Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label economie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label economie. Alle posts tonen

27 januari 2016

Moet de overheid rituele slacht verdedigen?

Prof. dr Ruard Ganzevoort (VU) legt in het kader van de Universiteit van Nederland in deze video uit hoe de Nederlandse overheid om probeert te gaan met religie en illustreert dat aan de hand van de discussie over rituele slacht. Is God met ons? met hen? of ook met de dieren?

Ruard Ganzevoort (Vrije Universiteit) is hoogleraar Praktische Theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en gefascineerd door de soms moeizame relatie tussen religie en samenleving.

16 september 2015

Banken frustreren kansen diervriendelijke kippenhouderij

Journalist Jarl van der Ploeg meldt in de Volkskrant op 14 september het volgende.
Nederlandse banken hebben tientallen miljoenen euro's uitgeleend aan een van de grootste kippenboerderijen ter wereld, in Oekraïne. Het goedkopere vlees dat hier op de markt is een rechtstreekse concurrent van vlees van de Nederlandse boeren, die zich aan veel meer regels moeten houden.
Het Oekraïense Myronivsky Hliboproduct (MHP) is in handen van Yuriy Kosiuk, een van de rijkste mannen van Oekraïne. Op 380 duizend hectaren land ten zuidwesten van Kiev produceert MHP eigen kippenvoedsel en worden jaarlijks 332 miljoen kippen geslacht, ingevroren, verpakt en uiteindelijk geëxporteerd. Ter vergelijking: in Nederland worden jaarlijks 465 miljoen kippen geslacht.

Rabobank en ING hebben miljoenen euro's geïnvesteerd in de kippenfabriek. Rabobank maakt in de periode 2008-2018 127,1 miljoen euro over aan MHP, ING investeert 42,8 miljoen.

De banden tussen MHP en Nederland zijn stevig. Nederland is een van de belangrijkste afnemers: vorig jaar werd ruim 12 duizend ton kippenvlees geïmporteerd vanuit Oekraïne - hoofdzakelijk van MHP. Nederlandse bedrijven leverden techniek voor bijvoorbeeld de Oekraïense slachterijen.
Tot zover de Volkskrant.

Voor de goede verstaander: Nederland is vooral een doorvoerland voor kippenvlees. Agropolitici gebruiken de exportcijfers van deze verwerkingsindustrie graag om de omvang van de productie van de sector groter te doen lijken.
In eigen land worden veel meer kippen gehouden dan worden geconsumeerd. Daarbovenop importeert Nederland kippenvlees met als doel deze te exporteren na verwerking. Men noemt dat valorisatie: het toevoegen van waarde van een product ongeacht waar het vandaan komt of naar toegaat. Het gaat in de verwerkende industrie vooral om de export.
De banken die zowel investeren in binnen- als in buitenlandse kippenhouders snijden zich een beetje in eigen vlees, wanneer Nederlandse kippenhouders door de buitenlandse concurrentie failliet dreigen te gaan en zo hun schulden bij de bank niet kunnen betalen. Het is ook hypocriet en in tegenspraak met het eigen beleid.
Maar de kans dat boeren met schulden aan de bank failliet gaan, wordt weer verkleind door de EU die –met geld van de belastingbetaler- de sector met financiële hulp ondersteunt zonder daarvoor een wederdienst te vragen. Alzo worden de risico’s voor de banken gespreid door internationale investering en verkleind door de belastingbetaler. Lachende derde is de Nederlandse kippenvleesverwerkende industrie die uit binnen- en buitenland goedkope grondstoffen krijgt.
Verliezer is de kip, omdat de banken dieronvriendelijke kippenhouderij in het buitenland in het zadel helpen, kunnen Nederlandse kippenhouders die willen investeren in diervriendelijker systemen dit nauwelijks bekostigen.

Voor de goedwillende, diervriendelijke consument zijn er een aantal mogelijkheden om deze situatie helpen aan te pakken:
• Van bank te wisselen wanneer je bankiert bij de ING of RABObank.
• Een diervriendelijke(r) partij stemmen bij verkiezingen.
• Geen kippenvlees meer eten.
• Deel uw mening met anderen.

Klik hier wanneer je meer wilt weten over wat je als individu voor dieren kunt doen.

Oorzaak: hypocrisie en onverschilligheid.
Gevolg: dierenleed, milieuvervuiling.
Verband: demagogie, overproductie.

13 september 2015

Boeren verdienen geen steun uit Brussel meer

Boeren leggen geen buffers aan. Zij willen groeien en zo min mogelijk belasting betalen. Subsidie ontvangen daar hebben ze geen enkele moeite mee.

Marike Stellinga is econoom en schrijft in NRC Handelsblad van zaterdag 12 september over de 500 miljoen steun die Brussel gaf aan de protesterende boeren.

Een citaat.
De wereldeconomie is een ongeleid projectiel. Belangrijke sectoren, als voedsel, hebben regulering nodig,” zei de voorman van de melkveehouders in deze krant.
Maar beste meneer, dat geldt voor alle bedrijven. Dan kunnen belastingbetalers élk bedrijf gaan compenseren, wanneer de wereldeconomie even de verkeerde kant op gaat.
Op- en neergang hoort echt bij de economie en dus bij ondernemen. En dat zal je echt zelf moeten opvangen, ook als boer (hoge uitzonderingen daargelaten). Er is nog een argument tegen al die hulp: je beloont slecht gedrag en straft de verstandige ondernemer. Elke keer dat de overheid zielige boeren redt die geen buffer aanlegden voor slechte tijden, staat de ondernemer die wel een buffer aanlegde voor gek. Die kijkt de volgende keer wel uit: hij kan net zo goed meer risico nemen, want de overheid redt je toch wel. Met elke ronde hulp zal je dus minder boeren krijgen die voor zichzelf kunnen zorgen. Van mij mag de markt voor voedsel dus een stuk normaler worden, of moet ik zeggen gezonder?
Op- en neergang hoort bij de economie. Dat moet je zelf opvangen, ook als boer.
Tot zover Marike Stellinga.

Door de huidige kennis over voedseltechnologie is in principe elk land in staat om voldoende voedsel te produceren voor haar bevolking. Het oorspronkelijke probleem van voedselonzekerheid is nu overproductie geworden, waardoor landen elkaars markten kapot kunnen concurreren.

Vlees en zuivel zijn dierlijke producten. Om daarmee de kostprijs bij productie laag te houden, gaat ten koste van dierenwelzijn. Het mestoverschot leidt in landen die exorbitant overproduceren, zoals Nederland, tot milieuproblemen, waarvoor de belastingbetaler direct (om de vervuiling op te ruimen) of indirect (via subsidie uit Brussel) voor opdraait.

15 augustus 2015

Het ontbreken van toegevoegde waarde van bio-industrie

Arjan Wisman van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) zette in opdracht van Wakker Dier de economische resultaten van vleesvarkens en vleeskuikens over 1980-2013 op een rij. De redactie van De Nieuwe Oogst vatte zijn aanbevelingen als volgt samen:
“Vleesvarkens- en pluimveehouders verdienen steeds minder per kilo vlees. Ze moeten dus meer produceren voor een voldoende inkomen. Meer productie kan door meer dieren te houden per arbeidskracht en/of een hogere productiviteit van het dier”.

Een hoger productiviteit van het dier zou bij een koe betekenen “nog meer uitmelken”. Bij een varken of een kip betekent het nog minder energie steken in welzijn van het dier, automatiseren, de kostprijs verlagen of de groeisnelheid vergroten.

Het is de verantwoordelijkheid van de samenleving om de grenzen te bepalen in hoeverre dieren onderwerp van economische uitbuiting mogen zijn.
De Nederlandse bio-industrie voegt niets noemenswaardigs toe aan de Nederlandse welvaart.

Bio-industrie heeft vrijwel alleen nadelen, geen toekomst in ons land en in het buitenland kunnen ze het goedkoper.

Waarom stoppen we er dan niet mee?

29 juli 2015

Voedsel zou geen onderwerp van concurrentie moeten zijn

Boeren die produceren voor de export zijn afhankelijk van politieke ontwikkelingen. De Franse boeren die wegen blokkeren om een reactie van de overheid af te dwingen en die vrachtwagens met geïmporteerd voedsel leeghalen zijn een beetje hypocriet en voeren op een oneigenlijke manier actie. Het is geen wonder dat deze acties maar in beperkte (eigen) kring enthousiast worden ontvangen.
Het is begrijpelijk dat een melkveehouder minimaal kostendekkend wil produceren.
Door de overproductie na het afschaffen van het melkquotum, het sluiten van de Russische markt en het bij nader inzien toch niet zo'n grote Chinese behoefte aan babymelkpoeder kunnen voedselverwerkers hun producten niet meer kwijt. Dus zakken de prijzen.

Wat de een te veel produceert kan een ander niet meer verkopen. Ook een wereldmarkt is op een gegeven moment verzadigd. Boeren concurreren elkaar kapot. Niet de beste wint, maar de meest gewetenloze of minst milieu- of diervriendelijke boer. Het is een ratrace of race-to-the-bottom geworden. Argumentatie over wat er aan de hand is, is vooral een uitwisseling van halve waarheden, chauvinisme en drogredenen (zie labels).

De situatie van overproductie en veel negatieve gevolgen voor dierenwelzijn en milieu roept de vraag op of voedsel wel zo geschikt is voor de vrije markt. Natuurlijk, niemand zal pleiten voor het ter ziele gegane communistische systeem waarbij een centraal comité de productie van voedsel plande, maar een betere afstemming en verdeling van productie binnen de EU moet mogelijk zijn. Waarom binnen Europa vlees en zuivel overproduceren en boeren uit buurlanden kapot concurreren? Waarom binnen continenten überhaupt meer voedsel produceren om elkaar tussen continenten te beconcurreren?

De nadelen van de vrije markt voor voedsel zijn evident. Wie concrete voorbeelden wil lezen, zie onderaan via de labels.
Het wordt tijd om binnen de internationale politiek afspraken te maken om te stoppen met het heen en weer slepen van voedsel over de wereld en om de voedselstromen zo te reguleren dat ieder mens op de wereld voldoende te eten krijgt en nadelen als dierenleed en milieuschade worden gestopt.
Een eis van grondgebondenheid, waarbij het voer op eigen land verbouwd wordt en de mest op eigen land wordt uitgereden, helpt al een groot deel van de overproductie te stoppen.

20 mei 2015

Hebben stadse mensen benul van natuur?

Boeren en mensen op het platteland die met plezier dieren doden moeten weinig hebben van protesten van mensen uit de stad. Gansenvergasser Arie den Hertog van Duke Faunabeheer uit Lelystad wordt in een artikel in Trouw als volgt geciteerd.
Mensen die hem dierenbeul noemen, doet hij af als stedelingen die geen idee hebben van hoe de natuur werkt. Bovendien, vlees eten van een beest met een beter leven dan een Schiphol-gans kan haast niet. "Mensen hebben geen idee meer waar hun eten vandaan komt. Dit vinden ze zielig maar ze hebben geen idee waar het vlees uit de supermarkt vandaan komt".
Tot zover Trouw.

Er zullen niet veel mensen in de stad zijn die denken dat er in de vrije natuur dieren worden gedood doordat andere dieren hen vergassen. Er zullen veel mensen uit de stad zijn die Arie groot gelijk geven dat hij zijn geld verdient door met plezier ganzen op te drijven en te doden. Dat hij ons wil doen geloven dat het bijna een gelijke strijd is omdat ganzen zo slim zijn, is doorzichtig. Zo gaat het nu eenmaal op het platteland: mensen zijn machtiger dan dieren en er moet geld verdiend worden en alles en iedereen die daarbij in de weg loopt, moet uit de weg worden geruimd. Dat is de logica van de economie en de overheid legaliseert dat.
Mensen in de stad hebben er ook voordeel van want vlees en zuivel wordt zo goedkoop mogelijk geproduceerd, zodat consumenten in binnen- en buitenland er weinig voor hoeven te betalen. Een saai landschap, vervuild drinkwater en andere nadelen ten laste van de belastingbetaler die zien we bijna nooit, want we fietsen alleen met een paar mooie dagen door het platteland en dan is genoeg te zien. Een pas gemaaid grasland, kaal en lichtgroen als een biljartlaken, met zwarte vogels op zoek naar insecten dat is voor sommige stadsmensen een esthetische ervaring. En die stedelingen die weten waar echtere natuur is te vinden die gaan niet fietsen op het platteland. Of ze blijven in de stad, want de biodiversiteit is in de stad groter dan op het platteland.
Het platteland is gevuld met mensen die hun geld verdienen met het exploiteren van de natuur en die hun verdienmodel zo optimaal mogelijk maken door bewust het moment te kiezen waarop een jong dier niet meer waarde toevoegt, omdat het niet meer in gewicht toeneemt of de productie daalt en het om economische redenen het beste naar de slacht kan worden gebracht. Het platteland is geen rusthuis voor volwassen of oude dieren die niet meer bijdragen aan de omzet. Daar zullen de meeste mensen uit de stad mee kunnen leven. Wat hun wel raakt is de angst van de dieren die gedood gaan worden en bereid zijn tot het uiterste te vechten om hun jongen te verdedigen. Maar deze compassie zet weinig zoden aan de dijk, want deze angst verschilt niet van de angst van een dier dat door een roofdier in het wild wordt belaagd.

Wat is er dan wel zo erg aan het vergassen van ganzen? Simpel, er zijn alternatieven die neerkomen op het herstellen van het natuurlijk evenwicht. Maar wil een stedeling daaraan substantieel bijdragen dan moet hij of zij bij zijn eigen politieke partij zijn. En politici die echt van mening zijn dat de agrarische economie zodanig op de schop moet dat er weer sprake is van een ecologisch evenwicht waar prooi- en roofdieren elkaar in balans houden, die zijn even zeldzaam als de spreekwoordelijke zwarte zwanen en witte kraaien. Maar ze bestaan.

Ook zijn weinig mensen zich er van bewust dat dierenrechten gebaseerd zijn op dezelfde waarden als mensenrechten, namelijk vrijheid en gelijkheid. Dat betekent dat elk levend wezen evenveel recht heeft om in vrijheid te mogen leven. In de vrije natuur is er niemand die dit recht handhaaft, daar moet elk dier de eigen gezondheid onderhouden zodat het alert is en snel genoeg om uit de klauwen van een ander dier te blijven. Wij mensen kunnen ervoor zorgen dat de omstandigheden waaronder wij ons voedsel produceren niet onrecht doen aan die gelijke rechten van andere levende wezens.

14 december 2014

De wereld voeden en het klimaat niet opwarmen

Het klimaat warmt op en dat is voor Nederland helemaal niet zo vervelend wanneer het uitpakt zoals in 2014: wel warmer maar geen extreme hitte in de zomer. De olieprijzen zijn op dit moment van schrijven laag dus economische activiteiten zullen wat aantrekken. Voor het individu is het op dit moment weinig zorgwekkend, afgezien van persoonlijke omstandigheden. Toch weten we allemaal dat de vlees- en zuivelconsumptie de grootste bijdrager is aan klimaatopwarming.
Voor wie nadenkt over een duurzame ontwikkeling van van alles is het niet zo moeilijk: stel we gaan minder vlees eten en we zorgen dat de alternatieven aantrekkelijker zijn dan wat we nu doen, dan slaan we diverse vliegen in één klap.
Een verandering van levensstijl kan door diverse redenen uitblijven. Veranderen kost nu eenmaal moeite en leidt soms tot weerstand in de eigen omgeving. Maar zoals de Triodosbank in één van haar spotjes laat zien: zelfs een kikker klimt uit een opwarmende pan. Waarom zouden mensen dan de spreekwoordelijke kop in het zand blijven steken? De vergelijking met de kikker is herkenbaar: we voelen dat er veel verandert, maar er is ook veel tegenstrijdige informatie of deze ontwikkeling wel zo erg is. Vraag je altijd af in wiens belang het is om desinformatie te verspreiden.

Of je nu een pessimist of optimist bent of iets er tussenin: ontwikkelingen zijn tegenwoordig niet meer zo voorspelbaar als vroeger omdat we in de steeds globaler communicerende wereld allemaal een kleine factor zijn in de loop van ontwikkelingen. Dat is mooi, want we doen er toe en niemand heeft het bewijs dat hij zelf heel veel machtiger is dan een ander. Er zijn veel verschillende paden die mensen kunnen lopen in deze ontwikkelingen. De een zal zich richten op vergroting van zijn materiële welvaart, een ander zal meer heil zien in persoonlijke ontwikkeling. Een deel doet beide. Geen ene keuze is beter dan de andere, maar er is wel verschil in gevolgen die het heeft voor de omgeving.

Mensen proberen elkaar te overtuigen en in die poging lijkt alles geoorloofd te zijn en sneuvelt als eerste de waarheid.

De economie wordt aangejaagd wanneer er veel geconsumeerd wordt in binnen- en buitenland. Nederland heeft veel export en onze welvaart hangt daarmee samen. Vrijheid is belangrijk voor het individu en de samenleving. Vrijheid betekent dat er geen moreel oordeel hoort bij iemands levensstijl behalve wanneer deze de belangen en vrijheid van de ander schaadt. We kunnen dus niemand verplichten om een sobere of altruïstische levensstijl aan te houden. We kunnen dit niet en we hoeven dit niet. We bezitten met zijn allen genoeg kennis en inzicht om de globale samenleving zo in te richten dat we de koppeling tussen moraal, vrijheid en duurzaamheid zo los mogelijk kunnen houden.

Het enige wat we ons af en toe zouden moeten afvragen: zijn we onderdeel van een probleem of van een oplossing? Hebben we een open mind, denken we zelf of laten we ons constant geruststellen door selectief te winkelen in desinformatie?

02 december 2014

Kippenboeren steeds brutaler

De vogelgriep is weer terug bij de pluimveeboeren. Dat is vervelend voor de betrokken ondernemers, maar desastreus voor de kippen. De laatst genoemden worden, ziek of niet, zonder pardon afgemaakt, de ondernemers krijgen een fors deel van hun schade vergoed. Dat betalen ze dus niet zelf, zoals kippen-voorman Oplaat aan het begin van de uitbraak in Nieuwsuur wist te melden.

De kippenboeren krijgen een vergoeding uit het Dier Gezondheids Fonds (DGF). Dat fonds wordt echter maar voor een deel door de kippenboeren gevuld. Er is vastgelegd dat de kippenboeren nooit meer aan dat fonds betalen dan 25 miljoen euro.
De vogelgriep begon op 16 november, en we zijn inmiddels bijna 2,5 week verder. De schade door de vogelgriep wordt geschat op 10 miljoen euro per week. Dit betekent dus dat vanaf woensdag 3 december de burger opdraait voor de rest van de kosten. (2,5 keer 10 miljoen is 25 miljoen).

Pikant detail. Vorig jaar eiste de LTO dat de biologische boeren veel meer zouden moeten bijdragen aan het fonds, omdat uitbraken van vogelgriep vooral voor zouden komen bij vrije uitloop-kippen. Geinig: daarbij ging het steeds om laag besmettelijke varianten van de vogelgriep. Bij deze uitbraak, vooralsnog uitsluitend bij opgehokte kippen, gaat het om de gevaarlijke en zwaar besmettelijke variant.

Broederijen en vermeerderingsbedrijven die door het vervoersverbod worden getroffen krijgen ook een vergoeding. Deze schade is niet voorzien in het DGF, dus die komt sowieso voor rekening van de burger.

Men zou verwachten dat een sector die bij calamiteiten zo afhankelijk is van de overheid (lees: de burger), zich een beetje bescheiden zo opstellen. Immers, wie betaalt bepaalt. Met de pet in de hand hoeft nou ook weer niet, maar het grof geschut waarmee de voormannen van de sector tekeer gaan, is toch wel redelijk beschamend.
Eerst was daar de heer Oplaat die in Nieuwsuur de vloer aanveegde met staatssecretaris Dijksma. De maatregelen die ze had getroffen konden er nog net mee door, maar verder verweet hij haar dat ze onzichtbaar was. Ze had voor de boeren moeten gaan staan, en hen in het openbaar een hart onder de riem moeten steken.

Wat is dat voor flauwekul?

Linksom of rechtsom zijn de betreffende boeren zelf er niet in geslaagd het virus uit hun stallen te houden. Nogal logisch: aan de ene kant van de stal staan grote ventilatoren die lucht naar binnen zuigen en aan de andere kant staan al even grote ventilatoren die de lucht er even hard weer uitblazen. Wel met tig-keer zoveel virus.

Die stallen zijn dus helemaal niet dicht zoals de boeren zelf beweren.

Burgers die aan de kant van de stal wonen waar de lucht weer uitkomt wisten dat allang. Een beetje kippenstal is tot op vijf kilometer benedenwinds nog te ruiken. Een niet echt geruststellende gedachte voor die burgers, nu het blijkt te gaan om een virus dat ook voor mensen besmettelijk en gevaarlijk is.
Zoveel is zeker: als het echt uit de hand loopt is er een zak met geld voor de gedupeerde boeren, en de misschien nog harder gedupeerde burger mag het allemaal zelf uitzoeken. Dat hebben we bij de Q-koorts gezien.

Voor de voormannen van de kippenboeren en verwerkers is dat allemaal geen enkele reden om zich ietsjes meer bescheiden op te stellen. Ze zijn het volstrekt niet eens met de ingestelde vervoersbeperkingen en eisen op hoge toon dat de staatssecretaris de maatregelen per direct aanpast. En zo niet, dan volgt niet alleen een kort geding, maar ook nog een stevige schadevergoeding.

Arme staatssecretaris. Eerst laat ze zich schofferen door meneer Oplaat. Vervolgens stuurt ze de koning naar een getroffen kippenboer, maar dat vinden de boeren niet genoeg. Zijne Majesteit kwam weliswaar met goede bedoelingen, maar met lege handen.
Op zondag verdedigt ze in een stukje door de regering gevorderde zendtijd bij het programma Buitenhof tot in het absurde het bestaansrecht van de economisch gezien uiterst marginale pluimveesector, en dan krijgt ze dinsdag een dreiging met juridische stappen voor de kiezen.

En ze had de sector nog wel zo geprezen: op het gebied van dierenwelzijn en het terug dringen van het antibiotica gebruik waren zeker in vergelijking grote stappen gezet. Oh ja? Al meer dan tien jaar is kappen van snavels van kippen verboden, maar deze staatssecretaris staat het in ieder geval nog tot 2018 toe. Hoezo dierenwelzijn? Bij de cijfers over het terugdringen van het antibioticagebruik zijn op z'n minst vraagtekens te zetten: antibiotica werd en wordt vooral gebruikt als groeibevorderaar. Hoe kan het dan dat enerzijds volgens de sector het gebruik van antibiotica sterk afneemt, en tegelijkertijd het geslacht gewicht toeneemt.

Over de juridische claim van de sector hoeft mevrouw Dijksma niet wakker te liggen. Een rechter met een beetje ruggengraat veegt die claim natuurlijk resoluut van tafel. De sector dient immers vooral bij zichzelf te rade te gaan, al was het maar omdat de grootschaligheid waarmee in Nederland pluimvee wordt gehouden, dicht in de buurt van uitlokking komt als het om vogelgriep gaat.

Los daarvan: je zal maar staatssecretaris zijn van een sector die zichzelf voortdurend over de ruggen van de dieren en de burger in de nesten werkt, en voor wie je het per definitie nooit goed doet.

Het wordt hoog tijd dat de sector eens gaat begrijpen dat de rest van de mensheid niet op de wereld is gezet om hun zelf veroorzaakte problemen altijd maar op te lossen.

01 september 2014

ABP en Wakker Dier praten langs elkaar heen

In de wereld van actie en reactie naar aanleiding van dierenleed wordt vaak langs elkaar heen gepraat. Waarschijnlijk is dat omdat niemand wil liegen, maar wel gelijk wil krijgen.
WakkerDier meldt dat het ABP als pensioenfonds geld investeert in zaken die dierenleed opleveren.

In het Parool staat:
“Wakker Dier, dat vreest dat het om miljardeninvesteringen gaat, stelt dat de fondsen geen of weinig eisen stellen op het gebied van dierenwelzijn. Ook zijn ze niet helder over hun beleggingen. De organisatie wil dat minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken openheid geeft over de ABP-beleggingen en ervoor zorgt dat geen dierenhuisvesting wordt gefinancierd die in Nederland niet mag.

ABP liet in een reactie weten het oneens te zijn met de stellingen van Wakker Dier en dat de duurzaamheidsfactor juist heel belangrijk is voor het pensioenfonds. 'Wakker Dier beoordeelt langs de meetlat van Wakker Dier. Wij gebruiken daar onafhankelijke onderzoeksbureaus voor, die met hele andere uitkomsten komen. En wij kijken of bedrijven voldoen aan de nationale en internationaal geldende regels. Als we denken dat bepaalde zaken beter kunnen, gaan we met de betreffende bedrijven in gesprek', liet Harmen Geers van ABP weten.”

Tot zover het Parool.

Wakker Dier spreekt over dierenwelzijn, het ABP over duurzaamheid. Beiden lijken te overlappen maar dat hoeft niet. Een politieke partij als GroenLinks vindt megastallen niet zo erg omdat daar mest wordt verzameld en dat kan niet in de wei. Dat die mest vervolgens wordt uitgereden op plaatsen waar boeren de mest wel willen hebben, hoeft helemaal niet te betekenen dat dit milieuvriendelijk is.
Dat het ABP onafhankelijke onderzoeksbureaus raadpleegt wil helemaal niet zeggen dat zij zich van hun adviezen wat aantrekken, laat staan dat deze adviezen ethisch verantwoord waren.
En zo staan er nog meer voorbeelden in dit kleine stukje tekst uit het Parool.

Mensen praten langs elkaar heen omdat bijna niemand echt geïnteresseerd is in informatie die het eigen gelijk kan nuanceren. Te vrezen valt dat ook weinig consumenten echt geïnteresseerd zijn in wat een vleeskuiken in de bio-industrie voelt. En dat hoeft ook niet, maar compassie hebben met het recht op vrijheid om het eigen welzijn in de wei te vinden, dat zou mooi zijn.

Wie meer wil lezen over de wijze waarop boeren, overheid en consumenten langs elkaar hen praten, klik hier.

16 mei 2014

De landbouwmythe en haar sprookjes

Kunnen we de intensieve veehouderij missen?

Het is een steeds terugkerende mythe: 'de Nederlandse landbouw exporteert jaarlijks voor €80 miljard, dat kunnen we niet zo maar weggooien'.
Bij het tv-programma Eén op Eén deed Sven Kockelmann namens de boerenlobby (LTO) een poging Marianne Thieme weg te zetten als iemand die met haar strijd tegen de bio-industrie onze welvaart in gevaar brengt. En dus herhaalde hij nog maar eens: 'de Nederlandse landbouw exporteert jaarlijks voor €80 miljard, dat kunnen we niet zo maar weggooien'.

Pronken met andermans veren

Uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt echter dat die €80 miljard nauwelijks van de Nederlandse veehouderij komt. (Bron: CBS, agrarische handel, import/export tabellen). In die 80 miljard van Kockelmann en de LTO zitten bijvoorbeeld hout, kurk, drank, koffie, cacao, thee, sigaretten, snoep, specerijen, kruiden, tabak en een grote post diversen. Samen ruim €25 miljard. Dat komt niet van Nederlandse boeren, laat staan van Nederlandse veehouders.

Blijft over €55 miljard die men zou kunnen toeschrijven aan de agrosector. Maar, ruim de helft daarvan is doorvoer. Dus die producten komen binnen, strik er omheen, vaak door onderbetaalde Poolse arbeids-immigranten, en gaan weer verder.
Daar doen onze boeren helemaal niets voor. Ze hebben er niets mee te maken.

Blijft over €27 miljard. Ruim de helft daar weer van komt voor rekening van de groenten, fruit en bloementelers. Blijft voor de boeren en veehouders over: €13 miljard.
Maar ook die €13 miljard komt niet van eigen bodem.
De varkens en kippen worden voor het grootste deel allemaal groot gebracht op geïmporteerd veevoer. Ongeveer de helft van de melkproductie in Nederland komt van eigen gras. De andere helft wordt uit de koe getrokken met geïmporteerde soja en ander krachtvoer.
Zo blijft er van de eigen Nederlandse export van dierlijke eiwitten weinig over, en staan er wel enorme lasten voor het milieu, en de dieren tegenover. Alleen al de milieuschade wordt becijferd op €2 miljard. De schade aan de volksgezondheid door resistente bacteriën komt daar nog bovenop, net als de kapot gereden wegen op het platteland, niet vergoede waardedaling van woningen door de bouw van megastallen en natuurlijk niet te vergeten de €1 miljard die de burger om onbegrijpelijke redenen jaarlijks via Brussel aan de boeren geeft.

Draagt de landbouw wel bij aan de economie?

In het verlengde van de export-mythe ligt de fabel dat de landbouw goed is voor 10% van onze economie.
Flauwekul, de bijdrage van de boeren en tuinders is 1,6%. Bruto en inclusief bosbouw en visserij. Daar komt natuurlijk toelevering en verwerking bij, maar veel minder dan wordt gesuggereerd. Zuivelcoöperatie Friesland Campina bijvoorbeeld heeft ruim 26.000 werknemers. Maar daarvan werken er minder dan 6000 in Nederland.
Om het toe te spitsen op de bio-industrie, Marianne Thieme heeft, toen Bleker nog dacht hij de baas van de boeren was, er naar gevraagd. Zijn antwoord, zwart op wit: de bijdrage aan het bruto nationaal product van de bio-industrie is 0,3%. Dat was toen ongeveer €1,5 miljard. Alleen al afgezet tegen €2 miljard milieukosten is de bio-industrie dus voor Nederland een kostenpost van ongeveer €500 miljoen.
Ook dat is schijn, want die €1,5 miljard verdwijnt in de zaken van de boeren. Die € 2 miljard milieukosten mag de burger ophoesten. Net als de reparatie van de kapot gereden wegen en de waardedaling van z'n woning.

Lacto-intolerantie, melk niet kunnen verdragen

Terwijl alleen al de cijfers er om schreeuwen dat het hoog tijd wordt om te stoppen met de productie van dierlijke eiwitten gaat de uitbreiding van de veehouderij in een hogere versnelling gewoon door. Vooral in de melkveehouderij is het raak. Een en ander onder het motto dat Nederland een belangrijke rol vervult in het voeden van de wereld.
Je moet maar durven! Graan, tarwe en maïs van de Nederlandse akkerbouw zijn door het relatief korte groeiseizoen van zo'n slechte kwaliteit dat het alleen geschikt is als veevoer. Van de totale vleesproductie in de wereld levert Nederland ongeveer 1%. Marginaal dus. Van de totale melkproductie in de wereld levert Nederland ruim 1,5%. Maar ruim 70% van de wereldbevolking is lacto-intolerant, wat wil zeggen dat ze ziek worden van koemelk. Dat maakt de bijdrage van onze melkveehouders aan het oplossen van de honger in de wereld wel heel beperkt.

Wat exporteert de agrosector nu echt?

De tegenwerping vanuit de sector is doorgaans dat de veehouderij naast producten ook veel kennis over efficiënte productie aan de wereld schenkt. Nou ja, schenkt. Er moet natuurlijk wel voor betaald worden.
Maar ook die kennis zal voor de koper al snel een kat in de zak blijken te zijn. De twee pijlers, waar de Nederlandse veehouderij op drijft, zijn: stapelen van dieren en minachting voor het milieu. En zo exporteert Nederland geen efficiënte bedrijfsvoering voor veehouderij-systemen, maar dierenleed en milieuvervuiling.

Auteur

09 mei 2014

Gold-plating, voedselregels inzetten tegen concurrentie

In het TV-programma De Slag om Europa onderzoeken Roland Duong en Teun van de Keuken hoe de EU werkt. In de Volkskrant van 9 mei vertellen ze Den Haag Brussel als boeman gebruikt.

Een citaat:

Niet alleen bepalen nationale politici wat er in Brussel gebeurt, ook moeten zij Europese richtlijnen uiteindelijk omzetten in nationaal beleid. Dat gebeurt in Nederland vaak strenger dan in andere EU-lidstaten. De welbekende 'onnodige regeltjes die de kleine ondernemer het leven zuur maken' komen volgens Duong niet uit Brussel, maar uit Den Haag. 'Dat fenomeen heet gold-plating. De regering past een algemene richtlijn uit Brussel extra streng toe in Nederland, maar tegenover de Nederlanders geven ze daar Brusselse ambtenaren de schuld van. Dat gebeurt op grote schaal in de voedselregelgeving.'

Van de Keuken: 'De Europese richtlijn is: je moet voedsel veilig en hygiënisch produceren. Veel landen interpreteren dat soepel. Zolang er geen misstand wordt aangetoond, word je jaarlijks gecontroleerd. Pas als er iets misgaat, kom je onder een vergrootglas te liggen. Maar een Nederlands boertje dat al 25 jaar gezonde geitenkaas produceert, wordt twee keer per week gecontroleerd door de Voedsel- en Warenautoriteit en moet dat nog zelf betalen ook. Als dat boertje gaat klagen, zegt de VVD: die Brusselse regels draaien kleine ondernemers de nek om, maar het is Nederland dat een algemene Europese richtlijn streng toepast.'

Waarom doet Nederland dat? Van de Keuken: 'Eigenlijk is het logisch: wij zijn een exportland van voedsel en kunnen dus geen microgram foute bacteriën in onze kaas gebruiken. Politici zouden eerlijk moeten zeggen: strenge voedselregels zijn economisch belangrijk voor ons.'

08 mei 2014

Waarom Ewald Engelen lijstduwer voor de Europese verkiezingen is

Naast financieel geograaf en polemist is Ewald Engelen sinds kort ook politiek actief, als lijstduwer voor de Partij voor de Dieren in Europa. Omdat de tijd van meedenken plaats heeft gemaakt voor tegendenken. En omdat de vleesindustrie opvallend veel parallellen vertoont met de financiële sector.

Op de site van De correspondent schrijft hij:

En laat er geen misverstand over bestaan: Nederland speelt in deze geografisch uitgedifferentieerde productieketens een sleutelrol. Niet alleen is Nederland met pakweg 12.000 miljard euro aan in- en uitstromend kapitaal een van de grootste belastingdoorvoerhavens ter wereld.Een eerder stuk over Nederland als belastingdoorvoerhaven. Met pakweg 550 miljoen kadavers per jaar, die ons ongeveer 7 miljard euro opleveren, zijn we ook een van de grootste slachthuizen van de wereld. Bloodlands en killing fields – maar dan op z’n Nederlands: dieren, om er aan te verdienen.

Meer lezen? Klik hier.

05 november 2013

Moeten dierenactivisten terug het hok in?

In Trouw heeft VVD-er Helma Lodders de volgende opinie laten afdrukken:

Fanatieke organisaties die dier en milieu beschermen, brengen de agrarische sector schade toe. Dat moet stoppen, vindt Tweede Kamerlid Helma Lodders.
Het beeld dat de Nederlandse samenleving over de Nederlandse land- en tuinbouw heeft, wordt in grote mate bepaald door actiegroepen zoals Wakker Dier. Wie kent de schrijnende beelden niet op tv over de plofkip die niet meer kan lopen.

Ik wil de ernst van deze beelden niet bagatelliseren, maar deze voorstelling van zaken doet geen recht aan de werkelijke situatie van onze land- en tuinbouwsector. Namelijk dat de land- en tuinbouw in Nederland de beste is in de wereld. Wij zijn wereldkampioen in hoogproductieve, efficiënte en duurzame landbouw. De sector krijgt die eer echter niet. Als het in Nederland over de landbouw of over de boer gaat, dan hebben we het over de plofkip en megastallen. We praten over wat er allemaal niet mag en niet over wat er allemaal kán.
Tot zover de inleiding van haar opinie.

Haar opinie is typisch voor iemand die het dier als een productiefactor (ding) ziet zonder rechten. De argumentatie die zij aandraagt zit vol drogredenen en onwaarheden. De bijdrage van Nederlandse veehouderij aan onze economie is, wanneer de nadelen worden meegenomen, eerder negatief dan positief. Er is op de wereld geen echt tekort aan hoogwaardige voeding. Het probleem is dat we het beschikbare voedsel eerst aan dieren geven en mensen dieren laten eten. Dat kan efficiënter en met minder bezwaren.
Alle argumenten van mevrouw Lodders zijn en worden al jaren weerlegd, maar dan moet je wel bereid zijn ze willen te horen. Meer lezen over tegenargumenten voor de drogredenen, klik hier. Voor relativering economisch belang agrosector, klik hier.

Dit is de reactie van Wakker Dier.

25 oktober 2013

Europese boer jaagt Afrikaan op de vlucht

Zelfs de paus heeft schande gesproken over de manier waarop Europa de Afrikaanse vluchtelingen behandelt. Dan moet er toch wel wat aan de hand zijn en dat is het ook. Het Italiaanse eiland Lampedusa wordt overstroomd met Afrikaanse vluchtelingen, die daar geen kant op kunnen omdat de rest van Europa ze niet wil hebben.
Als de vluchtelingen het eiland al bereiken, want steeds vaker verdrinken ze met honderden tegelijk in de Middellandse Zee omdat de overvolle bootjes minder zeewaardig blijken dan gedacht.

En ja, als de paus er zich al tegenaan bemoeit kan het CDA natuurlijk niet achterblijven. Dus schoof zondag 20 oktober Europarlementariër Wim van de Camp aan in het tv-programma Buitenhof om zijn christelijk geïnspireerde oplossing voor het probleem uit te venten.
Van de Camp wil de Nederlandse marine er op af sturen en daarmee maar liefst drie doelen tegelijk dienen.

Allereerst natuurlijk humanitair. Als de Nederlandse marine die wrakke bootjes opspoort, aanhoudt en die vluchtelingen aan boord neemt, kunnen ze immers ook niet verdrinken. Briljante gedachte!

In de tweede plaats geeft een missie in de Middellandse Zee onze marine wat te doen en zo worden manschappen en materiaal van de krijgsmacht tenminste nuttig besteed. Met als onderliggende gedachte natuurlijk dat we misschien toch nog eens zouden moeten nadenken over de bezuinigingen op defensie.
Briljant plan!

In de derde plaats moeten die opgepikte vluchtelingen natuurlijk niet bij Lampedusa of een andere Europese haven aan land worden gezet, maar aan de Afrikaanse kust. Daar kwamen ze vandaan, en daar horen ze thuis.
Briljante oplossing!

De belangrijkste reden dat Van de Camp de Afrikaanse vluchtelingen weer op de Afrikaanse stranden wil afzetten is dat volgens hem het overgrote deel van de mannen, vrouwen en kinderen geen politieke, maar economische vluchtelingen zijn. En dat kan natuurlijk niet. Camp sprak het uit alsof het vieze woorden waren en de betreffende personen verderfelijke individuen. Hoe haalden ze het in hoofd om hier heen te komen!

De presentatrice van Buitenhof, doorgaans niet de domste van het stel dat daar rond de tafel zit, knikte vaagjes. Tja, economische vluchtelingen.

Ze had er natuurlijk ook op kunnen wijzen dat wij in Europa al decennia bezig zijn Afrika en andere continenten te beroven van hun grondstoffen. Ze had er nog aan toe kunnen voegen dat in Europa op dit moment de tijd voor sperzieboontjes weliswaar voorbij is, maar dat ze toch nog in de supermarkten liggen. Inderdaad geteeld in sommige Afrikaanse landen waar niet zo heel ver weg van de velden waar deze voor Europa bestemde boontjes worden geteeld, mensen sterven van de honger.

Ze had er ook op kunnen wijzen dat in verschillende Afrikaanse landen een jaar of tien, vijftien geleden geprobeerd is een agrarische economie van de grond te krijgen. Met onder andere de productie van kippen en varkens. Dat leek warempel nog te lukken ook, en dat is niet onbelangrijk, want landbouw is de moeder van elke economie. Maar dat prille succes is de nek omgedraaid door de Europese Unie. Kapot gedumpt met geld uit het Europese landbouwbeleid dat werd gebruikt om onder andere Nederlands varkens- en kippenvlees ver onder de kostprijs af te zetten in Afrika.

En dan zouden wij het vreemd moeten vinden dat Afrikanen omdat ze sterven van de honger naar Europa komen?

Maar er wordt toch ook veel hulp geboden aan Afrika door bijvoorbeeld de Nederlandse zuivelindustrie? Friesland Campina bijvoorbeeld. Die steekt jaarlijks vele miljoenen in het zogenoemde Dairy Development Program om in onder andere Vietnam en Nigeria de lokale melkveehouderij op weg te helpen.

Dat lijkt mooi, maar de schijn bedriegt.

In een interview in de Leeuwarder Courant van 18 augustus 2012 met projectleider Sybren Attema komt de ware aap uit de mouw'. Als Friesland Campina zou weigeren om de lokale melkveehouderij te steunen, zou dat tot repercussies kunnen leiden zoals importheffingen of importquota's, benadrukt Attema: dan binne wy natuerlik folle fierder fan hûs'. (Dan zijn we natuurlijk veel verder van huis /red).

Friesland Campina is dan verder van huis omdat Afrika en Azië de groeimarkten zijn waarmee de Nederlandse melkveehouder het hoofd boven water probeert te houden. Het zijn weliswaar arme regio maar met een groeiende kapitaalkrachtige bovenlaag die het gebruik van zuivel als een statussymbool ziet. Of ze zijn in de war gebracht door agressieve reclamecampagnes waarin de consument wordt wijs gemaakt dat zuivel niet alleen goed is voor het lijf, maar zelfs noodzakelijk. Melk is inderdaad goed. Voor het kalf; niet voor de mens, maar dit terzijde.

De 'hulp' aan de lokale melkveehouders is dus welbegrepen eigenbelang. En kwaad kan het niet, want de lokale melkproductie stijgt, zelfs als het ontwikkelingsprogramma een doorslaand succes zou worden, hooguit met 5%. Terwijl de vraag jaarlijks met 30% groeit, aldus Attema.

Pikant detail. Drie dagen na publicatie in de LC wordt het artikel ook geplaatst in het Dagblad van het Noorden. Alleen, daar zijn de zorgen over importheffingen en importquota ineens verdwenen. Daar is het ontwikkelingsprogramma volgens Attema: een kwestie van fatsoenlijk ondernemen. 'Wij doen er al jaren met succes zaken, dus willen we ook wat terug doen'.

Terug naar Van de Camp die de marine op de Afrikaanse vluchtelingen af wil sturen.
Wellicht doet hij er als Europarlementariër beter aan eens kritisch te kijken naar het verwoestende effect dat het Europese landbouwbeleid heeft op de beschikbaarheid van bijvoorbeeld voedsel in de rest van de wereld.

16 augustus 2013

Bijdrage veehouderij aan economie is gering

De agrosector mag graag zichzelf vooruitschuiven als een pijler van de zieltogende economie.
Jaco Geurts van het CDA: “onze economie drijft op de export, en de land- en tuinbouw hebben daar een groot aandeel in".
In werkelijkheid ligt dit anders, met name voor de bio-industrie. Wanneer ook de vervuiling wordt meegerekend dan is de bijdrage eerder negatief.

Bent u bekend met de misstanden die er zich hebben voorgedaan tijdens transporten richting Turkije en specifiek aan de grens van Bulgarije en Turkije?

Bent u bekend met de misstanden die er zich hebben voorgedaan tijdens transporten richting Turkije en specifiek aan de grens van Bulgarije en Turkije?

Kunt u aangeven of slachthuizen in Turkije dezelfde dierenwelzijnsnormen hanteren als Nederland? Zo nee, waarin verschillen deze normen?

Kunt u aangeven hoeveel misstanden zich er in de afgelopen tien jaar hebben plaatsgevonden? Kunt u de omvang weergeven van het vee wat daarbij betrokken was en welke problemen zich hierbij hebben voorgedaan? Zo nee, waarom beschikt u niet over deze gegevens?

Klopt de conclusie van Eyes on Animals dat aan de grens van Bulgarije naar Turkije veel dierenleed ontstaat door lange wachttijden, extreme hitte en tekort aan water en voedsel? Klopt de stelling dat runderen in slachterijen in Turkije routinematig worden geslagen, steken in de ogen krijgen, elektrische schokken krijgen toegediend en aan een poot in de lucht gehesen worden? Bent u het eens dat dit niet voldoet aan de dierenwelzijnseisen die gesteld zijn voor Nederlands vee?

Kunt u zich vinden in de conclusie van het artikel dat het transport naar Turkije en diens slachtpraktijken ernstig dierenleed met zich meebrengt? Zo nee, op basis van welke argumenten?

Kunt u aangeven of u voornemens bent om de export van jonge kalveren (9-12-26 weken) naar Turkije toe te staan? Zo nee, kunt u verklaren waarom de exportsector zich aan het voorbereiden is op deze transporten? Zo ja, kunt u aangeven waarom u de Kamer nog niet geïnformeerd heeft over dit voornemen?

Klopt het dat er een ethische reflectiecommissie is ingesteld? Zo ja, wat is de functie van deze commissie? Welke leden zitten er in deze commissie?

Kunt u aangeven wat de bevindingen zijn van de ethische reflectiecommissie over het dierenwelzijn van transporten richting Turkije? Hoe verhouden deze bevindingen zich met het voornemen om het export van kalveren naar Turkije toe te staan?

Bent u het eens dat de problemen aan de Turks-Bulgaarse grens sinds uw brief van 21 januari 2013 KS 28286-612, niet verbeterd zijn? Zo ja, bent u bereid om het voornemen om het transport met kalveren richting Turkije in te trekken? Bent u bereid om een Nederlands verbod te leggen op transporten met al het vee richting Turkije?

Kunt u aangeven welke Europese landen nog meer vee exporteren richting Turkije? Kunt u aangeven om hoeveel vee dit jaarlijks gaat? Bent u bereid om op Europees niveau u hard te maken voor hogere dierenwelzijnseisen aan de transport- en slachtpraktijken van Turkije?


28 juni 2013

Het dier en de samenleving dokken het vlees

In hun rapport V10/02a schrijven Michiel van Drunen, Pieter van Beukering en Harry Aiking in 2010: in de prijs die consumenten betalen voor vlees zijn lang niet alle kosten verwerkt die ontstaan in de hele keten van veevoer tot aan het vlees in het schap. Deze externe kosten omvatten bijvoorbeeld milieuschade door ontbossing voor sojateelt of rundveehouderij, gevolgen van het broeikaseffect veroorzaakt door methaanemissies door runderen, natuurschade door emissies tijdens transport, en leed ontstaan door het houden en transport van dieren. Verder zijn er in de vleesketen in sommige gevallen subsidies, zoals slachtpremies, waardoor de consumentenprijs wordt verlaagd.

In hun conclusies stellen de onderzoekers: de totale externe kosten voor conventioneel varkensvlees worden geraamd op minimaal €2,06 per kg op een gemiddelde consumentenprijs van €6,69 (PVE, 2009), ofwel 31%.
Hierbij is dierenwelzijn de belangrijkste factor, gevolgd door biodiversiteit, dierziektes en klimaatverandering.

Deze externe kosten die een onderschatting zijn van de werkelijke kosten worden niet door de agrosector worden betaald, maar betaald door de belastingbetaler.

11 december 2012

Kamervragen over opblazen aandeel landbouw in economie

Een passage op de website van de Rijksoverheid, die suggereert dat de land- en tuinbouw primair goed is voor tien procent van de Nederlandse werkgelegenheid en economie, klopt niet. Het gaat hier over de gehele Nederlandse agro-industrie, inclusief de verwerking, toelevering en distributie van buitenlandse grondstoffen.

Op dit blog is de suggestieve berichtgeving door de agrolobby al vaker aan de orde gesteld.

De PvdD heeft hierover nu ook Kamervragen gesteld.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de minister van Economische Zaken over het aandeel van de land- en tuinbouw in de Nederlandse economie.

  1. Heeft u kennis genomen van het bericht “‘Land- en tuinbouw goed voor 10 pct van economie en werkgelegenheid', NRCnext checkt”, waarbij de NRC deze uitspraak het oordeel ‘grotendeels onwaar’ geeft?
  2. Kunt u aangeven waarom op de website van de Rijksoverheid (1) nog steeds staat aangegeven dat de Nederlandse landbouw en tuinbouw goed zijn voor 10% van de Nederlandse economie en werkgelegenheid, terwijl vorig jaar al in de schriftelijke antwoorden bij de begrotingsbehandeling van het onderdeel Landbouw en Natuur door de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw & Innovatie werd toegegeven dat de land- en tuinbouw niet een aandeel van 10% maar slechts van 1,2% van het Nederlandse Bruto Nationaal Product uitmaakt?
  3. Bent u bereid om de website van de Rijksoverheid aan te passen aan de werkelijke feiten rond het aandeel van de land- en tuibouwsector van de Nederlandse economie? Zo nee, waarom niet?
  4. Bent u bereid om in het vervolg een helder onderscheid te maken in uw communicatie tussen de primaire sector en de verwerkende en toeleverende sectoren? Zo nee, waarom niet?

(1) Inmiddels is het bericht verwijderd

02 juni 2012

Antibiotica bij vee onder schuilnaam

Bij vleeskuikens worden zogenoemde coxiodiostatica gebruikt. Dat zijn antibiotica die niet zo hoeven te worden genoemd en dus preventief door het voer gaan.

In het voorjaar van 2011 tetterde het dagblad De Telegraaf dat het antibiotica-gebruik in de veehouderij een jaar eerder met maar liefst 12% was gedaald.
De boeren zijn dus goed bezig!

Een paar maanden later meldde dagblad Trouw dat er in eerste helft van 2011 maar liefst 32% minder antibiotica was gebruikt. De doelstelling van de regering om het verbruik met 20% te verminderen in 2011 was ruim gehaald.
De boeren zijn dus nog beter bezig!

Sinds afgelopen vrijdag weten we hoe die dalingen in de officiële verkoopcijfers tot stand zijn gekomen komen: zo ongeveer de helft van de plofkippenhouders koopt het spul niet meer bij de veearts, maar in het illegale circuit. En spuit vervolgens maar raak. Dat blijkt althans uit een onderzoek van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit onder plofkippenhouders en kalvermesters in noord-oost Nederland.
De boeren belazeren dus de boel!
Minister Schipper en staatssecretaris Bleker haastten zich te melden zeer geschrokken te zijn, en kondigden strenge maatregelen aan.

Streng?

Geneesmiddelen mogen straks alleen nog door veeartsen worden toegediend, en op het boerenbedrijf mogen geen geneesmiddelen meer op voorraad worden gehouden. Daar is op het platteland hartelijk om gelachen.
Immers, uitzonderingen blijven uiteraard mogelijk. Controle? Niet geregeld. Handhaving? Daar doen we op de boerderij niet aan.
De maatregelen gaan niet veel verder dan een opstoken vinger, vergezeld van de mededeling: Foei, niet meer doen hoor! Het antwoord van de boeren is een opgestoken middelvinger terug.

Sancties?

Daar gelooft Eerlijk, Helder, Henk niet in. Net als zijn voorgangers is staatssecretaris Bleker van mening dat het bestraffen van boeren niet nodig is, en dat het vele malen beter en effectiever is een beroep te doen op het zelfreinigend en zelfcorrigerend vermogen van de sector.

En keer op keer laten de boeren zelf zien waar dat toe leidt: tot niets.

Het staat stijf van de convenanten waarin de sector met de hand op het hart beloofde verbeteringen door te voeren, op het gebied van bijvoorbeeld het milieu, gebruik van gif, dierenwelzijn, huisvesting van buitenlandse werknemers, arbeidsvoorwaarden van die werknemers, om eenmaal thuis gekomen met datzelfde convenant het achterwerk af te vegen: ze hebben er letterlijk en figuurlijk schijt aan!

En dan nog iets: de aangekondigde maatregelen gaan pas in per 1 januari 2013. Merkwaardig. Er wordt een misstand geconstateerd, men verzint maatregelen daartegen en wacht vervolgens ruim een half jaar om ze in te voeren.
Zou dat iets te maken hebben met de komende verkiezingen, en willen Bleker (CDA) en Schipper (VVD) de boeren niet al teveel in het harnas jagen? Of willen ze de boeren die niet in het onderzoek zaten de kans geven om ongestoord hun voorraad illegale antibiotica op te maken?
Hoe het ook zij, het blijft zeer merkwaardig dat de maatregelen niet meteen van kracht worden.

Voor een bonafide en integere staatssecretaris van landbouw zouden de resultaten van het onderzoek natuurlijk aanleiding moeten zijn om onmiddellijk ook in de andere regio en in de andere bedrijfstakken, zoals de varkenshouderij en de melkveehouderij, eens te kijken hoe de zaken er daar voor staan.
Maar Bleker kijkt wel lekker link uit. Die heeft geen trek in nog eens een vernietigend onderzoeksrapport.

Voor elke bonafide en integere staatssecretaris van landbouw zouden de resultaten van het onderzoek natuurlijk ook aanleiding moeten zijn om per direct een verbod op megastallen uit te vaardigen. Hij hoeft niet meer te wachten op de bevindingen van de Gezondheidsraad. Het rapport van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit over het gesjoemel met antibiotica zegt al meer dan genoeg.
En als Bleker zelf niet met zo'n maatregel komt, zou de Tweede Kamer dat moeten afdwingen.

Redenen genoeg, want wat er in de veehouderij illegaal en legaal gebeurt, grenst aan bioterrorisme. Er worden immers door het onverantwoorde gebruik van antibiotica in de stallen niet alleen kilo's vlees geproduceerd, maar vooral ook resistente bacteriebommen.
Als we zouden denken dat Al-Quaida er achter zat, zouden we Afghanistan meteen plat bombarderen. En Irak en Iran voor zekerheid ook maar meteen meenemen.

Overdreven?

Dacht het niet. In 2003 vielen de Amerikanen, met steun van Engeland en gedoogd door Nederland, Irak binnen alleen op de verdenking van bio-terrorisme. De massavernietigingswapens die de aanleiding voor de oorlog vormden zijn overigens nooit gevonden.

Maar tegen sjoemelende veehouders die een spelletje poker spelen met de volksgezondheid komen we niet verder dan: Foei, niet meer doen hoor, jochie.

Inderdaad: Niet meer doen. Maar dan wel op een effectieve manier, namelijk door deze halve criminelen die zich veehouder noemen voor het leven het recht te ontnemen om zelfs maar een poes te mogen houden. Laat staan een stal boordevol landbouwhuisdieren.

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

17 mei 2012

Wijffels ziet Bleker het liefst terug in zijn hok

CDA-prominent Herman Wijffels ziet Henk Bleker liever niet als de nieuwe leider van het CDA worden en gaf aan: „Die heeft vooral toekomst bij zijn pony's”. Volgens Wijffels speelde Bleker een ethisch dubieuze rol na de verkiezingen van 2010 waarna het kabinet VVD-CDA met gedoogsteun van de PVV vorm kreeg.
Bleker vindt dat dergelijke uitlatingen dit eigenlijk niet in het CDA horen te gebeuren. Mensen moeten wel een beetje netjes met elkaar blijven omgaan, stelde hij in het televisieprogramma Knevel en Van de Brink. Tegelijk distantieerde hij zich van Wijffels. „Hij wil van het CDA een soort christelijk GroenLinks maken, ik niet.”

Prof. dr Herman Wijffels werd per 1 oktober 2009 hoogleraar 'Duurzaamheid en Maatschappelijke Verandering' aan de Universiteit Utrecht. Hij staat bekend als iemand die spiritualiteit en duurzaamheid wil combineren vandaar de sneer van Bleker over christelijk GroenLinks. Bleker zelf wordt vooral gehekeld door het laten prevaleren van de belangen van de agrosector boven de belangen van de Nederlandse belastingbetaler.

Demissionair staatssecretaris van Economische Zaken en Landbouw Henk Bleker wil niet voor het CDA de Tweede Kamer in nu hij niet de nieuwe lijsttrekker van zijn partij is geworden.

23 april 2012

Eetrevolutie voor ecologisch en ethisch voedsel

Van de site van discussie- en evenementencentrum de Rode Hoed:
Terwijl de politiek druk discussieert over toekomstscenario’s voltrekken zich in de praktijk al interessante veranderingen.
In supermarkten zien we steeds meer biologische producten, varkensvlees met een ster van de dierenbescherming en Utz Certified koffie. Ook streekproducten veroveren een plekje. Zijn dat randverschijnselen of gaan de grote voedselketens ingrijpend veranderen?
We onderzoeken dit met vernieuwers in bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. En we bevragen politici. Kan de politiek nog leiderschap tonen of loopt ze achter de markt aan? We laten meerdere spelers aan het woord die hier al volop mee bezig zijn en succes hebben geboekt: spelers uit de voedselindustrie, de supermarkten en de Youth Food Movement. Gaan jonge NGO’s zoals Foodwatch en Wakker Dier ons voedingspatroon veranderen? Wat kan de supermarkt met streekvoedsel en slow food? Hoe kunnen consument en boer meer met elkaar communiceren? Wat wordt de rol van sociale media?
Tot zover de site.

Onze voedselvoorziening is niet toekomstbestendig. Om daar wat aan te doen is een vlinderrevolutie nodig.

Doe het samen:
Als consumenten, producenten en winkeliers samen bepalen wat er op ons bord komt, ontstaan nieuwe markten waar iedereen zich verantwoordelijk voor voelt. Slimme, toekomstgerichte bedrijven zullen er evenveel plezier van hebben als consumenten.

Sluit kringlopen regionaal (binnen enkele tientallen tot honderden kilometers):
Houd water en voedingsstoffen in een voor ons beschikbare vorm in omloop; alleen regionaal lukt dat optimaal.

Houd ook de geldstromen regionaal:
Dat zorgt voor voedselzekerheid en werk, zowel in Nederland als in andere landen.

Wees biodivers wijs:
In de natuur hangt alles met alles samen; respecteer je dat niet, dan loop je risico.

Sjouw niet met halffabricaten of levende dieren:
Dat verspilt energie, koopkracht en kostbare nutriënten en zorgt voor onnodig leed.

Produceer regionaal en drijf inter-regionaal handel:
Dat belast de natuur het minst; we kunnen nu eenmaal lang niet al ons voedsel lokaal kopen.

Denk EEEE:
Niet alleen Economisch (financiering), Ecologisch (natuur) maar ook Ethisch (mensen, dieren) en Esthetisch (schoonheid) moeten onze landbouw, voedselproductie en –consumptie met elkaar in evenwicht zijn.

Zorg voor een gezond eetpatroon:
Reclame en verkooptactieken voeden ons op tot te veel en verkeerd eten; gebruik ze om mensen goed en eerlijk te laten eten.

Verzamel revolutionair durfkapitaal in een beleggingsfonds:
Banken zien te weinig in echt innoverende projecten die op deze principes gebaseerd zijn; als investeerders tevens consumenten zijn ontstaat veel sneller rendabele vernieuwing.

Tot zover Nieuwvers.

De oproep om geen dieronvriendelijk voedsel te halen, heeft natuurlijk als keerzijde dat we ook moeten stoppen met het brengen van dieronvriendelijk voedsel naar anderen.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.