21 december 2023

Solidariteit tussen emancipatie bewegingen is nodig maar niet vanzelfsprekend

Actie is reactie

Het verbinden van dierenrechten aan bredere emancipatiebewegingen kan helpen om het debat te verdiepen en de onderliggende ethische principes te versterken. Maar er is ook een waarschuwing voor naïef optimisme. Te lang in een extreme uitzonderingspositie blijven kan de boodschap ondermijnen. Solidariteit met mensen leidt niet automatisch tot solidariteit met dieren. Ook in de emancipatiebeweging blijft evenwaardigheid soms beperkt tot mensen onderling.

Hier zijn enkele manieren waarop deze verbinding kan worden gemaakt, geïnspireerd door de strategieën en successen van voorvechters zoals Martin Luther King Jr., Nelson Mandela, en anderen.

1. Interconnectie van rechtvaardigheidskwesties
Veel voorvechters van mensenrechten hebben benadrukt dat de strijd voor rechtvaardigheid niet beperkt is tot één groep of kwestie. Zo kan de strijd voor dierenrechten worden geïntegreerd in bredere bewegingen voor sociale rechtvaardigheid, waarbij wordt erkend dat onderdrukking en uitbuiting vaak voortkomen uit dezelfde structuren van macht en dominantie. Dit idee van "totale bevrijding" benadrukt dat alle vormen van onderdrukking met elkaar verbonden zijn en dat we moeten streven naar een wereld waarin zowel mensen als niet-menselijke dieren vrij zijn van exploitatie.
2. Intersectionaliteit
Het concept van intersectionaliteit, oorspronkelijk geïntroduceerd door Kimberlé Crenshaw, benadrukt hoe verschillende vormen van discriminatie en onderdrukking elkaar overlappen en versterken. Dierenrechten kunnen worden gepresenteerd als een kwestie van intersectionaliteit door te laten zien hoe bijvoorbeeld de uitbuiting van dieren verbonden is met ecologische destructie, economische ongelijkheid, en koloniale onderdrukking. Door dierenrechten in verband te brengen met andere emancipatiestrijders, kan de beweging een breder publiek aanspreken en coalities vormen die gezamenlijke doelen nastreven.
3. Narratieven van emancipatie
Net zoals Martin Luther King Jr. sprak over de "boog van het morele universum" die naar gerechtigheid buigt, kunnen voorstanders van dierenrechten het morele argument benadrukken dat de bevrijding van dieren een onvermijdelijke stap is in de uitbreiding van onze ethische gemeenschap. Door dierenrechten te kaderen als de volgende stap in een lange traditie van emancipatie—van slavernij, via burgerrechten, tot vrouwenrechten en LGBTQ+-rechten—kan de beweging zichzelf positioneren als een logische en noodzakelijke voortzetting van deze strijd.
4. Oproepen tot solidariteit
De geschiedenis laat zien dat sociale bewegingen vaak kracht putten uit solidariteit tussen verschillende groepen. Voorvechters van dierenrechten kunnen actief samenwerken met bewegingen voor sociale rechtvaardigheid, milieuactivisme, en mensenrechten, waarbij ze benadrukken dat de strijd voor dierenrechten niet losstaat van andere vormen van sociale verandering. Solidariteit betekent hier niet alleen symbolische steun, maar ook gezamenlijke actie tegen de onderdrukkende systemen die zowel mensen als dieren uitbuiten.
5. Educatie en bewustwording
Zoals de eerste feministen en burgerrechtenactivisten erin slaagden om bewustzijn te creëren over de onzichtbare structuren van onderdrukking, zo kunnen dierenrechtenactivisten werken aan educatie en bewustwording. Door te laten zien hoe dieren systematisch worden uitgebuit en de morele implicaties daarvan, kunnen zij anderen inspireren om hun relatie tot dieren te heroverwegen. Educatieve campagnes kunnen daarbij worden gekoppeld aan bredere discussies over ethiek, milieu, en sociale rechtvaardigheid.
6. Gebruik van wetgeving en beleidsverandering
Net zoals eerdere emancipatiebewegingen streefden naar juridische en politieke hervormingen, kunnen dierenrechtenactivisten zich richten op veranderingen in wetgeving en beleid. Het bevorderen van wetten die dieren beschermen en hun rechten erkennen, kan een belangrijke stap zijn in het institutionaliseren van dierenrechten. Dit kan ook de basis vormen voor verdere sociale verandering, zoals we zagen met de burgerrechtenbeweging en vrouwenrechten.

Voorbeelden van voorvechters

Door deze strategieën toe te passen, kunnen voorstanders van dierenrechten de beweging verbinden met de bredere traditie van emancipatie en sociale rechtvaardigheid. Dit versterkt niet alleen de morele boodschap, maar kan ook leiden tot bredere maatschappelijke acceptatie en steun voor de rechten van dieren.
Hier zijn enkele voorbeelden.

  1. Peter Singer is een Australische filosoof die in 1975 zijn baanbrekende boek "Animal Liberation" publiceerde. Het boek wordt vaak gezien als het begin van de moderne dierenrechtenbeweging. In het begin werd Singer's werk bekritiseerd en genegeerd, maar zijn ideeën hebben uiteindelijk brede invloed gehad. Veel van zijn argumenten voor het vermijden van dierenleed zijn tegenwoordig wijdverbreid, maar ze worden soms op een manier gebruikt die weinig invloed heeft op het daadwerkelijk beëindigen van dierenuitbuiting, zoals in marketingcampagnes voor "dierproefvrije" producten die niet altijd even transparant zijn over de bredere ethische kwesties.
  2. Ingrid Newkirk is de medeoprichter van People for the Ethical Treatment of Animals (PETA), een organisatie die bekend staat om haar controversiële en confronterende campagnes voor dierenrechten. In het begin werden haar tactieken als te radicaal en zelfs schadelijk beschouwd, maar PETA groeide uit tot een van de meest bekende dierenrechtenorganisaties ter wereld. Inmiddels gebruiken veel bedrijven termen als "dierenwelzijn" in hun marketing om aan te geven dat ze "diervriendelijke" producten aanbieden, zonder dat er noodzakelijkerwijs sprake is van een fundamentele verbetering van de leefomstandigheden van dieren in de industrie.
  3. Tom Regan was een Amerikaanse filosoof en dierenrechtenactivist, bekend om zijn boek "The Case for Animal Rights" uit 1983. Hij pleitte voor het idee dat dieren intrinsieke waarde hebben en rechten zouden moeten hebben die vergelijkbaar zijn met die van mensen. Hoewel zijn werk aanvankelijk vooral academisch werd opgepikt, heeft het op de lange termijn veel invloed gehad. Echter, het idee van dierenrechten is soms afgezwakt tot alleen zorgen voor betere leefomstandigheden voor dieren (zoals "vrij van kooien" eieren), zonder de kern van zijn boodschap te adresseren, namelijk het volledig stoppen van het gebruik van dieren door mensen.
  4. Jane Goodall is een wereldberoemde primatoloog en dierenrechtenactivist, vooral bekend om haar werk met chimpansees. Ze heeft jarenlang onderzoek gedaan en zich uitgesproken voor het welzijn van dieren. Terwijl ze aanvankelijk voornamelijk als wetenschapper werd erkend, groeide haar rol als pleitbezorger voor dierenrechten. Tegenwoordig wordt ze veel geprezen en zelfs door bedrijven omarmd als een symbool voor milieubescherming en dierenwelzijn. Echter, soms wordt haar werk gebruikt om te laten zien dat bedrijven "groen" of "ethisch" zijn, zonder dat dit leidt tot substantiële veranderingen in de manier waarop dieren in het algemeen worden behandeld.
  5. Gary Yourofsky is een Amerikaanse dierenrechtenactivist die vooral bekend werd door zijn krachtige lezingen over veganisme en dierenrechten, die miljoenen keren zijn bekeken op YouTube. Hij werd vaak bespot en uitgedaagd vanwege zijn radicale opvattingen en directe stijl. Hoewel zijn ideeën in sommige kringen populair werden, hebben ze ook geleid tot oppervlakkige aanpassingen in marketingstrategieën van bedrijven die bijvoorbeeld veganistische producten aanbieden zonder dat dit noodzakelijkerwijs een breder ethisch bewustzijn of systeemverandering met zich meebrengt.

Deze voorbeelden tonen aan hoe voorvechters van dierenrechten uiteindelijk invloedrijk werden, maar dat hun boodschap soms wordt afgezwakt of ingezet om minimale aanpassingen te rechtvaardigen, terwijl fundamentele veranderingen uitblijven.

Het nadeel van vage concepten

Het dubbelzinnige concept van "intrinsieke waarde", zoals geïntroduceerd door Tom Regan, heeft er toe geleid dat het soms wordt gebruikt door partijen zoals de vleesindustrie om schijnbaar vooruitstrevende standpunten te ondersteunen, zonder dat dit leidt tot wezenlijke veranderingen in het lot van dieren.
Tom Regan’s visie was dat dieren, net als mensen, een eigen waarde hebben die losstaat van hun nut voor anderen. Dit idee is radicaal in de zin dat het impliceert dat dieren rechten hebben die niet zomaar kunnen worden genegeerd ten gunste van menselijke belangen. Hij bepleitte dat dieren niet enkel als middelen voor menselijke doeleinden mogen worden gebruikt, maar dat hun rechten gerespecteerd moeten worden omdat zij morele entiteiten zijn met hun eigen belangen.

Misbruik van het begrip "intrinsieke waarde" door de vleesindustrie en andere belanghebbenden kan als volgt worden verklaard.

  1. Vage en aanpasbare interpretatie
    De term "intrinsieke waarde" kan door verschillende partijen anders worden geïnterpreteerd. Voor de vleesindustrie kan het betekenen dat dieren waardevol zijn als deel van een ethisch verantwoord productieketen, zonder dat dit hun exploitatie fundamenteel in vraag stelt. Zo kan een boer claimen dat zijn dieren intrinsieke waarde hebben omdat hij hen goed verzorgt, maar dit sluit niet uit dat hij ze uiteindelijk slacht voor consumptie.
  2. Ethisch witwassen
    Bedrijven kunnen beweren dat ze de "intrinsieke waarde" van dieren erkennen om hun imago op te poetsen zonder daadwerkelijke veranderingen door te voeren. Dit lijkt op "greenwashing" waar bedrijven een milieuvriendelijk imago aannemen zonder daadwerkelijk duurzame praktijken toe te passen. In het geval van dierenrechten spreken ze bijvoorbeeld over "respect voor dieren", terwijl ze tegelijkertijd doorgaan met praktijken die het fundamentele welzijn van dieren schaden.
  3. Afleiding van fundamentele ethische kwesties
    Door te erkennen dat dieren "intrinsieke waarde" hebben, kan de industrie aandacht afleiden van de fundamentele ethische kwesties rond het gebruik van dieren. Ze kunnen stellen dat ze de dieren goed behandelen en hun waarde respecteren, zonder dat dit een verandering impliceert in de praktijk van het houden en slachten van dieren.
Het gevaar van een inhoudelijk leeg begrip is dat het door iedereen kan worden ingevuld naar eigen inzicht, waardoor de oorspronkelijke ethische lading van Regan's boodschap verloren gaat. Regan’s intentie was om de discussie over dierenrechten te verankeren in een sterke ethische positie, waarbij dieren een onvoorwaardelijke waarde krijgen toegekend die hen beschermt tegen uitbuiting. Wanneer dit concept echter op een oppervlakkige manier wordt toegepast, wordt het potentieel om daadwerkelijke verandering teweeg te brengen sterk verminderd of sterker: op een perfide en geniepige manier misbruikt.

Geweldloze actie leidt soms tot agressie

“Eerst negeren ze je, dan lachen ze je uit, dan vechten ze met je, dan win je,” wordt vaak toegeschreven aan Mahatma Gandhi, maar er is geen concreet bewijs dat hij deze woorden ooit heeft uitgesproken. Desalniettemin wordt de quote vaak in verband gebracht met de strijd tegen onderdrukking en het doorbreken van de status quo, wat goed aansluit bij Gandhi's filosofie van geweldloos verzet.
Maar dierenrechten activisme kan niet zo gemakkelijk en snel rekenen op waardering.

Uit een artikel op vox.com over de schandalige reactie van Amerikaanse belangengroepen op dierenrechtenactivisme.
Dierenactivisten zijn, om een uitdrukking te gebruiken die populair is gemaakt door de Canadese filosoof Will Kymlicka, "wezen van links": Potentiële bondgenoten zien rechtvaardigheid voor niet-menselijke dieren vaak niet als een prioriteit, of erger nog, ze bespotten of verachten het.
"Voorstanders van verschillende sociale rechtvaardigheidsbewegingen spreken routinematig hun steun voor elkaar uit — feministische organisaties tonen vaak steun voor Black Lives Matter, voor de rechten van immigranten of voor homorechten," schrijft Kymlicka, "maar dierenrechtenorganisaties blijven buiten deze cirkel van progressieve solidariteit".
In plaats van de bezorgdheid van Amerikanen over dieren te benutten om zich te verenigen tegen bedrijven en praktijken die zowel dieren als mensen schaden, neigen progressieve organisaties ernaar deze kwesties te negeren, terwijl gewone linkse activisten te vaak meedoen aan het koor van minachting en verachting jegens activisten en bewegingen die zich inzetten voor het verminderen van dierenuitbuiting. Zoals de Citations Needed-podcast heeft laten zien, worden dierenactivisten vaak behandeld als een "popcultuur punchline", terwijl progressieve media, met enkele uitzonderingen, zelden aandacht besteden aan dierenrechten.
In dit opzicht zijn progressieven volledig verenigd met rechts. Voor conservatieve commentatoren en politici is het bespotten van vegetariërs een goedkope en gemakkelijke manier om hun achterban te behagen. In het afgelopen decennium is de vijandigheid van rechts tegenover de LGBTQ+-beweging en hun omarming van blank nationalisme gegroeid, parallel aan een hysterische obsessie met dierlijke producten en minachting voor degenen die deze vermijden (in het jargon van rechts: "soyboys").
Tot zover vox.com.

Wanneer een emancipatiebeweging te traag wordt opgepakt en sterke tegenwind vangt, wordt het tijd om kritisch te kijken naar de eigen uitgangspunten. Emancipatie van dieren betekent dezelfde uitgangspunten gebruiken als bij mensen: vrijheid en gelijkheid. Dierenrechten zijn mensenrechten.

Tenslotte: blijf lachen

Humor helpt om zware onderwerpen als dierenrechten te verlichten, de boodschap toegankelijker te maken en weerstand bij het publiek te verminderen. Door humor te gebruiken, kunnen dierenrechtenactivisten een breed publiek bereiken en hen aanmoedigen om hun gedragingen en overtuigingen te heroverwegen.