29 juli 2013

Wij zijn best wel eens boos, maar alleen als het óns uitkomt!

Een van de dingen waar veel Nederlanders boos om worden is dierenmishandeling. Immers een dier behandel je met respect en mededogen. Pony’s die gemaltraiteerd worden door oversekste dikke vrouwen roepen rauwe volkswoede op. De meest draconische straffen worden dat ‘tuig’ in het vooruitzicht gesteld. Een man die zijn hond heeft doodgeslagen wordt belegerd door een op bloed beluste horde burgers. En de stierenrennen in Pamplona waarbij doodsbange en gestreste stieren door een menigte macho-gekken worden opgejaagd veroorzaken een grote zedelijke verontwaardiging. Al die boze reacties zijn natuurlijk volkomen terecht en begrijpelijk.
Maar merkwaardig is toch naar mijn mening dat andere vormen van dierenmishandeling óf niet als zodanig door de massa worden (h)erkend dan wel min of meer stilzwijgend worden geaccepteerd.
Geen massale boosheid bijvoorbeeld bij datgene wat in de bio-industrie gebeurt met vijf honderd miljoen dieren per jaar alleen al in Nederland. Dertig keer meer dan het inwoneraantal van ons land! Het opeenstapelen van duizenden dieren op elkaar, het zonder enige vorm van verdoving verminken van varkens, koeien en kippen uit efficiëntie-overwegingen. De vaak weinig zachtzinnige wijze waarop de dieren de dood worden ingejaagd, het vermag allemaal geen volkswoede op te roepen als b.v. bij de pony’s. Wél worden we boos als iemand het waagt de gruwelen van de Holocaust door te trekken naar het massale en onnodige lijden en sterven van miljarden dieren voor een product wat de mens helemaal niet nodig heeft om zich goed, gezond en lekker te kunnen voeden. “Een dier is geen mens!!”, is dan de veel gehoorde kreet. Dat de mens zelf wel een dier is en dus evenveel respect en mededogen voor zijn mededieren zou moeten opbrengen is aan de meesten niet besteed. Het eigen belang van het stillen van de lekkere trek verzacht kennelijk hier het oordeel over wat dieren wordt aangedaan aanmerkelijk…………
In Nederland zijn ongeveer tweeënhalf miljoen ‘sport’vissers, waaronder een half miljoen kinderen. De stieren in Pamplona en andere horroroorden in Spanje wekken onze sympathie vanwege de wrede en zinloze doodstrijd die ze moeten leveren ter vermaak van een verdorven publiek. Velen wenden hun blik af als op de tv beelden worden getoond van zo’n uit vele wonden bloedende stakker. De in een soort clownspak gestoken halve gare macho brengt het hysterische publiek tot extase wanneer hij nog een treffer in het lichaam van dat arme dier weet te plaatsen. Groot is hier te lande de vreugde – en die deel ik dan eerlijk gezegd ook wel weer! – wanneer zo’n eikel zelf op de horens wordt genomen een deerlijk gewond of erger wordt afgevoerd.
Vissen ervaren pijn, angst en stress. Wat de stier in de arena beleeft is te vergelijken met wat een vis moet doormaken wanneer hij aan een haak met weerhaak uit zijn element wordt opgehaald. In het minst erge geval wordt het dier na de vangst voorzichtig teruggezet, maar het leed is dan al toegebracht. En dat voor een paar uurtjes ontspanning en vermaak van de hengelaar! Er zijn zelfs visser die de vis bij het terugzetten bedanken voor het plezier van het vangen. Voor de hengelaar is het een spel. Voor de vis is het een strijd voor zijn leven. Met welk recht de mens dit wrede spel met een ander hoog ontwikkeld levend meent wezen te mogen spelen heeft niemand mij nog duidelijk kunnen maken. Maar ook anders dan bij de pony en de doodgslagen hond zie ik nooit opgewonden mensenmenigtes aan de waterkant staan die zich verzetten tegen het als hobby kwellen van onschuldige en weeloze dieren. Sterker nog, RTL7 zendt een viswedstrijd op de tv rechtstreeks uit en daar wordt gretig naar gekeken. Geen boosheid dus, waar die er wel zou moeten zijn!
Ook geen massieve maatschappelijke boosheid over andere activiteiten waarbij dieren aan de wil en de grillen van de naar winst, vermaak, genotzucht en status strevende mens worden overgeleverd. Paarden- en duiven’sport’, waarbij dieren worden gedwongen tot prestaties die ze uit eigen beweging nooit zouden opbrengen. Evenals in circussen en dolfinaria waar prachtige wilde dieren tot platte vermaaksobjecten worden gedegradeerd, vaak met harde hand. En het feit dat onze nieuwe koning – u weet wel, géén protocolfetisjist! – in zijn ruim voorhanden vrije tijd met genoegen weerloze dieren aan flarden schiet en zijn charmante echtgenote – u weet wel, je was een beetje dóm……. – die zichzelf en haar koters schaamteloos in de vacht van om zeep geholpen dieren hult brengt geen petitie of spandoekenoptocht op gang. Geen oprechte boosheid waar dat best wel een beetje zou mogen.
Dierenmishandeling, het zou overal en te allen tijde onze oprechte boosheid, verontwaardiging en verzet moeten oproepen. Maar dat is niet zo. De voorwaardelijke boosheid wordt goed weerspiegeld in de voorhanden wetten:

Wet Dieren:
Artikel 1.3. Intrinsieke waarde:
1. De intrinsieke waarde van het dier wordt erkend.
• 2. Onder erkenning van de intrinsieke waarde als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan erkenning van de eigenwaarde van dieren, zijnde wezens met gevoel. Bij het stellen van regels bij of krachtens deze wet, en het nemen van op die regels gebaseerde besluiten, wordt ten volle rekening gehouden met de gevolgen die deze regels of besluiten hebben voor deze intrinsieke waarde van het dier, onverminderd andere gerechtvaardigde belangen. Daarbij wordt er in elk geval in voorzien dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk, wordt voorkomen en dat de zorg die de dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd.
• 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt tot de zorg die dieren redelijkerwijs behoeven in elk geval gerekend dat dieren zijn gevrijwaard van:
o a. dorst, honger en onjuiste voeding;
o b. fysiek en fysiologisch ongerief;
o c. pijn, verwonding en ziektes;
o d. angst en chronische stress;
o e. beperking van hun natuurlijk gedrag;


Dieren moeten dus goed behandeld worden en hun mag de nodige zorg niet worden onthouden. Tevens moet hun de mogelijkheid geboden worden hun natuurlijk gedrag te vertonen. Het venijn zit echter ook hier in de staart van dit artikel: voor zover zulks redelijkerwijs kan worden verlangd.
Dit zou nog aangevuld kunnen worden met: "En voor zover zulks redelijkerwijs de belangen van de mens, hoe triviaal ook!!, niet hindert”.


Herman Gallé