Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label duurzaamheid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label duurzaamheid. Alle posts tonen

04 november 2011

Volendamse overlevingsbak voor bijvangst verduurzaamt visserij

Drie Volendamse broers Schilder ontwikkelden een overlevingsbak waarmee ondermaatse vis of vis die niet aangevoerd mag worden - de bijvangst - voor 99% weer levend in zee kan worden teruggezet. Met deze innovatie leveren de broers, die zelf ook vissers zijn, een belangrijke bijdrage aan de verduurzaming van de visserij. De jury van de Herman Wijffels Innovatieprijs 2011 spreekt in haar beoordeling van een 'innovatie met veel impact, niet alleen in Nederland maar hopelijk straks ook op wereldwijde schaal'.
Van de visvangst is 40% bijvangst, waarvan normaal 13% het overleeft bij terugzetten in zee.

10 juni 2011

Waarom wil staatssecretaris Henk Bleker een dialoog over megastallen?

Hoogleraar psychologie te Nijmegen, Roos Vonk, heeft met honderd andere hoogleraren het initiatief gestart om te protesteren tegen de Nederlandse intensieve veehouderij.
In een e-mail aan de ondertekenaars van een pleidooi voor duurzame veeteelt meldt zij:
Inmiddels hebben drie van de hoogleraren een gesprek gehad met staatssecretaris Bleker. Tijdens dit gesprek zijn helaas onze aanbevelingen niet aan de orde gekomen. Ook wilde de staatssecretaris niet ingaan op ons verzoek om alle werkelijke kosten van de veesector in kaart te brengen. Wel heeft hij voorgesteld dat wij een actieve rol krijgen in het maatschappelijk debat over megastallen dat nu wordt gevoerd. Hij zei dat dit debat in feite breder is en gaat over verduurzaming van de veesector. Komende zomer worden de resultaten in kaart gebracht en op basis daarvan zal Bleker in september met beleidsvoorstellen komen.

Tot zover de e-mail. Zij concludeert dat de “gevestigde belangen groot zijn en de weerstand tegen verandering immens”.
Het is de heer Bleker naar eigen zeggen vooral te doen om erachter te komen wat de argumenten zijn die de tegenstanders van de megastallen naar voor brengen. Vermoedelijk wil hij dit weten zodat zijn PR-afdeling zich met de gebruikelijke drogredenen daarop kan richten. De heer Bleker vertegenwoordigt in de eerste plaats de belangen van de banken, de voedingsindustrie en de grootschalige boeren. Dat dierenwelzijn daaraan ondergeschikt is, daarvoor hoef je niet gestudeerd te hebben.

08 juni 2011

Verantwoorde veevoersoja niet duurzaam

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 8 juni 2011 – De import van gecertificeerde soja, zogeheten RTRS-soja, dreigt een daadwerkelijke verduurzaming van veevoer te belemmeren. Dat stelt Milieudefensie in reactie op de eerste verkoop vandaag in Nederland van het omstreden veevoerproduct. “Het is onverantwoord om RTRS-soja "verantwoord" of "duurzaam" te noemen”, aldus Klaas Breunissen van Milieudefensie. Met het certificaat Roundtable on Responsible Soy (RTRS) pretendeert een internationaal samenwerkingsverband van telers, industriële bedrijven en maatschappelijke organisaties sojateelt aan sociale en milieucriteria te binden. Nederlandse bedrijven als Ahold en FrieslandCampina nemen hieraan deel.

De RTRS-standaard schiet echter ernstig tekort. Zo wordt bij de productie ontbossing niet expliciet uitgesloten. Bovendien dreigt enorme vervuiling van het milieu door het volop gebruiken van het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat.

De grootschalige teelt van veevoersoja voor Europese varkens, kippen en koeien veroorzaakt gigantische milieu- en sociale problemen. In Zuid-Amerika wordt oerwoud gekapt voor de aanleg van sojaplantages. Ook leidt de sojateelt zelf tot desastreuse milieuvervuiling en gezondheidsproblemen van de lokale bevolking vanwege het overvloedige gebruik van bestrijdingsmiddelen. Verdere gevolgen zijn ook de uitputting van de grond daar en overbemesting en verzuring van het milieu in Europa.

Echte duurzame landbouw is alleen te bereiken door kringlopen te sluiten. Dat kan door Zuid-Amerikaanse soja te vervangen door in Europa geteelde veevoergewassen. Dan wordt mest van Europese veehouderij teruggebracht op op de akkers waarop de veevoergewassen worden geteeld.

Milieudefensie roept alle spelers in de vlees- en zuivelketen op om soja zo snel mogelijk te vervangen door Europese veevoergewassen en zo de mineralenkringloop te sluiten. “De sector moet haar tijd en energie niet langer verspillen aan een schijnoplossing als de RTRS.”, aldus Breunissen.

19 januari 2010

Pak overconsumptie vlees, zuivel en vis aan

Maatschappelijke organisaties vragen overconsumptie vlees, zuivel en vis aan te pakken

Een derde minder dierlijke eiwitten in tien jaar
Regelgeving voor verduurzaming voedselproductie

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 19 januari 2010 - Veertien maatschappelijke organisaties op het gebied van ontwikkeling, eerlijke handel, milieu, dierenwelzijn en natuurbehoud dringen aan op regelgeving die de overconsumptie van dierlijke eiwitten ontmoedigt en de veehouderij verduurzaamt. In een brief aan de Tweede Kamer stellen de organisaties dat een verlaging van de consumptie van vlees, vis, zuivel en eieren met minstens 33 procent in 2020, onderdeel moet worden van het kabinetsbeleid. Ook bepleiten zij de invoering van regelgeving en financiële prikkels om de consumptie en productie van dierlijke eiwitten te verduurzamen.

Op 20 januari vindt in de Tweede Kamer het debat plaats over de Nota Duurzaam Voedsel. Both ENDS, Compassion in World Farming, Cordaid, Nederlandse Dierenbescherming, Greenpeace Nederland, ICCO, IUCN NL, Milieudefensie, Natuur en Milieu, Oxfam Novib, Solidaridad, Varkens in Nood, Nederlandse Vegetariërsbond en Wakker Dier roepen de politiek op de ambities van dit kabinet om te zetten in meetbare resultaten. “Het kabinet erkent de noodzaak tot verduurzaming van onze dierlijke eiwitconsumptie, en zegt in de Nota Duurzaam Voedsel over 15 jaar koploper te willen zijn. Maar de voornemens blijven steken in mooie woorden zoals het ‘verleiden’ en ‘informeren’ van consumenten en in vrijblijvende overleggen met bedrijven. In de praktijk blijkt dit nauwelijks wat op te leveren.”

De maatschappelijke organisaties roepen op tot het invoeren van het ‘vervuiler betaalt’ principe, bijvoorbeeld via een BTW verhoging op vlees, zuivel, eieren en vis. Ook het stellen van verregaande duurzaamheidseisen aan de veehouderij, zoals een verbod op de import van veevoer uit recent ontboste gebieden en verduurzaming van de visserij via vlootreductie en het instellen van zeereservaten, dragen bij aan de aanpak van mondiale problemen.

Uit recent verschenen cijfers van het Productschap Vee, Vlees en Eieren blijkt dat Nederlanders opnieuw meer vlees eten. Een zorgwekkende ontwikkeling, omdat wij, net als de meeste Westerse landen, al meer vlees eten dan goed voor ons én de planeet is. We hebben te kampen met grootschalige ontbossing, het uitsterven van soorten, klimaatverandering, uitputting van de visbestanden, een ongelijke voedselverdeling en onnoemelijk dierenleed. De Wereldvoedselorganisatie, het Planbureau voor de Leefomgeving, het IPCC en talloze prominente opinieleiders waaronder Al Gore en Paul Mc Cartney, geven aan dat vermindering van de vleesconsumptie op de korte termijn bijdraagt aan het oplossen van deze wereldwijde crises. De maatschappelijke organisaties stellen dat een trendbreuk met ons westerse voedselpatroon onvermijdelijk is en zij willen dat de overheid hierin de regie gaat nemen.

23 december 2009

Melk, de witte milieuvervuiler

‘Melk. Da’s belangriek!’ is de boodschap waarmee LTO sinds vorige maand door het hele land loopt te venten om het imago van zuivel en de melkveehouderij op te poetsen. Met deze campagne wil LTO het publiek wijzen op ‘het belang van de Nederlandse melk voor welvaart en welzijn’. Bij Sinterklaasintochten, op kerstmarkten en zelfs bij de 3FM Serious Request-actie in Groningen vragen LTO-leden aandacht voor de positieve bijdrage die de melkveehouderij levert aan mens en milieu. Een onwaarheid als een koe!

De gezondheidsbezwaren die aan de consumptie van zuivel kleven zijn niet mis. Vanwege het hoge gehalte aan verzadigde vetten wordt zuivelconsumptie steeds vaker in verband gebracht met vetzucht. Er zijn onderzoeken die aantonen dat er een verband is tussen zuivelconsumptie en borstkanker. En wie melk drinkt voor sterke botten komt bedrogen uit: vanwege de samenstelling veróórzaakt melk juist botontkalking. Maar melk is ook helemaal niet bedoeld als voedingsmiddel voor de mens! Koeienmelk is bestemd voor koeienbaby’s, mensenmelk voor mensenbaby’s.

De milieubezwaren van de zuivelproductie zijn echter nog veel groter. De veehouderijsector is namelijk de grootste producent van broeikasgassen. Steeds meer gerenommeerde wetenschappers en onderzoeksinstituten (zoals de Wereldvoedselorganisatie en het World Watch Institute) komen tot die conclusie. Wereldwijd stoot de veehouderij, met alles wat ervoor nodig is, meer broeikasgassen uit dan alle verkeer en transport bij elkaar. De melkveehouderij heeft daarin een fors aandeel, door de productie van grote hoeveelheden methaan en lachgas – broeikasgassen die een vele malen sterkere broeikaswerking hebben dan CO2 (resp. 21 en 310 keer). De door de zuivelsector als milieuvoordeel gepresenteerde opname van CO2 door gras wordt als weinig relevant beschouwd vanwege de korte cyclus, waardoor de CO2 alweer snel vrijkomt. Het krachtvoer dat koeien krijgen om de melkproductie op te voeren bestaat o.a. uit maïs en sojaschroot. Het verbouwen daarvan geeft extra milieubelasting. ‘Sojaschroot’ is geen afvalproduct, zoals vaak wordt beweerd, maar het sojameel waaruit de sojaboon (na bewerking) voor 80% bestaat. Dan is er de mest: elke kilo melk die een koe produceert, gaat gepaard met zo’n 3,5 kilo mest. En voor elke kilo kaas is wel 10 kilo melk nodig. Dus 35 kilo mest naast één kilo kaas. Stelt u zich dat eens voor in uw koelkast!

Boeren zouden een belangrijke rol kunnen spelen als landschapsbeheerders. Maar door de intensieve veehouderij en landbewerking neemt de biodiversiteit juist sterk af. Lucht, bodem en water worden vervuild. Weilanden zijn strakke biljartlakens geworden, waar bijna al het leven uit verdreven is. Steeds meer koeien staan permanent op stal. Landschappelijke waarden zijn ondergeschikt gemaakt aan bedrijfseconomische overwegingen.

De Nederlandse zuivelsector wil per sé de melkboer van Europa zijn, of liever nog van de hele wereld. (Terwijl driekwart van de wereldbevolking nota bene lactose-intolerant is en helemaal geen melk verdraagt.) Daardoor is melk een marginaal bulkproduct geworden. Hoe kun je als boer dan een goede prijs bedingen voor je melk en waardering oogsten van de consument c.q. burger? Is het dan gek dat melk in de supermarkt minder kost dan flessenwater...? En zo komt het dat LTO nu de boer op gaat met twijfelachtige gezondheidsclaims en valse verkooppraatjes over positieve milieubijdragen. Die energie kan de sector beter steken in duurzame en diervriendelijke kwaliteitsproductie.

Daniëlle Hutter

03 november 2009

Overheid moet doorbraak forceren in duurzame voeding

In Trouw van 30 oktober pleit AH voor het volgende.
Supermarktreus Albert Heijn vindt dat de overheid een doorbraak moet forceren in de markt voor biologische en fairtradeproducten. Gebeurt dat niet, dan blijft duurzaamheid in voeding een marginaal verschijnsel.
Pogingen van de grote spelers in de supermarktwereld duurzaamheid op een hoger niveau te brengen zijn tot op heden gestrand. Volgens Albert Heijn kan de markt zelf niet voor een doorbraak zorgen. Zonder aanzienlijke initiatieven van de overheid gekoppeld aan afdwingbare regels zal duurzaamheid in voeding onvoldoende van de grond komen. Een supermarktconcern, hoe groot ook, lukt dat niet, zegt Simone Hertzberger, hoofd kwaliteit van Ahold Nederland. Ook supermarkten samen zullen volgens haar niet slagen om een echt grote stap naar duurzaamheid te zetten.

In de Volkskrant van 3 december 2009 reageert Han Swinkels van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) vindt het plan van Albert Heijn `een ouderwets idee'. Volgens hem is een wet voor duurzame voedselproductie onmogelijk omdat Nederland deel uitmaakt van de Europese Unie. Tweederde van de landen tuinbouwproducten wordt geëxporteerd, zegt Swinkels. `Als alleen wij duurzaam produceren, dan verliezen we Europese klanten die elders niet-duurzaam voedsel goedkoper kunnen krijgen'.
`Duurzaam' is bovendien moeilijk te definiëren zegt Peter Jens, directeur van de biologische landbouw- en voedingorganisatie Biologica. `Die boontjes uit Kenia zijn misschien sociaal wel duurzaam geteeld, maar ze hier heen krijgen leidt nog altijd tot veel C02-uitstoot'. Volgens Jens is en het daarom nog veel te vroeg voor een algemene wet.
Tot zover een aantal reacties van diverse organisaties.

Zoals gebruikelijk compliceren ze een zaak die in principe heel eenvoudig is: in de Nederlandse veehouderij wordt geproduceerd voor de buitenlandse markt. Om op die markt te kunnen concurreren wordt in eigen land bezuinigd op dierenwelzijn en milieu. Niet iedereen ziet in dat die bezuinigingen onrechtvaardig zijn en voor de langere termijn schadelijk zijn voor onszelf. We vergroten het risico van gevaarlijke opwarming van het klimaat en het uitbreken van gevaarlijke ziekten. We verkleinen de biodiversiteit en de aantrekkelijkheid van het landschap en de natuur.
Daar ligt een taak voor de overheid, zoals AH terecht stelt. Om de overheid zo ver te krijgen is de medewerking van de politiek nodig. En die is nog niet zover om de belangen van een kleine groep ondernemers te beperken ten behoeve van het grotere belang van de samenleving.
Het congres van het CDA, bijvoorbeeld, heeft in weekend van 30 oktober 2009 nog een motie weggestemd om minder vlees te eten door een vleesloze dag te introduceren. Zolang politici en burgers nog niet zelf de verantwoordelijkheid nemen voor het verminderen van de effecten van hun eigen eetgedrag op de opwarming van het klimaat, zullen we blijven modderen en -al wijzend naar elkaar- de eigen verantwoordelijk afschuiven.

28 mei 2009

Veehouder vraagt feiten maar brengt fictie

De heer Waalkens (PvdA) pleit in het Dagblad van zaterdag 23 mei dat de discussie over de intensieve veehouderij (bio-industrie) over feiten moet gaan zonder ook maar een feit te noemen. Bij dhr Waalkens, zelf veehouder, zou je kunnen aanvoeren dat hij zijn betoog houdt uit eigen belang. Het beeld dat de intensieve veehouderij duurzaam kan zijn klopt niet. 13 miljoen! hectaren oerwoud per jaar wordt gekapt om plaats te maken voor de productie van soja en graan dat gebruikt wordt als voer voor vooral varkens en kippen. Meer dan 5 kilo veevoer is nodig voor het produceren van 1 kilo vlees. Door deze kap sterven nu 1000x sneller als ooit waargenomen diersoorten uit. Nederland is na China de grootste importeur van soja. De klimaatveranderingen kunnen we makkelijker de baas als we onze (vlees) consumptie beperken. Vele duizenden kilo’s antibiotica worden preventief gevoerd aan kippen en varkens in de bio-industrie. Effectievere maatregelen ter voorkoming van dierziekten is het vermijden van grote concentraties van dieren op een plek. Dat lukt alleen in kleine veehouderijen.

Laten we produceren voor onze eigen behoefte, niet voor onze hebzucht. Kies daarom ook voor een vleesvrije dag in week.

Johan de Leeuw

11 maart 2009

Kortzichtig pleiten voor bezuinigen op aanleg EHS

In tijden van economische crisis is het logisch om het uit productie nemen van landbouwgrond ten behoeve van natuur kritisch te bezien. Het is een gemakkelijke besparing: er hoeft geen grond te worden aangekocht en de grond kan verder worden geëxploiteerd met gewassen voor voedsel of als grondstof voor biobrandstoffen.
Er zijn zelfs mensen die natuur in een Ecologische HoofdStructuur lelijker vinden dan agrarisch cultuurlandschap.
Waar het omgaat is leefbaarheid in balans. Dat betekent dat we in ons land niet alleen oog moeten hebben voor economische belangen, maar dat we ons zouden moeten realiseren dat een ecologische balans samengaat met het belang van de natuur, diersoorten en bijvoorbeeld recreanten.
Het ontstaan van een economische crisis is aanleiding voor velen om onder de vlag van besparing in feite het eigen belang proberen veilig te stellen. Eind 2008 is een economisch zeepbel ingeklapt. Dat kost sommigen veel geld en levert veel discussie op hoe belastinggeld moet worden ingezet om enerzijds duurzaamheid te bevorderen en anderzijds onze welvaart op peil moet houden.
De reeds lang op stapel staande plannen om in ons land leefgebieden in de natuur beter en ruimer met elkaar te verbinden zijn gericht op leefbaarheid van plant, dier en mens. Een land dat om kortzichtige redenen de leefbaarheid van zijn leefomgeving ten koste laat gaan van gemakkelijke en kortzichtige economische doelen wordt op de lange duur steeds onleefbaarder. En de gevolgen daarvan stralen negatief uit naar de wijze waarop mensen met elkaar omgaan. Om nog maar te zwijgen over de gevolgen voor de menselijke gezondheid van een milieu waarin geen ecologische balans (meer) is.

Klik hier om meer te lezen over de Ecologische HoofdStructuur.

09 februari 2009

Duurzaamheid is het toverwoord om te bedelen voor subsidie

Nu in de landbouw door de kredietcrisis de buikriem wat dreigt te worden aangehaald probeert de Agrosector met oude wijn in nieuwe zakken weer eens een graai te doen in de subsidiepot. Het verzoek om steun van de overheid gaat onder het mom van duurzaamheid bevorderen.
Toen de vuilnisdienst een te lage status kreeg, werd de naam veranderd in milieudienst.
Toen het spuiten van landbouwgif door de consument met argusogen werd bekeken, hernoemde men het gif in gewasbeschermingsmiddelen.
Ordinair meer geld verdienen door te bezuinigen op dierenwelzijn en megastallen te bouwen heet nu rendementsverbetering.
Is mest een probleem? We voegen wat voedsel toe aan de mest en we wekken energie op via een biomassavergisting in een biogasinstallatie of we rijden meer uit op het grasland dan de EU verstandig vindt en noemen dat derogatie.
Wordt energie te duur? We vragen subsidie om maatregelen te nemen om energie te besparen en daarmee de concurrentiepositie te versterken en om nog meer buitenlandse boeren te kunnen beconcurreren.
Heeft het publiek problemen met het permanent houden van vee binnen de stallen? Geen probleem, we noemen het binnenshuis verzamelen van mest minder belastend voor het milieu.
Vindt het publiek de megastallen lelijk? We pleiten voor een betere inpassing van agrarische bedrijvigheid in het landschap.
Vindt het publiek dat varkens niet permanent tussen stangen moeten staan? We richten wat (zicht)stallen in met varkens in het stro en we laten het publiek binnen met de boodschap dat straks alle varkens zo gehuisvest zullen worden.

Kortom, de lijst met voorbeelden waarop de Agrosector de belastingbetaler in het ootje neemt is lang. Het gaat niet om de waarheid, maar om de geloofwaardigheid van het imago. En de sector weet dat het publiek zich graag in slaap laat sussen. Die heeft immers andere zorgen aan zijn hoofd dan het luisteren naar zijn geweten.

Het “verduurzamen” van de agrosector is allemaal uitstel van executie, want de Nederlandse veehouderij bevindt zich op een doodlopende weg. Dat de grote boeren, die het hardst doen aan schaalvergroting, het laatst zullen overblijven is geen argument om onder het mom van duurzaamheid belastinggeld over de agrarische hanenbalk te gooien.
Wat boeren hier in ons land doen, kunnen boeren in het buitenland op den duur veel goedkoper wanneer ze –gedwongen door valse concurrentie- de innovaties en het negeren van de belangen van mens, dier en milieu van ons overnemen.
Duurzaam beleid is de veestapel te verkleinen en over te laten aan die veehouders die minstens het eko-keurmerk of het Demeter-keurmerk voeren, maar liefst nog meer doen aan echt ecologisch verantwoorde maatregelen. Het kost de consument wel wat meer geld en levert gezondere voeding op, maar het bespaart de belastingbetaler bakken met geld.

16 november 2008

Kan een tonijn verantwoord worden gevangen?

Uit een NRC artikel met als titel “Visserij EU vangt te veel tonijn”

Het agentschap voor visserijcontrole, dat dit jaar voor de eerste maal de controlemiddelen van een aantal lidstaten coördineert, schrijft dat er „aanzienlijk” is geknoeid met de vangstrapportage. Voorts is vastgesteld dat „op grote schaal” gebruik is gemaakt van verboden verkenningsvliegtuigjes om scholen tonijn op te sporen. Volgens het rapport is het bij de meeste visserijbedrijven „geen prioriteit” om de wettelijke vangstbeperkingen na te komen.

In de Volkskrant van 14 november en de melden de Stichting Doen en de Postcodeloterij:

Kapitein Jack 'Bandini' Webster: Veel tonijnvissers wereldwijd hebben tegenwoordig een slechte reputatie, terwijl de meeste vissers juist veel affectie hebben met het vak en de zee. Je moet wel, want het is heel hard werken. Het is belangrijk voor ons om het duurzaamheidskeurmerk te dragen. Hiermee kunnen we aantonen dat we het goed doen en de vis niet afkomstig is van piraat visserij en zonder bijvangst van bijvoorbeeld schildpadden gevangen is'.

Tot zover de Volkskrant.

Wie garandeert de consument dat de drager van het MSC duurzaamheidskeurmerk, afgegeven door de Marine Steweardship Councel zoveel affectie met het welzijn en voortbestaan van tonijn heeft als met het vak en de zee……?
Wat is goed doen? En is het voldoende als de visser geen bijvangst heeft?

Wikipedia meldt:
De drie hoofdprincipes van de MSC-standaard voor duurzame visserij betreffen:
1. De toestand van de vis- of schaal of schelpdier dierbestanden moeten gezond zijn en blijven.
2. De impact van de visserij op het ecosysteem moet beperkt zijn en blijven.
3. Het visserijbeheer moet goed georganiseerd zijn, aantoonbaar nageleefd en gecontroleerd worden.
Ongeacht de grootte, het bereik, de soort, het vangstgebied of hoe intensief er gevist wordt, kan een visserij een aanvraag indienen om door een onafhankelijke certificeerder getoetst te worden aan de MSC-milieunorm. Indien een visserij voldoet aan de norm dan wordt de visserij gecertificeerd. Ondernemingen die het MSC-keurmerk op hun producten willen gebruiken, moeten vervolgens een certificaat van ketenbeheersing krijgen om de traceerbaarheid van de gecertificeerde vis te verzekeren.
Een MSC-evaluatie is een traject waar een visserij, een of enkele schepen, of een gehele vloot, door een onafhankelijke onderzoekscommissie (dus niet door MSC zelf) aan de MSC-standaard getoetst wordt. Het evaluatietraject duurt vaak 12-15 maanden, maar kan langer duren. Het gehele traject is openbaar en elke belanghebbende (van vissers, tot wetenschappers, tot milieuorganisaties) kan participeren in het evaluatietraject. Zo zijn er verschillende inspraak en bezwaarprocedures mogelijk. Indien een visserij dit evaluatieproces doorstaat, dan verkrijgt het een certificaat voor een periode van vijf jaar, waarbij er jaarlijks minimaal een controle plaatsvindt.

Tot zover Wikipedia.

Is met bovengenoemde een verantwoorde doding van een tonijn bij het vangen gewaarborgd? Er is niets dat hier op duidt.

21 januari 2008

Rentmeesterschap, respect en duurzaamheid zonder inhoud

De minister wil naar een veehouderij die produceert met respect voor mens, dier en het milieu. Hier uit volgt automatisch dat dat respect voor mens, dier en milieu dus nu nog ontbreekt.
In Nederland worden per jaar ruim 750 miljoen dieren respectloos gefokt en geslacht. Over een periode van vijftien jaar zijn dat er dus 11,2 miljard.
Waarom moet het van deze CDA-minister nog vijftien jaar voor dat dat respect, mate name ten opzichte van dieren, er wel is. Het CDA en haar aanhangers beschouwen zich als rentmeesters van Gods schepping. Lekkere rentmeesters....
De minister specificeert nergens wat zij onder ‘respect’ bijvoorbeeld ten opzichte van dieren verstaat. Er zijn talloze voorbeelden te geven van respectloze behandeling van dieren: (onverdoofd) castreren van varkens, het (onverdoofd) snavelkappen van kippen, het versnipperen van haantjes, het (onverdoofd) onthoornen van koeien. Waarom noemt de minister die niet en zegt ze er niet bij wanneer deze walgelijke praktijken moeten zijn gestopt.
De minister ziet vier nieuwe uitdagingen. Deze uitdagingen gaan alle vier over de portemonnee van de veehouder. In geen van de genoemde uitdagingen wordt over het welzijn van dieren of de toestand van het milieu gerept.
Over het dierenwelzijn meldt de minister slechts: ‘Dierenwelzijn kan botsen met goede arbeidsomstandigheden en bescherming van het milieu.’
Het is deze zin die haarscherp aangeeft dat de minister in haar toekomstvisie over de veehouderij, niet de belangen van het vee, maar die van de veehouder op het oog heeft.

30 oktober 2007

Versluierend taalgebruik door Verburg

Minister van LNV, Gerda Verburg, laat in een brief het volgende weten:

Tijdens het Nota-overleg Duurzame Daadkracht van 19 april 2004 is, op initiatief van mevrouw Van Velzen (SP), gesproken over internalisering van maatschappelijke kosten van de varkenshouderij. Naar aanleiding daarvan heeft het LEI een quick scan literatuuronderzoek verricht dat op 7 maart 2005 aan de Kamer is verzonden. Deze quick scan liet een aantal belangrijke vragen open die niet op korte termijn beantwoord konden worden en/of beleidskeuzes inhielden. In de begeleidende brief heeft mijn voorganger destijds aangegeven dat het streven van verdiscontering van maatschappelijke kosten in de kostprijs een onderdeel is van het beleid voor de verdere verduurzaming van de intensieve veehouderij. Tevens heeft hij in die brief het voornemen geuit nader onderzoek uit te voeren naar de maatschappelijke kosten van de sectoren varkenshouderij en pluimveehouderij, waarbij ook de situatie in andere lidstaten wordt betrokken vanuit het oogpunt van internationale concurrentiepositie.

Tot zover de minister.

In gewone taal: hierboven staat dat de minister uiterst traag ingegaan is op het verzoek van Krista van Velzen en haar vragen half heeft beantwoord. Er is vanuit het ministerie van LNV tegenzin om de kosten, die nu nog op de maatschappij worden afgewenteld, door te berekenen aan de boeren zelf. Men verwacht namelijk dat de kostprijs van de varkens te hoog wordt om nog op de buitenlandse markt vlees te kunnen verkopen.

Tot zover een weerslag van wat de minister bedoelt.

De Nederlandse regering wil zolang mogelijk proberen om de exportpositie van de Nederlandse intensieve veehouderij vol te houden of te vergroten. Zij kan dat alleen wanneer de belastingbetaler de negatieve gevolgen betaalt. Met andere woorden: niet de vervuiler betaalt, maar de hard werkende burger.

08 maart 2006

Vogelgriep? It is the economy, stupid!

Veevoeder- en visvoedingsfabrikant Nutreco wil zalm omtoveren tot vegetariër. Dat is gemakkelijker dan de mens te bewegen om zelf vegetariër te worden. Visvoedingsfabrikant Nutreco ziet dat als de enige mogelijkheid om ook op lange termijn de groeiende wereldbevolking aan zalm te helpen. Uiteraard, maar er zijn een aantal goede redenen om dit voornemen te wantrouwen.
Nutreco verwerkt veel vismeel en visolie in zijn voer. Maar deze grondstoffen worden steeds duurder, vooral nu in Amerika pillenfabrikanten profiteren van de nieuwste gezondheidshype, de Omega-3 vetzuren.
Nutreco is grootaandeelhouder van 's werelds grootste zalmkweker, Marine Harvest. Marine Harvest haalde vorig jaar een belangrijk deel van de nettowinst voor Nutreco binnen (46 miljoen). Nutreco brengt Marine Harvest naar de beurs in Oslo voor acquisities in de groeiende diervoermarkten van Centraal- en Oost-Europa, Azië en Latijns-Amerika en voor investeringen in visvoer. Verder kan Nutreco met de opbrengst een actievere rol spelen bij de consolidatie van de vleessector in de Benelux en Spanje.

Maar er verschijnen niet alleen beren op de weg, maar ook aan de rivier. Josef Reichholf, een Duitse professor in de dierkunde aan de universiteit van München is van mening dat de wereldwijde verspreiding van de vogelgriep waarschijnlijk veroorzaakt is door het binnendringen van besmette fecaliën van pluimvee in de voedselketen, via vis.
Nutreco heeft belangen in de allerlei schakels in de voedselketen: het veevoer, de visvoedingsindustrie en de vleessector. Door de intensieve vis- en veehouderij te ondersteunen is Nutreco mogelijk ongewild betrokken bij het vergroten van de kans op het uitbreken van een pandemie door de vogelgriep.

Zou het niet veiliger voor de volksgezondheid en meer duurzaam zijn als de mens ipv de zalm vegetariër zou worden? Voor het hachje van de Amerikaans pillenfabrikanten hoeft de consument overigens niet bang te zijn, want zij zullen ook profiteren van het uitbreken van de vogelgriep. Immers, zoals ex-president Clinton al zei: it is the economy, stupid!

19 januari 2006

Biologische en intensieve veehouderij niet echt duurzaam

Wie duurzaamheid in de veehouderij nastreeft, let op energetische, economische, ecologische, ethische, sociale, juridische en politieke aspecten. Zo bezien voldoen zowel de biologische als de intensieve veehouderij niet aan deze doelstellingen.
Door de vrije markt staan al deze aspecten onder hoge druk waardoor bijna geen bedrijfsvoering gezond kan worden genoemd.
Door interne en externe factoren groeien biologische en intensieve veehouderij in duurzaam produceren steeds meer naar elkaar toe. De biologische sector omdat men steeds minder streng let op bovengenoemde aspecten en de intensieve veehouderij doordat men de ondergrens optrekt.
Wat er in beide sectoren nog steeds aan ontbreekt, is een echt gesloten kringloop van lokaal geproduceerd en afgezet voedsel. Ook zijn de leefomstandigheden van de dieren bij lange na nog niet natuurlijk te noemen.
Wat er moet gebeuren is dat de vrije markt voor deze sector iets minder vrij wordt. Dat wil zeggen strengere regels in termen van echte duurzaamheid en meer bescherming van import van onverantwoord geproduceerde voeding van ver.

Op een NRC-webcongres reageert Ank Linden van Ruiten uit Nijmegen met:
Met de formulering van de stelling 'Vleeseters die geen biologisch vlees kopen, moeten niet zeuren over bio-industrie en dierenmishandeling’ ben ik het niet eens. De meeste bio-industriële vleeseters –om ze zo maar eens te noemen– interesseert het geen bal waar het vlees vandaan komt, en ze zeuren ook niet over dierenmishandeling. Ze willen alleen maar zo goedkoop mogelijk vlees eten. Waar dat vandaan komt zal hen gebraden zijn! Overigens: de termen ‘bio-industrie’ en ‘biologische veehouderij’ werken erg verwarrend. Je moet al wel goed op de hoogte van de bio-problematiek zijn om dat verschil in betekenis tussen bio-industrie en bio-houderij goed te kunnen begrijpen.. In de huidige aanduidingen zit voor de meeste mensen géén bio-‘logisch’ verschil!

En net zo frappant: wat lijkt de behandeling en verzorging van de meeste dieren toch veel op die van veel menselijke wezens! Hoe groot is het percentage medemensen -jong en oud- dat net als ons slachtvee weggestopt wordt in krappe behuizingen, waar zij tegen zo laag mogelijke kosten min of meer kunstmatig mogen wegkwijnen na een leven vol stress, pijn en verveling? En evenals die dieren zijn ook mensen levende wezens met gevoel, die je niet als ‘dingen’ mag en kunt (laten) behandelen.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.