Caspar Janssen loopt een jaar lang door Nederland en brengt al doende het landschap in kaart, en daarmee de planten, dieren, mensen en kwesties van het Nederlandse land.
In aflevering 86 in de Volkskrant beschrijft hij een paluduct: een verbinding over een snelweg waarmee dieren aan weerszijde, levend in een moeras kunnen migreren naar soortgenoten.
‘Er wordt al volop van gebruikgemaakt, door reeën, hazen, muizen, vlinders, libellen, baarzen en kikkers, ook de otter liet er al sporen na.
Je zou zeggen: de wakkere burger weet wel raad met dit soort dure ongein, maar dat ligt toch anders. De maatregelen komen juist voort uit het massale verzet tegen de aanleg van de weg, die dwars door de Noardlike Fryske Wâlden loopt, officieel Nationaal Landschap. Goed, besloot de provincie, dan halen we alles uit de kast om het leed te verzachten, we geven het hele gebied zelfs een opknapbeurt: het landschap, de natuur en de recreatie. Vandaar de faunapassages, een spectaculaire passage over de Falomsterfeart (een fly-over), de nieuwe elzensingels, de geplante bomen, de 'ecologische oevers', de wandelpaden. Alle registers gingen open. Nog niet alles is klaar, maar ik, als kinderlijk fan van faunapassages, vind dit nu al de beste en de mooiste snelweg van de wereld.”