In de Volkskrant bijlage het Vervolg van 28 augustus 2010 filosofeert Roos Vonk over de vraag waarom de consument maar niets wil doen aan het voortbestaan van de dubieuze vee-industrie.
Zij schrijft:
In onze ‘beschaafde’ samenleving zijn de dieren volledig aan het oog ontrokken, en onze relatie tot de andere gedupeerden – de mensen in de derde wereld en de generaties na ons – is diffuus.
Dit betekent dat je niet noodzakelijk asociaal en immoreel hoeft te zijn om vlees te eten. Mensen kunnen immers ook gewoon onwetend of onintelligent zijn, waardoor ze de gevolgen van hun keuzes niet ten volle beseffen - zeker zolang de voorlichting over de gevolgen van vleesconsumptie op het huidige armzalige niveau blijft. Maar er is een groot schemergebied tussen dom zijn en jezelf dom houden door niet even stil te staan bij ongemakkelijke waarheden.
….
De vleeseters zeggen tegen zichzelf: ‘Wat kan ik eraan doen? De boeren en de politiek bepalen hoe ons eten wordt geproduceerd. Als het echt zo erg was, zou de overheid wel ingrijpen’ Op hun beurt denken de boeren en leveranciers dat de consument het zo wil, omdat dier- en milieuonvriendelijk vlees en zuivel goed verkopen. De overheid grijpt evenmin in omdat kiezers hun koopkrachtplaatjes veel belangrijker lijken te vinden dan dieren, milieu en derde wereld. Dat is wat hun koop- en stemgedrag laat zien.
Zo leven we met z'n allen in een staat van pluralistic ignorante (meervoudige onwetendheid): we hebben allemaal het idee dat als het echt zo erg was, iemand anders er wel iets aan deed. Als iedereen het accepteert, dan zal het toch wel meevallen?
….
In het geval van de vee-industrie komt daar nog het gevoel bij dat je als individu machteloos staat tegenover iets dat zo alomtegenwoordig is. Veel mensen plaatsen wel sluimerende vraagtekens bij hun vleesconsumptie, maar hebben niet het idee dat hun eigen gedrag iets uitmaakt: het druppel-op-gloeiende-plaatgevoel. Om gevoelens van machteloosheid te vermijden proberen ook welwillende, betrokken mensen er maar liever niet aan denken.
Zo zetten de diverse miskleunen van de mensheid zich onbelemmerd voort, want `er is maar één ding nodig om het kwade te laten zegevieren: goedwillende mensen die niets doen' (Edmund Burke). Ik denk niet dat de meeste miskleuners zo ongelooflijk dom of asociaal zijn. Ik denk dat veel mensen die sluimerende vraagtekens op de achtergrond wel kennen. Maar meestal wandelen we daaroverheen, gemakshalve meedeinend in de vaart der volkeren. Dat is buitengewoon jammer, want mensen zijn diep in hun hart vaak niet zo stom en hufterig als ze zich gedragen. Ook vleeseters niet.
Tot zover Roos Vonk.
De conclusie lijkt haar gerechtvaardigd dat al deze mensen hun persoonlijk comfort belangrijker vinden dan de hoge en onomkeerbare kosten die hun keuzes voor anderen teweegbrengen.
Meer lezen over het heen en weer schuiven van de verantwoordelijkheid voor dierenleed?