26 mei 2008

Megastallen voor dieren horen nergens thuis

Oud- minister Veerman vindt dat megastallen niet op het platteland thuishoren omdat ze ontsierend zijn en het imago van de sector schaden. Kijk eens aan. Wat er in die stallen gebeurt, interesseert het voormalig bewindspersoon niet. Het gaat om het imago, de buitenkant.
Bij het woord ‘megastallen’ denkt overigens iedereen aan het grootschalig houden van varkens of kippen. Maar het wordt langzaam duidelijk dat het met het melkvee precies dezelfde kant uit gaat. Het is alleen zo jammer dat behalve de LTO (de denktank die alle plannen voor boerenmaffia bedenkt) en de melkveehouders zelf, bijna niemand in de gaten heeft dat van de melkveehouderij nu ook bio-industrie wordt gemaakt.
In veel plattelandsgemeenten verrijzen uit hun krachten gegroeide ligboxstallen van twaalf meter hoog. Koeienkathedralen, waar minimaal 400 koeien in worden gehouden. Deze koeien komen nooit meer buiten. Voor 400 koeien is een oppervlakte van tenminste 200 hectare nodig. Veel van de boeren die nu zo’n megastal bouwen, hebben die oppervlakte niet. Dat betekent dat een groot deel van het voer van buiten het bedrijf moet worden aangevoerd, en een nog groter deel van de mest moet worden afgevoerd.
(Voor elke kilo melk produceert een koe tenminste drie kilo stront.)
Dat is dus bio-industrie: het op elkaar proppen van dieren in een stal, het voer elders aankopen, en de stront elders afzetten. De noordelijke provincies zijn hard op weg één grote ligboxstal te worden. En er is niets tegen te doen. De LTO heeft zowel in het noorden als in het zuiden, via nieuwe provinciale streekplannen, de bouwkavels bij boerderijen zo opgerekt dat qua bouw alles mogelijk is. Melkveehouderijen mogen stallen tot 2,5 hectare groot bouwen. Varkens- en kippenhouders tot 10 hectare. De politiek heeft zitten slapen, de provinciale pers deed ook een dutje. En de burger? Die wordt pas wakker als het te laat is en de stallen er staan.
Om de cirkel helemaal rond te maken concluderen experts van zuivelcoöperatie Friesland Foods, het ministerie van landbouwbouw, het Productschap Zuivel, onderzoeksinstituut LEI, veevoerbedrijf Nutreco Hendrix-UTD, European Dairy Farmers (EDF) en accountantskantoor Accon-Avm dat de melkveehouderij over dertig jaar vrijwel verdwenen is in Nederland.
De experts noemen twee redenen voor een mogelijke forse inkrimping. Ten eerste verwachten ze dat de melkveehouderij meer een vorm van intensieve veehouderij wordt met grootschalige bedrijven. Deze bedrijven zullen met hoge grond- en arbeidskosten en veel regelgeving kampen en kunnen er daarom maar beter voor kiezen zich in een goedkoper land te vestigen.
Melkveehouders kiezen ook vaker voor neventakken als natuurbeheer en recreatiemogelijkheden. Hierin zien de experts een tweede reden voor het inkrimpen van de melkveehouderij.
Interessant, de big boys in de zuivelwereld voorspellen het einde van melkveehouderij in Nederland, maar die verdwijnt natuurlijk pas nadat eerst op grootschalige wijze het platteland is verpest.