04 mei 2008

Omzetting landbouwgrond in natuur heeft meer voordelen dan nadelen

Uit het Agrarisch Dagblad van 17 april:
Het kabinet moet veel meer met één mond spreken als het gaat over voedselschaarste en bio-energie. Dat staat in de brandbrief die landbouworganisatie LTO 17 april 2008 stuurde naar premier Jan Peter Balkenende.
LTO haalt aan dat de ene minister zich uitspreekt over een voedselcrisis door biobrandstoffen, terwijl de een andere de schaarste in verband brengt met de vleesconsumptie. ”Ondertussen werd een verdrag gesloten met Brazilië over de levering van bio-ethanol.”
LTO-voorzitter Albert Jan Maat spreekt van een kakofonie van tegenstrijdige geluiden. De minister van landbouw zou in zijn ogen de overige ministers beter moeten informeren. LTO vraagt in de brief om meer regie van het kabinet en meer vertrouwen in de sector. Maat: "Nederland speelt een belangrijke rol in de wereldvoedselvoorziening en het kabinet moet dat ook uitdragen".
De LTO-voorzitter deelt met de ministers de zorg over voedselschaarste, maar hij denkt niet dat de inzet van biobrandstof waarmee zijn sector de klimaatverandering tegen hoopt te gaan, ten koste gaat van de voedselproductie.

Tot zover het AGD.

De heer Maat heeft volkomen gelijk, maar is zelf ook schuldig aan verwarring. De boeren in Nederland willen graag meer landbouwgrond hebben om mest uit te rijden en om gewassen voor bio-brandstoffen te verbouwen. Dat is puur besparing van de kosten en levert meer inkomen. De boeren willen dit niet om een schaarste op de wereldmarkt te verkleinen, zij willen er gewoon aan verdienen. Dit motief op zich is menselijk, maar de Nederlandse boer levert al een enorme overproductie ten koste van dierenwelzijn, natuur en milieu. Voor een gezonde Ecologisch HoofdStructuur is het nodig om een deel van de landbouwgronden om te zetten in (natte) natuur.
Die omzetting gaat niet ten koste van de voedselbehoefte in arme landen, integendeel. Daarvan is de overproductie in de Nederlandse veehouderij deels debet. De omzetting zorgt ondermeer voor voldoende foerageergebied voor ganzen, zodat er minder overlast is op de gewone landbouwgronden. Ook dieren hebben ruimte nodig om zich te bewegen bij voedselschaarste.