28 juni 2008

Verdoofd castreren blijft gewoon dierenmishandeling

Supermarkten en varkensboeren hebben afgelopen vrijdag overeenstemming bereikt over de verdeling van de kosten voor het verdoofd castreren van biggen. Zoals te doen gebruikelijk betalen de boeren geen stuiver en nemen de supermarkten de extra kosten voor hun rekening. Die dat natuurlijk meteen weer doorberekenen aan de consument.
De consument zal de prijsverhoging straks vrijwel zeker zonder morren accepteren omdat hij denkt de biggen hiermee een dienst te bewijzen. Verdoofd castreren is immers diervriendelijk!
Vergeet het maar.
Om te beginnen worden alleen biggen die voor de Nederlandse markt bestemd zijn verdoofd gecastreerd. Aangezien 80% van het in Nederland geproduceerde varkensvlees naar buitenlandse afnemers gaat, betekent het dat 80% van de biggen in Nederland nog steeds onverdoofd wordt gecastreerd.

Er is dus geen enkele reden voor al die organisaties die hebben gestreden voor onverdoofd castreren om trots te zijn op hun resultaat. Ze hebben zich in de luren laten leggen door de varkenshouders. Immers, zij kunnen nu claimen dat ze diervriendelijk bezig zijn en tegelijkertijd rustig doorgaan met onverdoofd castreren.
Dan het verdoofd castreren zelf. Dat ziet er helemaal niet zo diervriendelijk uit als de term verdoofd castreren doet vermoeden.
Als het mannelijke varken een week tot tien dagen eerder wordt geslacht dan nu gebruikelijk is er qua mogelijke ‘berengeur’ geen vuiltje aan de lucht.
Er zijn landen (onder ander Engeland) waar de supermarkten geen vlees accepteren dat afkomstig is van gecastreerde biggen. De consument betaalt de geringe meersprijs die daar tegenover staat zonder morren.
Als het daar wel kan, waarom kan het dan hier niet?
Het blijft natuurlijk gissen, maar het donkerbruine vermoeden bestaat dat in ieder geval in Nederland zowel de producent als de consument met hun portemonnee zijn gaan denken. In de portemonnee is uitsluitend plaats voor geldstukken en bankbiljetten.
Daarom zijn voor varkenshouders de biggen geen dieren meer, maar productiemiddelen waar een zo hoog mogelijk rendement uit moet worden gehaald.
Daarom is de consument die in de supermarkt een kiloknaller vlees in zijn winkelwagentje mikt, absoluut niet geïnteresseerd in de omstandigheden waaronder dat stuk vlees toen het nog een dier was opgroeide.
Merkwaardig.
Dieren die onder stress moeten leven, maken stoffen aan die in hun vlees gaan zitten.
Dat is angstvlees.
Wie angstvlees eet, krijgt zelf ook angstvlees.
De consument van gangbaar vlees eet de stress en de angst en de daaruit volgende agressie op, en vraagt zich vervolgens verbaasd af waarom de wereld er toch zo vol stress, angst en agressie uit ziet.