26 juli 2009

Zonder export meer verantwoorde melk

Harmen Treur is melkveehouder op Walcheren. In de NRC van 24 juli 2009 bepleit hij de zaak van de Hollandse melk onder de titel: U drinkt het liefst Hollandse melk? Sluit dan de grenzen.

Treur besluit zijn kromme betoog met deze alinea:
Voor een paar cent per liter extra blijft de voor ons landschap zo kenmerkende boerennatuur behouden. En blijft de file van af- en aanrijdende melkauto’s uit het buitenland ons bespaard. Het platteland blijft bewoond, de melk blijft Hollands. En de boeren worden niet als een sinaasappel tot op de laatste druppel uitgeknepen.
Tot zover Treur.

Het betoog van Treur is tekenend voor de trieste halve waarheden die melkveehouders gewend zijn te roepen. Ze worden nauwelijks tegengesproken en het is de vraag of dit een teken van onverschilligheid is van het publiek of onwetendheid. Feit is dat de prijs die de consument voor melk betaalt in de supermarkt laag is. Maar nog belangrijker is dat de Nederlandse melkveehouder niet voor de Nederlandse markt produceert maar voor de buitenlandse markt. Voor elke 100 liter melk die in ons land wordt geproduceerd gaat het merendeel naar het buitenland. Als Nederland inderdaad de grenzen zou sluiten dan zou er een gigantische overproductie zijn omdat de melk en kaas niet meer geƫxporteerd kunnen worden. Dat zou pas lage prijzen opleveren in de supermarkten.
Feit is ook dat de boeren niet uitgeknepen worden maar hun koeien, die ook nog eens steeds vaker het jaar rond op stal worden gehouden. Koeien in het landschap wordt steeds minder waargenomen, maar wel strakke groene graslanden, waarin alleen nog maar gras groeit en geen ander leven mogelijk is voor het vroeger zo kenmerkende biodiversiteit van de weide.

Toch zit de oplossing in het sluiten van de grenzen, maar dan op een totaal andere wijze dan Treur zich voorstelt. De Nederlandse melkveehouderij zou links- of rechtsom gereduceerd moeten worden tot een niveau van landelijke behoefte, waarbij tevens de eis wordt gesteld dat de koeien zomers in de wei lopen en de bedrijfsvoering op zijn minst dier- en milieuvriendelijk is. Dat wordt deze met de huidige ontwikkeling van schaalvergroting meer en meer minder.