09 mei 2009

Nederland heeft baat bij vaagheid herkomst landbouwproducten

Veel Europese landen zijn voor een verplichting op voedsel in de supermarkt met etiketten die aangeven waar het is geproduceerd. Nederland als exporterend land ziet deze ontwikkeling als een bedreiging. Nederland zou liever de aanduiding zien “geproduceerd in de EU”.
Kennelijk zouden veel buitenlandse consumenten geen producten uit Nederland kopen als zij hetzelfde product uit het eigen land kunnen kopen. In het geval van dierlijke producten hebben die buitenlanders daar groot gelijk in. Waarom dierlijke producten over de hele wereld slepen terwijl een veehouder uit de eigen regio het net zo diervriendelijk kan? Daar komt nog bij dat ons land veel veevoeder moet importeren om het half miljard dieren jaarlijks te kunnen voeden. En dat gaat (ook) ten koste van natuur en milieu in het buitenland.
Dier- en milieuvriendelijkheid worden in Nederland minimaal ingevuld omdat men anders in kostprijs niet kan concurreren met het buitenland.
Dit is een reden des te meer om de vaderlandse veehouderij voor te houden dat haar omvang ongewenst is. Om krimp tot een gezond niveau te bevorderen moet de overheid (nationaal en Europees) stoppen met het subsidiƫren van veehouderij. Weliswaar houden grootschalige bedrijven de concurrentieslag het langst vol, maar zij drukken wel de grootste negatieve stempel op het aanzien van het platteland.