17 juli 2008

Onterechte ophemeling van dierenrechtenactivisten

Het denken en praten over dierenrechten is de laatste decennia in belangrijke mate beïnvloed door Tom Regan en Peter Singer. Tom Regan heeft het begrip “intrinsieke waarde” geïntroduceerd en Peter Singer betoogt dat we bij het uitdelen van dierenrechten moeten beginnen bij de dieren die het dichtst bij de mens staan.
Tom Regan gebruikt zijn eigen begrip “intrinsieke waarde” al jaren niet meer, maar in Nederland is het in 1981 in de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD) terecht gekomen. Sindsdien vechten dierenwelzijnsorganisatie als leeuwen om dit begrip te verdedigen. Helaas gaat de energie die in dit gevecht staat ten koste van het gezonde verstand waarmee de verdedigers van dierenbelangen elkaar tegemoet treden. 22 dierenbeschermingsorganisaties hebben zich verenigd in de dierenwelzijnscoalitie met als doel de GWWD te handhaven en in te gaan tegen het besluit van de minister om het begrip “intrinsieke waarde” terzijde te schuiven. Als bijkomende eis heeft de coalitie de deelnemende organisaties de eis gesteld dat op elkaar geen kritiek wordt geleverd. En daarmee is de discussie doodgeslagen en het dier het uiteindelijke slachtoffer.
Minister Verburg begint haar nota dierenwelzijn met het uitgangspunt dat dieren niet gebruikt mogen worden.
Dit is natuurlijk een droomtekst voor veganisten die al sinds mensenheugenis roepen dat dieren er niet zijn om gebruikt te worden.
Is de minister van LNV dan ineens zo diervriendelijk geworden? Natuurlijk niet. Het probleem zit ‘m er in dat zij zoveel uitzonderingen toelaat op de gouden regel dat dieren niet gebruikt mogen worden dat in de praktijk de dieren in Nederland volkomen vogelvrij zijn en iedereen zo’n beetje mag doen en laten wat hem goed dunkt.
Zouden de opvattingen van Peter Singer dan wat geholpen hebben? Zeker wel een beetje. Het voorbeeld dat Spanje stelt door apen, die het dichtst bij de mens staan, mensenrechten te geven, zou hier op kunnen duiden. Het meest invloedrijke boek dat Singer schreef in 1975 had als titel “Dierenbevrijding”. Helaas dekt de titel niet de inhoud van het boek, want in plaats van de boodschap dat dieren recht hebben op vrijheid, is de boodschap van Singer eigenlijk heel discriminerend. Dieren die dichter bij de mens staan, hebben meer rechten dan dieren die er niet op lijken.
Hiermee sluit Peter Singer perfect aan bij de dubbele houding die de meeste mensen hebben naar dieren: sommige willen ze knuffelen en anderen willen ze opeten.
Alle mensen roepen op om dieren met respect tegemoet te treden. Vrijwel niemand heeft door dat respect twee begrippen tegelijk omhelst: betrokkenheid en afstand houden.
Dat laatste begrip “afstand houden” is de kern van wat de mens eigenlijk zou moeten doen in het denken over hoe om te gaan met dieren. Laten we met zijn allen proberen dit te vertalen naar de praktijk van het omgaan met dieren. Bijvoorbeeld door mee te denken met minister Verburg in het beperken van de uitzonderingen op de regel dat dieren niet gebruikt mogen worden.
Laat Singer en Regan nu eens liggen en begin zelf na te denken over de allerbelangrijkste grondregel in onze cultuur “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet”.