18 augustus 2009

Maaibeleid maakt slachtoffers

Jan van der Meer is projectleider IVN-opleiding Noord Nederland, maar ook onbezoldigd boa bij de AID en toezichthouder voor landschapsbeheerder It Fryske Gea. Simon Bijlsma is senior beleidsmedewerker ecologie bij de Friese Milieufederatie.

In het het vakblad voor handhavers op het gebied van Dier en Milieu, augustus 2009/4 een vraaggesprek met hen in het kader van de voorlichtingscampagne Roofvogels in Beeld. Hieruit een fragement.

Van der Meer: "Het huidige moderne boerenbedrijf, dat rendabel moet zijn, kan eenvoudig weg geen rekening houden met weidevogels. Rond mijn eigen woonplaats geven de vogelwachters aan dat de weidevogelstand met 90% is afgenomen. Dit jaar zag ik zelf op een perceel vierentwintig nesten gemarkeerd. Vervolgens was er een loonbedrijf een paar nachten aan het werk en er was niets meer over van de nesten. Opvallend was dat er vervolgens in het verslag van de vogelwacht stond dat in het bewuste perceel tweeëntwintig nesten waren gepredeerd! Van der Meer vervolgt: in plaats van de huidige landbouwmethodes als belangrijkste oorzaak van de achteruitgang aan te wijzen, geeft men de predatoren de schuld. Er zijn kennelijk boeren die er belang bij hebben om de aandacht op de roofvogels te vestigen, zo blijven ze zelf verschoond van kritiek."
Bijlsma vult aan: "Zo is er ook een economisch motief aan te wijzen voor een deel van de vervolgingsgevallen, namelijk de subsidies in het kader van weidevogelbeheer. Natuurlijk pakt een buizerd naast muizen en vele tientallen andere prooisoorten ook wel eens een jonge kievit of grutto, zonder dat dit van grote invloed is op de weidevogelstand in Friesland. Resultaatbeloning eenzijdig gericht op weidevogels werkt binnen het agrarisch weidevogelbeheer helaas roofvogelvervolging in de hand. Een beloning op basis van de inspanning die de boer levert gericht op het behoud en versterken van integrale natuurwaarden -waartoe ook roofvogels behoren- zou een veel betere zijn."

Tot zover het interview.

Elders in het blad het verslag van het proces-verbaal van een boer die (deels op tijd) werd gestopt bij het rücksichtslos maaien terwijl er vogels broeden in het gras.

01 augustus 2009

Dieren en de Leeuwarder Courant

In de Leeuwarder Courant van 28 juli vielen mij twee redactionele artikelen op die allebei dieren als onderwerp hebben en wel in het bijzonder de omgang tussen mens en dier. In een goed doortimmerd hoofdredactioneel artikel van M. wordt op een kalme, goed gemotiveerde wijze afgerekend met de traditie van het laten optreden van wilde dieren in circussen e.d. Conclusie: ophouden met die malligheid! Het moet maar eens afgelopen zijn met het mens- en dieronwaardige gesol met levende wezens puur ter vermaak van het gepeupel.
Drie bladzijden verder laat een ander redactielid, de heer Hans Willems, ook zijn licht schijnen over de verhouding mens – dier. Hoe anders van toon is dit verhaal! Het chagrijn druipt er van af! Willems sleept er van alles bij, van bij hem op springende honden tot dierenbegraafplaatsen, om toch vooral maar te beklemtonen dat de mens veel te ver is gegaan in zijn liefde (respect?) voor het dier. “Ze zijn het onderscheid tussen mens en dier uit het oog verloren”, jammert hij en ik zie hem als het ware voor mijn geestesoog de handen ten hemel heffen. Dat uit recent DNA-onderzoek is gebleken dat mensen en (andere) dieren helemaal niet zo sterk van elkaar verschillen en het daarom helemaal zo gek niet is het dier niet per definitie als een wezen van een lagere orde te beschouwen, is kennelijk aan hem niet besteed. Dat Minoes en Bobby in de watten gelegd worden alsof het kinderen zijn en de schappen in de supermarkten vol liggen met voedings- en andere producten voor huisdieren kan evenmin de goedkeuring van de heer Willems wegdragen. En passant laat hij dan onvermeld dat de schappen met producten uit de bio-industrie die van de huisdierproducten in hoeveelheid en omvang vele malen overtreffen! Huisdieren vertroetelen, oké, maar je moet niet overdrijven, oreert hij vol gramschap. Over het antwoord op de vraag tot hoe ver het acceptabele vertroetelen dan gaat en waar het ontoelaatbare overdrijven begint laat Willems ons evenwel in het duister tasten. Zij die zich verzetten tegen de praktijken in de (bio)veehouderij, tegen het opsluiten van dieren in dierentuinen en het laten opvoeren van domme kunstjes van dieren in circussen worden door meneer Willems achteloos als extremisten gekenschetst, waarbij de aanduiding “extremist” van een duidelijk negatieve lading wordt voorzien. Oké, hij geeft toe dat de circustent niet de meest natuurlijke omgeving voor olifanten c.s. is en er zal ook best wel eens wat schorten aan het geduld van de dierentemmer – het wóórd alleen al! – maar moet je daar nou echt zo puriteins in zijn? Ja, meneer Willems, daar moet je puriteins in zijn, waarbij het woord ‘puriteins’ betekent dat men zich dient te houden aan strenge zedelijke normen. Met respect en mededogen mag nooit worden gesjoemeld!
Aan het eind van het artikel wordt de heer Noach met “zijn rare megaboot” nog ten tonele gevoerd waarbij aangetekend wordt dat die echt niet aan de Europese richtlijnen voor dierenwelzijn zal hebben voldaan. Maar daarom niet getreurd, volgens Willems, “hij zorgde er wel voor dat mens en dier gezamenlijk het hoofd boven water hielden”. Dat is humor!
Minder grappig is mijn conclusie dat Noach’s reddingsactie tot gevolg heeft gehad dat de mens zijn medeschepselen is gaan beschouwen als bron van vermaak, economisch nut, voedsel, sportverdwazing en ontspanning. En dat alles in een mate en intensiteit waarbij het belang en welzijn van het dier volledig ondergeschikt zijn gemaakt aan de door de mens gestelde normen. Dat er thans mensen en organisaties zijn die dit zijn gaan inzien en in volle overtuiging, op geweldloze wijze daar iets aan proberen te doen kan kennelijk slechts hoon en gramschap van de heer Willems en een onrustbarend groot aantal geestverwanten van hem oproepen. Daar staat gelukkig tegenover dat organisaties als de Partij voor de Dieren, Wakker Dier, Wilde Dieren De Tent Uit, Varkens in Nood en vele andere op spectaculaire wijze leden winnen en daardoor in toenemende mate invloed uitoefenen op de beeldvorming over de verhouding mens/(ander) dier en de ethische aspecten daarvan.