) door Comité Dierennoodhulp van deze vorm van verwaarlozing op de hoogte gebracht. De LID verwees door naar de Algemene Inspectie Dienst (AID) met de opmerking dat het toch om mestkippen ging die niet ouder werden dan 45 dagen. Alsof de dieren daardoor minder zouden lijden! Van een dierenbeschermingsorganisatie verwacht Comité Dierennoodhulp dat men meer mededogen toont voor het lijden van dieren. Ook de AID gaf te kennen niets te willen doen met de aangifte op grond van artikel 36 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren waarin staat dat men niet zonder redelijk doel een dier in zijn welzijn mag aantasten. Reden was dat het bedrijf bij hen goed bekend stond als zich houdend aan de wettelijke regelgeving en men het logisch vond dat het welzijn van de kippen die de brand overleefd hadden niet de eerste prioriteit had.

Tekenend in de berichtgeving over de brand is dat bijna overal in de media werd vermeld dat er geen persoonlijke slachtoffers zijn gevallen. Het lijden van de 23000 kippen die gestikt of levend verbrand zijn wordt blijkbaar vergeten. En zelfs de instanties die zorg moeten dragen dat dieren beschermd kunnen worden door artikel 36 in de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren, laten de kippen die de brand overleefd hebben gemakshalve maar aan hun lot over.

Comité Dierennoodhulp

Voor meer informatie Sandra van de Werd, tel: 06 – 40 70 92 18