27 mei 2014

Zijn megastallen het einde?

Megastallen leiden tot minder dierenleed dan reguliere stallen. Let wel: zij zijn niet diervriendelijker, maar zij kunnen minder dieronvriendelijk zijn. Een intensieve veehouderij kan per definitie niet diervriendelijk zijn omdat het dier zijn natuurlijke gedrag niet kan uitvoeren in zijn natuurlijke omgeving. Een weide komt een beetje in de buurt.

Sommige vee-industrieën zijn zo groot dat er ook een slachterij kan worden gevestigd. Mest wordt verwerkt in biovergisters. Wanneer daaraan energierijke, plantaardige grondstoffen worden toegevoegd kan er elektriciteit worden opgewekt. Maar eigenlijk kunnen we planten (andere) beter zelf opeten.
Contact met de dieren heeft de boer door de grootschaligheid en automatisering niet meer. Is dat erg? Niet voor de dieren, een dier hoeft niet echt menselijk contact. Een bijkomend voordeel van het geringe menselijke contact is dat kan worden voorkomen dat dierziektes worden binnengebracht.
Heeft het protesteren tegen de ontwikkeling of het afzien van het eten van de producten veel invloed op de bedrijfsvoering? Helaas, de bulk wordt geproduceerd voor de export. Zelfs al worden alle Nederlanders vleesverlaters, dan stort de markt niet in.

Is de schaalvergroting van de intensieve veehouderij daarmee op de goede weg of alleen maar een stap eerder bij het einde gekomen?
In de oude situatie zien de dieren hoogstens wat daglicht op weg naar de slachterij. Ze waren in hun korte leventje zo weinig gewend dat de lange transporten naar het goedkoopst werkende slachthuis en de schok van de verandering vooral dierenleed opleverden. Leven en dood op 1 terrein is daarmee vergeleken beter.

Het moge duidelijk zijn dat de eigenaren van de megastallen vooral gedreven worden door geld. Die verdiensten worden verzameld door op kosten te bezuinigen en door veel dieren te houden. Dieren worden gezien als dingen en grondstoffen. Dat is het probleem en de oplossing. Mensen hebben geen dieren nodig als grondstof voor voedsel, zelfs geen dierlijke eiwitten. We kunnen het beste de grondstoffen zelf halen en verwerken bij de bron: planten.

Wie het met de bedrijfsvoering van de intensieve veehouderij niet eens is, kan het beste zijn of haar energie steken in het ondersteunen van diervrij en lekker leren koken van plantaardig voedsel. Hoewel niet iedere dierenliefhebber dit ogenblikkelijk begrijpt is dierenwelzijn het meest gebaat bij minder dieren in de veehouderij.
In navolging van de export van technologie ontwikkeld door de Landbouwhogeschool van Wageningen kan een diervriendelijke levensstijl ook in het buitenland worden verspreid als men in Nederland hierin het goede voorbeeld geeft.