17 december 2011

Plastic filosofie over afname biodiversiteit

Bas Haring schrijft in Volkskrant van 17-12-2011 het volgende.
Nu heb ik een boek geschreven over de waarde en betekenis van biodiversiteit. Hoe meer soorten hoe beter, lijkt het algemene idee. Maar ik zet daar vraagtekens bij: is een soortenrijke natuur per se beter dan een natuur met minder soorten?
Ziedende reacties krijg ik. Ik zou de slechtste mens van Nederland zijn; ik zou niks begrijpen van filosofie. Mijn boek zou veel te oppervlakkig zijn voor dit soort ingewikkelde onderwerpen; en ik moest me maar niet meer in het openbaar laten horen.
Terwijl mijn vraag helemaal niet vreemd is. Er verdwijnen soorten en daarover maken we ons zorgen. Hoe groot moeten onze zorgen zijn? Bovendien zijn soorten geen wezens, maar categorieën. Verzamelbakken met naambordjes. Dat je je het lot aantrekt van een dier in nood is vrij logisch en makkelijk te onderbouwen. Dat je je het lot aantrekt van een naambordje ligt veel minder voor de hand.
Tot zover Haring.

Het bezwaar tegen het verdwijnen van soorten is niet dat zij verdwijnen maar dat het gebeurt om de verkeerde redenen. Zou het een natuurlijke reden hebben dan is er geen haan die er naar kraait, maar de achteruitgang gebeurt ook uit onverschilligheid en hebzucht. Hoe meer soorten er overblijven, hoe beter.

Haring vervolgt:
Verder was er iets interessants aan de hand met de argumenten die filosofen en biologen aandragen ten gunste van die plant- en diersoorten. Ik heb veel filosofen een biologisch argument horen gebruiken: 'Meer soorten betekent een gezondere, betere natuur. Alle soorten zijn nodig voor het optimaal functioneren van een ecosysteem'. Terwijl veel biologen zich juist baseren op filosofie: 'soorten doen er van zichzelf en vanzelfsprekend toe. Ze hebben 'intrinsieke waarde'.
Filosofen hoor je dat laatste argument zelden gebruiken. Zij weten wel dat 'intrinsieke waarde' een nogal lastig begrip is. Wanneer heeft iets intrinsieke waarde dan? En waarom? Andersom gebruiken biologen zelden het biologische argument van de filosofen. Biologen weten op hun beurt dat meer soorten niet per se een gezondere of betere natuur betekent.
Dat is toch reuze interessant? Reden te meer om eens te onderzoeken wat er aan de hand is. Toch?!
Tot zover wederom Bas Haring.

Het kan leuk zijn wanneer een filosoof originele vragen stelt.
Geen mens op aarde denkt dat we met een groeiende wereldbevolking meer soorten krijgen. Velen zullen het jammer vinden dat er soorten verdwijnen terwijl dat niet nodig is. Is het teveel gevraagd als een goedbetaalde hoogleraar filosofie zijn hersenen wat meer zou inspannen om mee te helpen denken over hoe we dit kunnen voorkomen? In plaats van vragen te stellen waarop niemand het antwoord wil weten?

Volgens Gerard Jagers moeten we op een andere manier naar het begrip evolutie kijken. Als we dat doen volgt evolutie voorspelbare patronen, en zouden we de volgende stap in de evolutie kunnen voorspellen. Jagers nodigt De soortenstorm uit tot een nieuw soort discussie, niet alleen academisch, maar juist ook gericht op een praktische toepassing in de natuurbescherming.

Bas Haring: over het opheffen van de natuur (bol.com).