30 juni 2010

PBL vraagt de overheid om aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving

Maatregelen om het welzijn van dieren te verbeteren kunnen negatieve gevolgen hebben voor het milieu, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) 9 juni 2010 in een rapport over tien jaar veehouderij in ons land.
De uitstoot van fijnstof is sinds 2004 weer gestegen, doordat pluimveehouders overschakelden op scharrelkippen, aldus het rapport. Bovendien produceren diervriendelijke houderijsystemen niet alleen meer fijnstof, maar vaak ook meer ammoniak. Ook het voerverbruik is hoger, waardoor meer landbouwgrond nodig is om het voer te produceren. Dat kan ten koste gaan van milieu en natuur elders.
Het PBL vindt dat de overheid deze strijdigheid aan de orde moet stellen en zo nodig een keuze moet maken. Dat geldt ook voor de vraag in hoeverre export ten koste mag gaan van de kwaliteit van de leefomgeving hier.
Tot zover het PBL.
De uitstoot van fijnstof en ammoniak van diervriendelijke houderijsystemen is alleen een probleem wanneer er grote hoeveelheden dieren worden gehouden. In dat kader is het terecht dat het PBL de overheid oproept om een keuze te maken ten aanzien van de export in relatie tot de kwaliteit van de leefomgeving in Nederland. Het is helder dat de overheid het beste kan streven naar een kleinere omvang dier(on)vriendelijke houderijen. Nu worden er in ons land 3x zo veel dieren gehouden als in eigen land worden geconsumeerd. Die overkill gaat ten koste van de kwaliteit van de leefomgeving.