06 september 2008

Minister LNV houdt megaboeren haar hand boven het hoofd

Op Kamervragen van de PvdD schrijft LNV:

Deelt u de mening van de onderzoekers van CLM dat de huidige ontwerpen voor megastallen nauwelijks verbeteringen ten aanzien van dierenwelzijn en duurzaamheid zullen opleveren in vergelijking tot bestaande bedrijven? Zo ja, bent u bereid maatregelen te nemen tegen de bouw van deze megastallen en zo ja, binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet en waar blijkt dat uit?

Nee.
De Wet ammoniak en veehouderij en het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij maken onderscheid tussen grote intensieve veehouderijen (de zogenoemde IPPC-bedrijven met meer dan 40.000 stuks pluimvee, 750 zeugen of 2000 vleesvarkens) en de overige veehouderijbedrijven, in die zin dat het bevoegd gezag vanwege de lokale milieukwaliteit strengere emissie-eisen kan stellen aan de IPPC-bedrijven. Indien nodig kan bij megabedrijven van deze bevoegdheid gebruik worden gemaakt. Of en in welke mate dat ook in de praktijk gebeurt, is een zaak van het bevoegd gezag.
Het toepassen van extra maatregelen voor dierenwelzijn in megastallen wil ik vooralsnog stimuleren en niet via regelgeving afdwingen. Ik vind het van belang, mede vanwege de maatschappelijke discussies over megastallen, dat de betreffende ondernemers een voorhoedepositie innemen. Hier ligt een belangrijke verantwoordelijkheid voor het bedrijfsleven. Waar nodig zal ik de betreffende ondernemers hierop aanspreken. Zoals toegezegd, onderzoeken de minister van VROM en ik op dit moment de mogelijkheden of bedrijven met megastallen via de Maatlat duurzame veehouderij (en daaraan gekoppelde fiscale instrumenten) kunnen worden gestimuleerd extra, bovenwettelijke milieu en welzijnsmaatregelen toe te passen. Ik zal de Tweede Kamer hierover nader informeren.

Tot zover de brief van LNV.


Het wordt dus aan de vrijwilligheid van de boeren overgelaten om te investeren in dierenwelzijn. Waarom zou juist die groep die zich nooit iets van dierenwelzijn heeft aangetrokken nu wel gevoelig zijn voor "stimulering door het LNV". Het ging en gaat in de intensieve veehouderij vooral om het geld en (bij de megaboeren) misschien een beetje om de status.
De voorhoedepositie waar de minister op doelt is waarschijnlijk het experiment “hoe veel kan er worden verdiend en hoe (zwak) reageert het publiek”?