08 oktober 2010

Maatregelen voor het vreedzaam naast elkaar leven van mensen en ganzen

In het magazine Dier van herfst 2010 een artikel over de vermeende overlast van ganzen.
Aan het woord komen twee vertegenwoordigers van de Partij voor de Dieren. Peter van Poelgeest is lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland voor de PvdD en Diederik van Liere is lid van het landelijke bestuur van de vereniging van de PvdD.

Uit Dier het volgende citaat over hun kijk op de overlast van ganzen.

Boeren klagen nogal eens over ganzen, die bijvoorbeeld het gras zouden eten dat voor de koeien is bestemd. De vermeende overlast wordt veelal bestreden met het geweer; jaarlijks worden tienduizenden ganzen door jagers afgeschoten. Maar Van Poelgeest nuanceert de klacht van de boeren. "Veel boeren beweren dat koeien het gras niet meer eten als er ganzen in een weiland zitten: teveel ganzenpoep. Die bewering is aangetoond onjuist", zegt hij. "In bepaalde perioden van het jaar is het zelfs goed dat de ganzen grasland begrazen en bemesten, omdat het gras zich dan sneller ontwikkelt. Ook onderhouden de vogels vaarwegen en sloten door rietscheuten te eten. Een probleem voor boeren is wel dat ganzen in grotere groepen dan voorheen bij elkaar zitten; honderden vogels eten meer gras dan een tiental. Waarom ze samenscholen? Waarschijnlijk omdat ze worden bejaagd. Ganzen beschermen zichzelf en hun soort tegen jagers door op een kluitje te gaan zitten".
Consultant Diederik van Liere van adviesbureau CABWIM, dat diervriendelijke oplossingen aandraagt voor overlast of schade door dieren, ziet veel mogelijkheden om ganzen probleemloos in te passen in het Nederlandse landschap. "Ganzen hebben een groot leervermogen", zegt hij. "Met behulp van de juiste landinrichting in combinatie met rustverstoring kan het gedrag van ganzen worden gestuurd. Verstoring maakt dat ze zich niet meer veilig voelen en een gebied verlaten. Boeren zeggen: `Niets helpt, de ganzen blijven komen…'.
Vaak wordt echter gekozen voor verkeerde maatregelen, zoals het gebruik van linten. Het gewapper zou de ganzen verjagen, maar het resultaat is omgekeerd: de ganzen komen er juist op af".
Een maatregel die volgens Van Liere wél werkt is teeltaanpassing: gewassen inzaaien die onaantrekkelijk zijn voor ganzen. Deze oplossing is ontwikkeld voor het gebied rond Schiphol, waar ganzen een gevaar vormen omdat zij in botsing kunnen komen met de motoren van vliegtuigen. Van Liere: "Helaas ontbreekt het vooralsnog aan financiële ondersteuning vanuit de overheid voor boeren die willen meewerken". Andere diervriendelijke verjagingsmethoden zijn bordercollies, kanonnen. CABWIM is bezig met de ontwikkeling van een ganzenafweerrobot die dertig hectare of meer gansvrij kan houden.
Volgens Van Liere is er nóg een oplossing. "Ganzen prefereren witte klaver boven bemest of kort gemaaid gras. Dus waar witte klaver wordt gezaaid, zullen ganzen komen. Aan geschikte locaties geen gebrek: dijken waarvan de grond niet wordt gebruikt, langs nauwelijks begane wegen, braakliggende akkers en velden die door een natuurorganisatie zijn opgekocht - overal kan klaver staan". Witte klaver trekt een grote diversiteit aan vogels en creëert dynamiek in de grond (insecten, wormen, et cetera). Het ondergrondse paradijs onder een veldje witte klaver trekt ook mollen aan, waarmee naast de gans een tweede doorn uit het oog van de boeren zou worden verwijderd.
"De Oostvaardersplassen zijn nu de grootste ruiplaats voor grauwe ganzen in Europa", zegt Frans Vera van Staatsbosbeheer. "Ook komen tienduizenden ganzen langs op doortrek in het voorjaar en het najaar. En er zijn de overwinterende kolganzen. De ganzen voelen zich blijkbaar thuis in ons land". De Dierenbescherming verzamelt en verspreidt kennis over de ganzen, en met name over diervriendelijke maatregelen om huidig gedrag te sturen. Gewapend met deze kennis trekt de Dierenbescherming het land in om de dialoog aan te gaan met boeren, luchtvaartexperts en landschapsbeheerders. Het doel: zorgen dat mens en gans vreedzaam, zonder elkaar nodeloos te verstoren, naast elkaar kunnen leven.