19 oktober 2020

Zee wordt nog sneller leeggevist door aanlandplicht

In de Groene Amsterdammer nr 3 een verslag van een onderzoek naar illegale visvangst waar Nederlandse trawlers hard aan meedoen. ‘Het is als met intensieve veehouderij: te veel vissen op een kleine oppervlakte, zonder rekening te houden met ziekteprocessen. Een fout die we keer op keer maken. Zelfs nu met corona gaan we ermee door’. Om het overboord gooien van vis tegen te gaan, voerde de EU tussen 2015 en 2018 de aanlandplicht in. Voorheen mocht onverkoopbare vis terug de zee in, mits netjes geregistreerd, zodat wetenschappers er rekening mee konden houden bij het bepalen van maximale vangsten. Maar met de aanlandplicht moet álle vangst aan wal worden gebracht. Dat zou vissers een belang geven om selectiever te werk te gaan: minder bijvangst en duurzamer visserij, zo promootte Brussel de maatregel. In de praktijk pakt deze aanlandplicht desastreus uit, zegt wetenschapper Lisa Borges. ‘Dit legt een bom onder het hele Europese visserijbeleid’. Want wat gebeurt er? De maximale vangsten die de EU vaststelt, zijn gebaseerd op wetenschappelijk advies. In die adviezen hielden biologen altijd rekening met de registraties van overboord gezette vangst: ongeveer een derde van alle vis. Maar sinds de aanlandplicht moet de wetenschap er wel van uitgaan dat geen enkele vis meer overboord gaat, dat is immers verboden. Controle is er evenwel niet. En dus gaat het overboord gooien van te kleine vis – om opslagruimte te besparen – onverminderd door, zegt Borges. ‘Er is geen enkele handhaving. Het gevolg: vissers mogen nu tot veertig procent meer vangen dan voor de aanlandplicht’. Zie ook het Facebookbericht.