09 november 2011

Hoezo………., redelijk doel?

Artikel 36, lid 1 van de Gezondheids- en WelzijnsWet voor Dieren (GWWD) zegt: Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.
Al enige tijd vraag ik mij af hoe ik dit wetsartikel nu eigenlijk moet duiden. Immers, als ik om mij heen kijk kom ik regelmatig situaties tegen die naar mijn gevoel op z’n minst op gespannen voet staan met hetgeen hier is bepaald. Ik weet natuurlijk ook wel, enigszins bekend met het lezen en verklaren van wetteksten, dat de kneep hem hier waarschijnlijk zit in de term ‘redelijk doel……..’ waardoor het verbod tot kwellen van dieren niet absoluut is.
Op 25 augustus 2002 had Koos van Zomeren een interview in de NRC – ook te lezen op deze site -met prof. Dirk Boon, hoogleraar Dier en Recht te Utrecht. Dit gesprek ging over Boons frustratie dat de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren, artikel 36, eerste lid nooit wordt toegepast. Naar mijn mening is er in de negen jaren die sindsdien zijn verstreken op punt weinig veranderd.
Laat ik als voorbeeld nu eens het ‘sport’vissen nemen. Bij deze, door zo’n tweeënhalf miljoen landgenoten beoefende, vrijetijdsbesteding kun je toch moeilijk volhouden dat de betrokken dieren geen pijn of letsel wordt toegebracht. Dat vissen pijn, angst en stress kunnen ervaren is door vele wetenschappelijke onderzoeken aangetoond. Pijn, letsel, gezondheid en welzijn van het dier zijn hier wel degelijk in het geding. Zelfs in die gevallen waarin de visser op een ‘verantwoorde’(?) wijze met de gevangen vis omgaat is het leed al toegebracht. Om maar te zwijgen van de vele gevallen waarin men zich op geen enkele wijze bekommert om de ellende die men bij het dier aanricht. De veel voorkomende zgn. rally-viswedstrijden zijn een gruwel voor iedereen die respect voor en mededogen met dieren als mensenplicht beschouwt.
Uiteraard zijn er meer voorbeelden te geven van situaties waarin dieren als lijdend voorwerp optreden omdat mensen nu eenmaal er van uitgaan dat dieren er voor de mens zijn en zich hebben te schikken naar de menselijke belangen en behoeften.
In de economie, de sport, de recreatie- en vermaakssector, de medische wetenschap, kortom in haast alle maatschappelijke geledingen worden dieren gebruikt om de mens ter wille of van nut te zijn.
Kennelijk is de uitleg van het ‘redelijk doel’ van artikel 36 daarbij uiterst rekbaar geworden.
Het menselijk belang is de maat geworden waarmee de toelaatbaarheid van wat met dieren kan en mag worden gedaan wordt gemeten.
Het lijkt mij hoog tijd de discussie daarover (weer) eens open te breken.