26 juni 2013

De schaamte voorbij

In de Leeuwarder Courant twee voorbeelden van het doorgeslagen systeem dat we bio-industrie noemen. Voorzitter Gert Jan Oplaat van bond van pluimveehouders klaagt dat het vervroegde snavelkapverbod ondernemers in die sector in financiële problemen brengt. Een sector dus die zichzelf blijkbaar alleen in stand kan houden door het negeren van elke vorm van dierenwelzijn. Alles is gericht op het zo efficiënt mogelijk produceren. Respect voor en mededogen met de betrokken dieren is niet aan de orde. Met duizenden opeengepakt in stallen, de snavels doeltreffend en pijnlijk ingekort worden de stakkers in zo’n zes weken opgefokt tot iets wat mensen kennelijk lekker vinden. De korte periode die de dieren op deze wereld zijn is er één van ellende en leed. Zijn ze zwaar genoeg – zo zwaar dat ze vaak door hun eigen poten zakken – gaan ze naar de slacht.
Dat brengt me op het tweede voorbeeld. Op dezelfde LC-pagina een artikel in het kader van de komende enquête over de schaalvergroting (intensivering) in de landbouw. Breed uitgemeten worden de risico’s voor mensen(!) die in de omgeving van bedrijven wonen waar op industriële wijze dieren worden gehouden. Nare ziektes als o.a. Q-koorts, maar ook longproblemen, allergieën liggen op de loer. Ook legden vele duizenden geiten – veelal gezond – toch het loodje uit ‘voorzorg’. Het eufemistisch genoemde ruimen! Naast alle rampspoed die de uitbuiting van de dieren in bio-industrie dus voor de mens meebrengt is het leed voor de betrokken – schuldeloze – dieren natuurlijk evident. In het genoemde artikel wordt daar echter met geen woord over gerept……. Wel is als illustratie een foto geplaatst van een kippenvangmachine. En dat beeld vertelt meer dan duizend woorden zouden kunnen! De dieren worden letterlijk, levend en wel, opgeveegd en door die machine – nog steeds levend, maar vaak met ernstige kwetsuren – ruw in kratten gedeponeerd, waarna ze hun laatste reis mogen aanvangen. De angst, ontreddering en paniek bij de kippen is iets wat je je als fatsoenlijk mens niet zonder ‘kippenvel’ kunt voorstellen. Voor die dieren is de dood, hoe smartelijk die ook in de slachthuizen meestal nog is, een uitkomst, zo cynisch als dat ook moge klinken.
Zo gaat een ‘beschaafde’ samenleving anno 2013 met honderden miljoenen levende wezens om voor een product dat geen mens nodig heeft. Bevrediging van de lekkere trek en daarvoor kijken de meeste mensen graag even de andere kant op. De schaamte voorbij!