03 november 2009

Overheid moet doorbraak forceren in duurzame voeding

In Trouw van 30 oktober pleit AH voor het volgende.
Supermarktreus Albert Heijn vindt dat de overheid een doorbraak moet forceren in de markt voor biologische en fairtradeproducten. Gebeurt dat niet, dan blijft duurzaamheid in voeding een marginaal verschijnsel.
Pogingen van de grote spelers in de supermarktwereld duurzaamheid op een hoger niveau te brengen zijn tot op heden gestrand. Volgens Albert Heijn kan de markt zelf niet voor een doorbraak zorgen. Zonder aanzienlijke initiatieven van de overheid gekoppeld aan afdwingbare regels zal duurzaamheid in voeding onvoldoende van de grond komen. Een supermarktconcern, hoe groot ook, lukt dat niet, zegt Simone Hertzberger, hoofd kwaliteit van Ahold Nederland. Ook supermarkten samen zullen volgens haar niet slagen om een echt grote stap naar duurzaamheid te zetten.

In de Volkskrant van 3 december 2009 reageert Han Swinkels van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) vindt het plan van Albert Heijn `een ouderwets idee'. Volgens hem is een wet voor duurzame voedselproductie onmogelijk omdat Nederland deel uitmaakt van de Europese Unie. Tweederde van de landen tuinbouwproducten wordt geƫxporteerd, zegt Swinkels. `Als alleen wij duurzaam produceren, dan verliezen we Europese klanten die elders niet-duurzaam voedsel goedkoper kunnen krijgen'.
`Duurzaam' is bovendien moeilijk te definiƫren zegt Peter Jens, directeur van de biologische landbouw- en voedingorganisatie Biologica. `Die boontjes uit Kenia zijn misschien sociaal wel duurzaam geteeld, maar ze hier heen krijgen leidt nog altijd tot veel C02-uitstoot'. Volgens Jens is en het daarom nog veel te vroeg voor een algemene wet.
Tot zover een aantal reacties van diverse organisaties.

Zoals gebruikelijk compliceren ze een zaak die in principe heel eenvoudig is: in de Nederlandse veehouderij wordt geproduceerd voor de buitenlandse markt. Om op die markt te kunnen concurreren wordt in eigen land bezuinigd op dierenwelzijn en milieu. Niet iedereen ziet in dat die bezuinigingen onrechtvaardig zijn en voor de langere termijn schadelijk zijn voor onszelf. We vergroten het risico van gevaarlijke opwarming van het klimaat en het uitbreken van gevaarlijke ziekten. We verkleinen de biodiversiteit en de aantrekkelijkheid van het landschap en de natuur.
Daar ligt een taak voor de overheid, zoals AH terecht stelt. Om de overheid zo ver te krijgen is de medewerking van de politiek nodig. En die is nog niet zover om de belangen van een kleine groep ondernemers te beperken ten behoeve van het grotere belang van de samenleving.
Het congres van het CDA, bijvoorbeeld, heeft in weekend van 30 oktober 2009 nog een motie weggestemd om minder vlees te eten door een vleesloze dag te introduceren. Zolang politici en burgers nog niet zelf de verantwoordelijkheid nemen voor het verminderen van de effecten van hun eigen eetgedrag op de opwarming van het klimaat, zullen we blijven modderen en -al wijzend naar elkaar- de eigen verantwoordelijk afschuiven.