01 april 2010

De schreeuw van de vis

Een zorgelijk bericht de afgelopen week in de Leeuwarder Courant: sportvissen is de snelst groeiende sport in Friesland. Er zouden thans zo’n 52.000 mensen in Friesland zich met deze merkwaardige hobby bezig houden. Landelijk gezien overschrijdt het aantal sportvissers de twee miljoen! Alarmerend is ook het gegeven dat daarbij meer een half miljoen(!) kinderen zijn. Tegelijkertijd bestaan in brede kring binnen de samenleving grote bezwaren tegen deze vorm van vrijetijdsbesteding.
Natuurlijk is vissen natuurlijk helemaal geen sport. Immers de visser is in alle opzichten – behalve wellicht moreel – superieur aan zijn tegenstander, de vis. De vis is het weerloze slachtoffer van de hang van de mens naar plezier, ontspanning, natuurbeleving, recreatie of hoe je de aard van deze bezigheid ook wilt omschrijven.
Vissen zijn hoogontwikkelde, intelligente, gewervelde dieren. Ze ervaren pijn, angst en stress. Dat is al in 1986 aangetoond door de wetenschappers Verheijen en Buwalda van de Rijksuniversiteit Utrecht. En al deze ervaringen doen zich voor bij een vis die aan een haak uit zijn element wordt gescheurd. Een vis kan geen geluid maken om zijn angst en pijn uit te schreeuwen. Als dat wel het geval was zou het aantal ‘sport’vissers waarschijnlijk aanzienlijk minder zijn dan nu. In plaats daarvan vertonen ze gedrag als zwenken, spuwen en heftig schudden met de kop, allemaal tekenen dat ze ernstig lijden. Onderzoek door de Universiteit van Edinburgh en het Roslininstituut heeft aangetoond dat zich pijnreceptoren rond de bek en op de kop bevinden. Bij een regenboogforel b.v. zijn dat er achtenvijftig. De zenuwbanen die pijn veroorzaken zijn er dus wel degelijk!
In artikel 36, lid 1 van Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren staat: “Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.”
Het in dit artikel genoemde verbod wordt dus niet toegepast op het ‘sport’vissen. Kennelijk wordt hier het vermaak van de visser als ‘een redelijk doel’ aangemerkt waarvoor dus het “veroorzaken van pijn, letsel en benadeling van de gezondheid of het welzijn van het dier” toelaatbaar wordt geacht…………….
Velen, waaronder de Partij voor de Dieren wijzen het ‘sport’vissen ondubbelzinnig af. Zeker ook waar het gaat om kinderen moet het vissen worden ontmoedigd. Kinderen moet worden aangeleerd dat dieren met mededogen en respect moeten worden behandeld en het vissen staat daar haaks op.
Gezien het grote aantal mensen dat zich als sportvisser manifesteert is enigszins voor te stellen wat er aan onnodig dierenleed wordt veroorzaakt door mensen die zich op deze wijze menen te mogen ontspannen.
Niet alleen het vangen en onthaken is een uiterst onaangename ervaring voor vissen. Ook de manier van doden – of dood laten gaan(!) - is zodanig dat dat ten aanzien van andere diersoorten op grote maatschappelijke weerstand zou stuiten.
Het wordt hoog tijd dat ook het lot van vissen meer aandacht krijgt. “De vis wordt duur betaald.” Maar het is hier de vis zelf die de rekening krijgt gepresenteerd in de vorm van leed dat voorkomen had kunnen worden.
Niemand is er – uiteraard – op uit om mensen hun hobby af te nemen of hun het genieten van de natuur onmogelijk te maken. Maar hobby’s, vermaak en recreatie mogen nooit ten koste gaan van andere levende wezens en mogen geen excuus zijn voor het toebrengen van leed.