08 juni 2011

Nederland weet te weinig van het effect van antibiotica op de gezondheid van bodem- en waterleven

Milieuadviesbureau Geofox-Lexmond uit Tilburg heeft in 2009 een rapport opgeleverd met als titel “Veterinaire antibiotica in de bodem en oppervlaktewater”.

In het rapport wordt de conclusie getrokken dat nog veel te weinig onderzoek gedaan is naar de effecten van het gebruik van antibiotica op het bodem- en waterleven. Deze kennis is nodig om in te schatten in hoeverre ook de gezondheid van mensen zal worden beïnvloed.

Uit het rapport:
Kennislacunes:
Op basis van de literatuurstudie die is uitgevoerd kunnen een aantal belangrijke kennislacunes worden afgeleid. Hierbij gaat het om lacunes in de kennis voor wat betreft de Nederlandse situatie en een aantal algemene wetenschappelijke lacunes . Deze “kennislacunes” worden hieronder weergegeven:
  • In Nederland zijn (vrijwel) geen veldstudies bekend waarin het vóórkomen van antibioticaresiduen afkomstig uit de veehouderij in de grond en het grondwater is onderzocht;
  • Er is weinig openbare en direct beschikbare informatie voor handen over de verkoop en het gebruik van de actieve bestandsdelen;
  • In studies worden verschillende stoffen onderzocht. Er zijn geen onderzoeken bekend waarin één actieve stof gevolgd wordt, vanaf de inname tot en met de uitstoot in het milieu;
  • Het is onbekend hoeveel en welke metabolieten er precies gevormd worden in de landbouwhuisdieren, de mest en in de bodem;
  • Het is onbekend hoeveel oxytetracycline, sulfamethoxazol en resistentiegenen er precies afgebroken wordt in de landbouwhuisdieren, de mest, de bodem en het grondwater;
  • Over antibiotica in mest en de negatieve effecten hiervan op de mestfauna zijn voor zover geen studies bekend;
  • Het is moeilijk vast te stellen hoe de antibiotica precies zullen uitwerken op de bacteriegemeenschappen in de mest en de bodem. Ook de invloed op de bodemprocessen is te weinig onderzocht;
  • Er zijn vooral Deense, Duitse, Engelse en Amerikaanse onderzoeken gedaan naar het gedrag van oxytetracycline, sulfamethoxazol en resistentiegenen in de bodem en het grondwater. Wanneer de relevante onderzoeken naast elkaar worden gelegd, is te zien dat vaak punten missen of te weinig onderzoek is gedaan (bijvoorbeeld hydrolyse en fotolyse). Ook zijn er weinig/geen toxiciteitgegevens bekend. Wanneer het gedrag onbekend is, zijn de effecten en de risico’s ook moeilijk te bepalen. Resistentie treedt waarschijnlijk wel op. Hierbij zijn echter de drempelconcentraties onduidelijk;
  • Over accumulatie van oxytetracycline, sulfamethoxazol en resistentiegenen in de bodem en gewassen is weinig bekend. Hierdoor is er onder andere weinig inzicht in de rol van de bodem als mogelijk reservoir;
  • Over bio-accumulatie en doorvergiftiging in hogere organismen is niets bekend, maar de kans hierop is voor de meeste antibiotica waarschijnlijk klein.

Tot zover het rapport.

Het ware een goede zaak wanneer de EU in plaats van nog meer schadevergoeding aan exporterende tuinders het geld gebruikte om onderzoek te doen om bovenstaande kennislacune te dichten.