20 december 2008

Wanneer wordt de burger serieus genomen bij verzet tegen megastallen?

In het Agrarisch Dagblad het volgende bericht:

Limburg verwerpt burgerinitiatief megastallen

19 december 2008. Het Limburgs Parlement heeft vrijdag een burgerinitiatief verworpen van inwoners van Grubbenvorst tegen de vestiging van een megastal in het Noord-Limburgse dorp.

De Limburgse Staten besloten te wachten op antwoorden van de drie betrokken ministers Ab Klink (Volksgezondheid), Jacqueline Cramer (Milieu) en Gerda Verburg (Landbouw) op vragen over de gezondheidsrisico’s van megastallen.

Bovendien vroeg gedeputeerde Ger Driessen (CDA) zich af of de provincie wel gaat over de mogelijke vestiging van een megastal in Grubbenvorst. Hij ziet daarin allereerst een taak voor de gemeente Horst aan de Maas, waaronder Grubbenvorst valt. Wel zal de provincie er bij de gemeente Horst aan de Maas op aandringen een ”gezondheidseffectenstudie” uit te voeren. Veel inwoners verzetten zich tegen de bouw van een bedrijf met 1,2 miljoen kippen, 35.000 varkens, een slachterij en een mestvergistingsinstallatie in Grubbenvorst.

Tot zover het AGD.

Het is de taak van de provincie om gemeentes te controleren op het juist toepassen van het beleid bij het wel of niet toekennen van bouw- en milieuvergunningen door gemeentes. Bij het toekennen door de gemeentes kijken de betrokken ambtenaren of een aanvraag past binnen een bestemmingsplan. Het wel of niet toestaan van het bouwen van megastallen is een afweging van belangen van burgers en milieu aan de ene kant en de belangen van ondernemers aan de andere kant.
Provincies kunnen de beslissing van een gemeente overrulen als zij vinden dat een gemeentelijke beslissing niet past binnen een Provinciaal OntwikkelingsPlan (POP).
Ministers staan weer boven provincies en kunnen provincies weer terugfluiten.
Het mag inmiddels duidelijk zijn dat op landelijk niveau zoveel protest en weerzin is tegen de bio-industrie dat het tijd wordt dat politici hun verantwoordelijkheid nemen om de bouw van megastallen tegen te houden. Temeer omdat het gepland is in een woonomgeving en omdat burgers zich verzetten. Als dierenwelzijn niet serieus wordt genomen, mag dan de burger wel een keer serieus worden genomen?
Als overheid en vertegenwoordiger van de kiezer kun je niet tegen de wil van de kiezer ingaan en klagen over gebrek aan steun en belangstelling vanuit de burger.
Dat is hypocriet en negeren van jouw geweten.