06 december 2010

Zie de mens............

Ruim vier jaar geleden werden bij het Friese Marrum enige tientallen paarden gered van de verdrinkingsdood door toedoen van dappere mensen. De dieren waren overvallen door het zeewater en konden, nadat er reeds een aantal was verdronken, zich ternauwernood in ‘veiligheid’ stellen op een droog gebleven stuk land. Dicht opeen gepakt stonden ze daar en konden geen kant uit. Pogingen om ze daar vandaan te krijgen waren al mislukt en menigeen werd wanhopig over de reddingskansen. Totdat een aantal dappere meiden, onder leiding van Micky Nijboer, op het idee kwam op hun eigen paarden naar het eilandje te rijden en te proberen de paarden, kuddedieren als ze zijn, op die manier weg te lokken. En het lukte! De t.v.-beelden gingen de hele wereld over en bij veel toeschouwers kwamen de waterlanders tevoorschijn. Een toonbeeld van wat respect voor en mededogen met andere levende wezens kan bewerkstelligen.
Harry Mulisch zag de beelden ook en raakte er, zo verklaarde zijn dochter tijdens de uitvaartplechtigheid van deze grote schrijver, zo ontroerd van dat ook bij hem de tranen over de wangen stroomden. Kort voor zijn overlijden zei hij tegen zijn vrouw: “Die paarden, dat was mooier dan Shakespeare”! De beelden werden tijdens de plechtigheid getoond, ditmaal begeleid door muziek uit Tristan und Isolde van Wagner en wederom hielden velen het niet droog.

Recent zag ik de film “The Cove’. Die handelt over de jaarlijkse dolfijnenslachting – de Japanners spreken van ‘culturele traditie’!! - bij het Japanse plaatsje Taiji. Duizenden dieren worden een baai in gedreven, waarna die wordt afgegrendeld en de slachting, die van een onvoorstelbare wreedheid is, begint.
De zee is fel rood gekleurd door het bloed van de gedode en stervende dolfijnen. Enkele dieren worden gespaard om te worden verkocht aan dolfinaria waar ze hun leven in verveling slijten door kunstjes te vertonen voor het publiek. De beelden en geluiden van de slachtpartij zijn zo indringend dat geen beschaafd mens dit zonder walging en woede kan aanzien. Een kleine genoegdoening putte ik uit het feit – ik besef terdege dat dit een nogal kwaadaardige aanvechting is! – dat de dolfijnen zo boordevol kwik zitten dat de consumenten van dat vlees er waarschijnlijk niet zonder schade aan eigen gezondheid mee weg komen.
Ook kon ik een spoor van begrip voor dierenactivisten die – die dit gruwelijk schouwspel gadegeslagen hebbende – besloten het pad der geweldloosheid te verlaten, niet geheel onderdrukken. Waarbij ik mij terdege realiseer dat geweld met geweld beantwoorden afgekeurd dient te worden.
Uit deze twee voorbeelden blijkt hoe ongerijmd de houding van de mens is ten opzichte van andere dieren in deze wereld. Ongeremde wreedheid en onverschilligheid versus mededogen en respect ten opzichte van andere levende wezens. Wie doorgrondt de mens?