26 december 2009

Mens en Dier

Nog even en dit jaar is ook weer geschiedenis. Op 31 december om 12.00 uur ’s nachts knallen de champagnekurken en een krankzinnige hoeveelheid vuurwerk om het nieuwe jaar te verwelkomen. Een nieuw jaar zit er niet in voor de tienduizenden, merendeels gezonde, schapen en geiten die zijn of worden afgemaakt als gevolg van een falend beleid met betrekking tot dieren in het algemeen en veeziekten in het bijzonder. Het failliet van de vee-industrie komt steeds duidelijker in beeld! Er zullen, naar ik vrees, nog vele slachtoffers vallen voor de mensheid tot het inzicht komt dat het systeem volkomen is vastgelopen en doorgeslagen.
Dieren zijn het slachtoffer geworden van de grootheidswaan van de mens die meent straffeloos de eigen belangen te allen tijde te kunnen laten prevaleren. Belangen van andere levende wezens worden daaraan volkomen ondergeschikt gemaakt. De vijfhonderd miljoen(!!) dieren die per jaar in Nederland in de vee-industrie (vroeger bio-industrie genaamd) worden ‘gebruikt’ zijn de treurige slachtoffers van de opvatting dat de ‘dieren er immers voor de mensen zijn’! Net zo min echter als de vrouwen er voor de mannen zijn en de zwarten er voor de blanken zijn – denkbeelden die het ook lang hebben uitgehouden! – zijn de dieren er voor de mensen.
Een dier heeft een eigen – intrinsieke – waarde, die los staat van de waarde voor de mens. Die intrinsieke waarde wordt echter in onze samenleving grotendeels genegeerd, ontkend, gebagatelliseerd en geridiculiseerd. Dat is natuurlijk ook wel handig want stel je voor dat dieren rechten zouden hebben. Bijvoorbeeld het recht om hun natuurlijk, soorteigen gedrag te vertonen, gevrijwaard te zijn van honger dorst, pijn, stress en ander ongerief dat aan het houden van dieren door mensen vast zit. (En dan bedoel ik met ‘het houden van’ niet dat mensen een liefdevolle band met hun (huis)dier hebben). Dat zou het absolute einde van de vee-industrie betekenen. Geen kiloknaller meer of een met belachelijke vleesprijzen stuntende C1000. Geen eieren meer die nog evenveel kosten als in de vijftiger en zestiger jaren, alleen omdat de kippen met tienduizenden op een kluitje, met afgeslepen snavels, als eilegmachine worden gebruikt.
Wat nu met de geiten en schapen gebeurt is wederom een triest dieptepunt in het doorlopende drama van de relatie mens – dier.
Het zal ongetwijfeld het laatste niet zijn. Nu al is Q-koorts geconstateerd bij koeien. Het op elkaar stapelen van dieren in megastallen, fokkerijen, mesterijen en wat dies meer zij, zal tot gevolg hebben dat veel dieren en rot leven lijden, onderhevig zullen blijven aan allerlei gevaarlijke ziekten en die ook onvermijdelijk op de mens zullen blijven overdragen. De MRSA-bacterie is daar ook een goed voorbeeld van. Ongeveer de helft van alle varkenshouders is besmet met deze bacterie die met name voor ouderen, kinderen en mensen met een verminderde weerstand zeer gevaarlijk is. Varkenshouders en hun gezinsleden worden bij ziekenhuisopname daarom uit voorzorg in quarantaine gezet. Al deze ziekten kunnen voorkomen worden dan wel kunnen de effecten er van gedempt worden door de intensieve veehouderij af te schaffen. Dat zal de dieren, de mensen, het klimaat, de natuur en het milieu alleen maar ten goede komen.
Iedereen een gezond, dier- en mensvriendelijk 2010 toegewenst!