11 juli 2008

Een groen landschap is niet altijd een gezond landschap


Wie van vakantie terugkeert in Nederland zal elke keer weer verrast zijn door de extra groene kleur die ons landschap heeft.
Groen wordt geassocieerd met gezond. Daarop valt veel af te dingen. Sommigen spreken van een façadelandschap in plaats van landelijk coulisselandschap. Het Nederlandse landschap wordt gekenmerkt door verlies aan biodiversiteit en overbemesting. Samen zorgen ze voor minder kleur en voor een overheersing van groen. Veel planten en bloemen verdwijnen door overbemesting en hun plaats wordt ingenomen door minder soorten die wel beter groeien. Dit geeft ons land een diepgroene kleur, zeker als er geen droogte heerst of ziekten die de boombladeren bruin kleuren.
Het is vooral voor jongeren moeilijk een vergelijking te maken met hoe het vroeger was, want dat was voor hun tijd. Een jongere zal dan al gauw op basis van het kijken naar de groene, beperkte ruimte kunnen concluderen dat het misschien wel meevalt met de negatieve gevolgen van de bio-industrie. De koeien die binnen worden gehouden zien zij niet, wel de paarden en schapen in de wei. Ook dat valt hun nauwelijks op, want in die uitzonderlijke gevallen dat een boer zijn koeien wel laat lopen in de wei, zijn er direct vele tientallen. Ook een koe uit een ligboxstal die ziek is, mag vaak buiten weer op krachten komen.

Het gebrek aan biodiversiteit in het weidelandschap hangt samen met de iets minder gezonde melkproducten die de koeien in de stal leveren in vergelijking met hun collega’s die bijvoorbeeld bij biodynamische boeren in wei staan.
Net als groene stroom vaak een te mooi label is voor stroom die opgewekt wordt met niet-duurzame middelen als mest(co)vergisting is te veel groen meer een teken van te veel mest.