20 september 2014

De intrinsieke waarde van een dierenleven

De intrinsieke waarde van een dierenleven is de waarde die een dierenleven heeft los van wat de mens daaraan toekent. Elk leven heeft intrinsieke waarde. Geen mens weet, per definitie, deze objectief in te schatten.
Hebben wij en de dieren wat aan deze constatering? Niet veel, ook een kiezelsteen heeft een intrinsieke waarde.
Er zijn mensen die graag anderen willen oproepen om dieren te beschermen en daarmee dierenleed te voorkomen en gebruiken dit als argument. Ze verwarren het zwijgen van de toehoorder met het effect van iemand de mond snoeren.
Boeren houden dieren vanwege de veronderstelde economische waarde en huisdier bezitters vanwege emotionele waarde. Ze zullen zo goed mogelijk voor ze proberen te zorgen in de verwachting dat ze daarmee iets van de dieren terugkrijgen: geld, gezelschap, warmte, aanhankelijkheid et cetera.
Hoe dieren te behandelen laten weinigen zich gezeggen. Hoogstens door wettelijke regels. De geest van de wet drukt uit dat dierenleed en aanstootgevend gedrag wordt voorkomen. De manier waarop dieren worden behandeld of worden geslacht kan bij anderen aanstootgevend zijn. Dit soort zaken wordt daarom achter gesloten deuren gedaan.
Maar er gaat erg weinig motivatie tot verandering in de omgang uit van het verzoek om meer rekening te houden met de intrinsieke waarde van dieren, vooral niet wanneer het er veel zijn, zoals in de vee-industrie.
Wie wel meer onnodig dierenleed wil voorkomen kan zich het beste verdiepen in wat ook hij/zij zelf kan voorkomen. Dat is lijden en vrijheidsberoving. En die inzichten zijn gemakkelijk met anderen te delen. Willen we dit inzicht vergroten en effectief de situatie van dieren verbeteren dan hebben dieren rechten nodig.

Meer lezen over intrinsieke waarde of eigenwaarde? of op de boekbespreking door Titus Rivas van Vrijheid als grondrecht voor dieren & Smoezen over diermisbruik.

Klik hier om te lezen hoe verschillend instanties dit begrip gebruiken.