08 maart 2015

De intrinsieke waarde en het kwade geweten

Bas Heine schrijft in de NRC over het verzet van de studenten tegen het doorgeschoten „rendementsdenken” onder de titel "kwaad geweten".

Hij vraagt zich af: "Als het markt- en rendementsdenken zo voorbijgaat aan waar het werkelijk over zou moeten gaan, hoe heeft het dan zo overheersend kunnen worden?"

Hieronder een stukje uit zijn column waarin hij schrijft over intrinsieke waarde. Met de term "intrinsieke waarde" hebben ook veel dierenbeschermers aandacht gevraagd voor de positie van dieren in de bio-industrie.

Dit heeft niet gewerkt en zal ook nooit werken. Om de reden begrijpelijk te maken het volgende gedachte-experiment.

Lees onderstaande tekst van Heine, maar houdt dan in het achterhoofd dat het niet over schilderijen gaat maar over varkens, kippen en koeien uit de vaderlandse vee-industrie.

Ik herinner me een debat in Paradiso waarin de toenmalige Amsterdamse wethouder Geert Dales triomfantelijk verkondigde dat wanneer je geld voor de kunsten wilde krijgen, je in geen geval over de intrinsieke waarde van cultuur moest beginnen – dan kon je het wel schudden. Dat gold toen als verfrissende nuchterheid. Inmiddels is deze VVD-bestuurder allang ten onder gegaan aan zijn eigen rendementsdenken. Maar zijn manier van denken is gemeengoed geworden.

Kijkcijfers, oplagecijfers, bezoekersaantallen, clickbait – met de mond belijden we keurig dat die cijfers natuurlijk niet de essentie raken. Maar wat de essentie dan wel is, daar hebben we nauwelijks woorden meer voor. De taal van de cijfers is de enige overgebleven gemeenschappelijke taal.

In discussies met publiek over dit onderwerp leg ik wel eens de volgende vraag voor: stel u staat voor een schilderij – geen beroemd doek, maar wel van een beroemd kunstenaar, laten we zeggen een niet zo bekende Picasso. Wanneer we willen praten over de waarde van dat doek, waar heeft u het dan het liefst over? Over de artistieke waarde, wat het met u doet, wat u erin ziet, wat ermee wordt uitgedrukt over mens, geest, wereld? Of heeft u het liever over marktwaarde, wat het zou opbrengen op de veiling van Sotheby’s? Artistieke waarde of marktwaarde?

Het antwoord laat zich raden. Iedereen wil het over de intrinsieke waarde van het schilderij hebben. Dat we intussen in een maatschappij leven waarin altijd en overal het tweede antwoord wordt gegeven, dat verklaart ons kwade geweten.


Tot zover Bas Heine. Zijn dieren in de bio-industrie uniek? Waarvan ergens veel van is, verliest voor de mens waarde. Heeft het zin om aandacht voor hun positie te vragen met een begrip dat per definitie niet aansluit bij de beleving van mensen over het lot van dieren?

Wilt u meer lezen over hoe het denken over de "intrinsieke waarde van dieren" tot stand kwam? Klik dan hier.