Zo lang ik mij kan herinneren ben ik lid van de Dierenbescherming. Immers ‘dieren beschermen is mensen beschaven’! Een prachtig motto waarvan het mes aan twee kanten snijdt. Zowel dieren als mensen worden er beter van.
Ik heb mij wel eens afgevraagd waarom dan naast de DB ook nog zoiets als Partij voor de Dieren nodig is. En ook verbaasde het mij vaak dat tussen die twee organisaties er niet zo’n hartelijke verstandhouding lijkt te bestaan. Ja, er leek soms zelfs sprake van enige animositeit terwijl je toch zou mogen verwachten dat men de handen ineen slaat om de positie van dieren in onze samenleving aan de hoognodige verbetering te helpen.
Gaat de Dierenbescherming dus uit van de zedelijke menselijke plicht zwakke en kwetsbare wezen als dieren te behoeden voor onnodig leed, de Partij voor de Dieren beroept zich meer op het principe dat dieren in feite gelijkwaardig zijn aan mensen en uit dien hoofde ook rechten moeten krijgen die aansluiten bij hun belangen en behoeften.
De Partij voor de Dieren gaat duidelijk (veel) verder dan de Dierenbescherming. Zo heb ik de Dierenbescherming nooit ondubbelzinnig afstand horen nemen van de sportvisserij of de jacht. Zaken waarover bij de Partij voor de Dieren geen discussie meer bestaat. Ook de vee-industrie kan kennelijk in de ogen van de DB haar gang gaan, mits de meest kwalijke uitwassen er van bestreden worden. De PvdD wijst het bestaan van zoiets als de vee-industrie zonder meer af als zijnde in strijd met het recht van dieren een bestaan te leiden dat overeenkomt met hun natuurlijke behoeften en belangen. Ook in zaken als circusdieren, dierentuinen, dolfinaria, dieren die voor sport, recreatie of ontspanning worden gebruikt neemt de PvdD duidelijke – afwijzende – standpunten in terwijl de DB een en ander als een gegeven accepteert en ‘slechts’ op toeziet dat in die sectoren de dieren ‘fatsoenlijk’ worden behandeld.
Ik ben en blijf overtuigd lid van de Dierenbescherming zo als ik actief lid ben van de Partij voor de Dieren. Als ik zou moeten kiezen tussen het lidmaatschap van beide organisaties zou ik zonder een moment van twijfel kiezen voor de Partij voor de Dieren. Ik geloof in de gelijkwaardigheid van alle dieren, inclusief de mens. Dat houdt dat heel veel dingen die de mens zich tot nu gemeend heeft te kunnen en mogen veroorloven met dieren, zouden afvallen.
Dat de Dierenbescherming naar mijn mening te toegeeflijk is in een aantal dierenaangelegenheden wordt bevestigd in het laatste nummer van ‘Dier’. Onder meer een tweetal reportages deden mij wenkbrauwen de fronsstand aannemen.
In het ene artikel komen achtereenvolgens een varkens-, kippen- en kalverhouder aan het woord. Weliswaar menen de betrokken veehouders dat zij hun dieren een beter leven geven dan in de gangbare bedrijven het geval is en zal dat misschien ook wel gedeeltelijk waar zijn.
De dieren waar het om gaat zijn echter in mijn ogen nog steeds het slachtoffer van overtrokken menselijke belangen. De varkenshouder coupeert nog steeds staarten. Hij zegt daar mee op te houden zodra hij een nieuwe stal krijgt. Intussen gaat deze uiterst pijnlijke en de lichamelijke integriteit aantastende ingreep gewoon door. De kippenhoudster beheert 4700 vleeskuikens. Ze noemt de dieren ‘scharrelkippen’, die in een ruimte – afmetingen worden niet genoemd! - met een betonnen vloer hun korte leventje moeten slijten. De vleeskuikens worden biologisch gehouden, wat dat dan ook moge inhouden. In ieder geval worden ze volgens mevrouw drie of vier weken ouder dan kuikens in de gangbare houderij. Nou, dat schiet lekker op! Ze worden dus niet ouder dat 10 á 12 weken om vervolgens op weinig zachtzinnige wijze om zeep te worden geholpen. “Ach ja”, stelt de kippenhoudster, “kippen zijn er om op te eten, alleen geef ik ze hier iets(!!) meer tijd om op te groeien”!!!!! Wat een liefde, respect en mededogen spreekt uit deze uitspraak!
De kalverhouder haalt zelfs de Schepper er bij! Hij vindt het kennelijk normaal en acceptabel dat kalfjes vrijwel meteen na de geboorte bij de moeder worden weggehaald. Uit het artikel krijg ik althans niet de indruk dat dat bij hem niet gebeurt. Kortom, een aantal marginale verbeteringetjes die natuurlijk bij lange na niet voldoende zijn om de positie van het landbouwdier draaglijk te maken, zowel vanuit menselijk als dierlijk standpunt bezien. Maar de Dierenbescherming vindt het kennelijk van revolutionaire waarde en omvang! Natuurlijk kun je hier tegen inbrengen dat elke verbetering er één is en dus toegejuicht moet worden. Dat mag zo zijn! Maar mensen die het couperen van staarten nog steeds praktiseren, een mevrouw die kippen alleen ziet als producenten van vlees, een boer die kalfjes zonder gewetenswroeging van het moederdier scheidt om ze na een kort leventje in de braadpan te doen belanden, ach ik kan daar helemaal niets mee! De DB zou er veel beter aan doen de consument te bewegen (veel) minder vlees te eten om op die manier mens- en dierwaardiger omstandigheden te scheppen.
Verderop een artikel met Anky van Grunsven in de hoofdrol. U weet wel, onze paardendressuurkampioen! De Partij voor de Dieren neemt duidelijk afstand van dit stompzinnige gesol met dieren. In augustus van dit jaar heeft Esther Ouwehand van de PvdD zelfs nog een aantal pittige vragen gesteld aan de ministers van VWS en LNV over omstreden trainingsmethoden van Van Grunsven, waarbij de paarden op pijnlijke en gevaarlijke wijze tot een bepaalde lichaamshouding werden gedwongen. Van Grunsven en echtgenoot hebben een journaliste die e.e.a. aan de kaak stelde toen op tamelijk intimiderende wijze bejegend. Anky is tegen bont en dierproeven ten behoeve van cosmetica en ook eet zij zo veel mogelijk scharrelvlees. Prima! Anderzijds heeft Anky geen moeite met circusdieren en vindt ze sportvissen wel zielig, maar “waar trek je de grens’? Nou Anky, de grens trek je bij het moment dat je een dier onnodig laat lijden, zijn integriteit en waardigheid aantast en het dier gaat beschouwen als een stuk speelgoed of rariteit dat onnatuurlijke hupjes en stapjes moet maken op muziek die niet voor paarden maar voor mensen is gecomponeerd.
Ik ben en blijf lid van de Dierenbescherming. Daarvoor doen ze te veel prima werk en zijn ze onmisbaar in een samenleving waarin het dier nog te vaak voorwerp is van onverschilligheid, wreedheid, hang naar vermaak, geldelijk gewin of status. Maar een wat kritischer houding van de DB ten aanzien van zaken die de belangen van dieren direct of indirect raken lijkt mij zeer aan te bevelen.